Jan van Dijk op de
website van Universiteit Twente: 'Het internet doet er nu echt toe. Mensen vinden werk via internet, kopen producten online goedkoper dan in de winkel, handelen via marktplaatsen en vinden geliefden via datingsites. Jongeren en hoogopgeleiden profiteren meer van de mogelijkheden die het internet te bieden heeft dan ouderen en laagopgeleiden. 33% van de jongeren bijvoorbeeld zoekt en vindt op internet informatie als ze een medische kwaal hebben, tegenover 22% van de 55+ers, die daar meer baat bij zouden hebben. Ook gebruiken steeds meer mensen het internet bij het vinden van een baan. Toch dreigt er een forse digitale gebruikerskloof te ontstaan tussen de verschillende lagen van de bevolking.'
Van Dijk vervolgt: 'De cijfers laten zien dat het gebruik van internet structureel onderdeel uitmaakt van het dagelijkse levenspatroon van de meeste Nederlanders. Sexe, leeftijd of opleiding maken daarbij geen verschil meer. Surfen op internet is een levensbehoefte geworden, net zoals je iedere dag eet en drinkt. We gebruiken internet vooral nog als informatiebron, maar het medium wordt in toenemende mate gebruikt voor vermaak, interactieve communicatie en online transacties. Sociale media zijn aan een opmerkelijke opmars bezig. (...) Behalve de harde kern niet-gebruikers is er een groep van 20 tot 25% die internet slechts sporadisch gebruikt, bijvoorbeeld om de e-mail te checken of om de treintijden op te zoeken. Omdat de samenleving in hoog tempo digitaliseert dreigen deze mensen af te haken en straks verstoken te blijven van relevante (overheids)informatie, voordelen en ontwikkelmogelijkheden.'
Enkele resultaten van het onderzoek:
- De gemiddelde Nederlander is anno 2011 in zijn vrije tijd 3 uur en 6 minuten per dag online te vinden. Dat is 24 minuten meer dan het internetgebruik in 2010 (2 uur en 42 minuten).
- In 91% van de Nederlandse huishoudens is minimaal één PC of laptop met internetaansluiting te vinden. Daarmee neemt Nederland, achter IJsland, de 2e positie op de Europese ranglijst in.
- De trend om internet dagelijks en steeds langer te gebruiken zet ook in 2011 door. 84% van de gebruikers is iedere dag vanuit huis online, 14% wekelijks.
- De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn nagenoeg verdwenen.
- Studenten zijn het langst online: 3 uur en 54 minuten. Na studenten volgen werklozen en arbeidsongeschikten als 'veelgebruikers'.
- Het belang van internet als informatiemedium neemt relatief gezien af; de rek is uit de groei. Er is een trend van informatie naar communicatie. Het aantal mensen dat zoeksystemen als Google gebruikt is bijvoorbeeld nog steeds hoog, maar wel met een procentpunt afgenomen (van 99 naar 98 procent). Ditzelfde min of meer stabiele beeld geldt voor het raadplegen van online nieuwsdiensten (van 83 naar 82 procent) en het bezoeken van websites van omroepen, kranten en tijdschriften (van 80 naar 81 procent).
- Sociale media zoals Hyves, Twitter, Linkedin en Facebook worden steeds populairder. Vooral vrouwen maken hier veel gebruik van. 59% van de generatie van 16 tot 35 gebruikt sociale media zelfs dagelijks.
- 9% van de Nederlanders is nog nooit online geweest.
- Van de internetters heeft 73% een PC, 71% een laptop, 31% een smartphone, 23% een spelcomputer, 10% een tablet, en 5% een eReader.
- 51% van de Nederlanders doet aan online gaming (toename van 11%). Het Europees gemiddelde is 28%.
- Populairste online activiteit met 90% is e-mailen.
- Nederlanders nemen in 2011 minder voorzorgsmaatregelen om zichzelf te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het internetgebruik in vergelijking met 2010. Het aantal mensen dat actief maatregelen neemt om de computer te beschermen tegen virussen en dergelijke is gedaald naar 85%.
Voor meer resultaten, zie ook
mediawijzer.net
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van
Digivaardig & Digibewust, een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven, overheid en maatschappelijke organisaties om het aantal mensen dat niet of nauwelijks digitale vaardigheden heeft terug te brengen en om het verantwoord en veilig gebruik van digitale middelen te stimuleren.
Voor een samenvatting van het onderzoek,
zie hier (PDF)