HomeNieuwsNieuwsoverzichtBericht
voetnoot
Vragen kamercommissie OCW over brief Zijlstra actualisering bibliotheekwetgeving
24-01-2012
Enkele fracties binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben een aantal schriftelijke vragen en opmerkingen voorgelegd aan staatssecretaris Zijlstra naar aanleiding van diens brief van 7 december jl
Zijlstra gaf in zijn brief van 7 december aan dat de Wet op het specifiek cultuurbeleid (Wsc) verouderd is en daarom geen goede basis meer biedt voor de huidige praktijk van het bibliotheekwerk en voor de digitale ontwikkelingen in de bibliotheeksector. Hij doet daarom in zijn brief een aantal voorstellen om te komen tot een actualisering van de bibliotheekwetgeving, onder andere ook met het oog op een eind 2012 te realiseren landelijke bibliotheek voor e-books.

Uit de reacties van de kamercommissie OCW - op overheid.nl geplaatst onder de titel 'Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake de herstructurering van het openbaar bibliotheekwerk' - blijkt dat de meeste fracties het eens zijn met Zijlstra's constatering dat er een noodzaak is tot actualisering van de bibliotheekwetgeving, maar wel enkele vragen en kanttekeningen plaatsen bij zijn voorstellen.

Zo geeft de D66-fractie aan het van groot belang te vinden dat de bibliotheek voor iedere Nederlander bereikbaar blijft. De ontwikkeling van het internet en het e-book kunnen daaraan een bijdrage leveren, maar kunnen de fysieke bibliotheek niet vervangen, zo stelt D66. Gemeenten hebben reeds flink moeten bezuinigen op de bibliotheken. De D66-fractie roept de staatssecretaris dan ook op aandachtig te kijken naar de gevolgen van de voorgestelde maatregelen voor het aanbod van bibliotheken in alle Nederlandse gemeenten.

Maatschappelijke functie
De CDA-fractie wijst op de constatering dat de maatschappelijke
functie van het bibliotheekwerk niet is gedefinieerd en dat als gevolg van verscheidenheid in opvattingen de effectiviteit van het bibliotheekstelsel kan worden verzwakt. Het CDA geeft aan dat het de voorkeur geniet om, ook in het licht van de opkomst van de digitale bibliotheek, te komen tot een breed gedragen visie op de maatschappelijke functie van het bibliotheekwerk.  Het CDA vraagt de staatssecretaris of hij ook vindt dat die discussie breder gevoerd moet worden dan tot nu toe is gebeurd en zo ja, of het kabinet kan aangeven op welke wijze de invulling van het begrip 'maatschappelijke functie van het bibliotheekwerk' verder vorm krijgt.

De SP-fractie wijst er op dat in Zijlstra's brief enkele problemen aan de orde komen, zoals lokale bezuinigingen en een te grote verscheidenheid aan opvattingen over de maatschappelijke functie van de openbare bibliotheek, alsmede overheidsmiddelen die worden versnipperd en onvoldoende worden ingezet, en vraagt de staatssecretaris hoe hij deze problemen wil oplossen. De SP vraagt zich af deze problemen niet hun oorsprong vinden in de decentralisatie, waardoor het ministerie van OCW niet kan ingrijpen en bijsturen waar nodig. De fractie wil weten weten hoe de rol van OCW ten aanzien van het bibliotheekstelsel versterkt kan worden.

De PvdA-fractie merkt op dat de staatssecretaris benadrukt dat een
bibliotheek met name gekenmerkt wordt door de ‘functies’, en niet zozeer door de voorziening. In de optiek van de PvdA zet dat de deur open naar een uitholling van de bibliotheek, die in werkelijkheid vaak een fysiek trefpunt met een maatschappelijke functie is, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en informatie kunnen krijgen. Wat vindt de staatssecretaris van deze fysieke voorziening?, zo vraagt de PvdA. Om er de volgende retorische vraag aan toe te voegen: 'Kan er volgens de staatssecretaris een voorleesmiddag voor kinderen plaatsvinden in een digitale bibliotheek?'

De SP wijst er op dat de staatssecretaris stelt dat toegankelijkheid één van de publieke waarden is van een openbare bibliotheek. Deelt de staatssecretaris de mening dat deze toegankelijkheid steeds meer in gevaar komt nu meer bibliotheken hun deuren moeten sluiten? Wat is voor de staatssecretaris de norm van toegankelijkheid en hoe gaat hij er zorg voor dragen dat er een goed landelijk netwerk van bibliotheken blijft bestaan? zo vraagt de SP.

Digitale bibliotheek
D66 vraagt Zijlstra of hij vindt dat de fysieke en digitale bibliotheek als twee aparte organisaties verder kunnen of dat hij vindt dat de digitale bibliotheek verbonden moet zijn aan de fysieke bibliotheekorganisatie. Betekent lidmaatschap van de fysieke bibliotheek ook in de toekomst toegang tot de digitale bibliotheek? zo vraagt D66.

De VVD ziet in een landelijk gecentraliseerd budget mogelijkheden om het budget voor digitale content doelmatiger te besteden, maar wijst er wel op dat dat de digitale bibliotheek en de fysieke bibliotheek geen op zichzelf staande eenheden zijn.

De PvdA-fractie vraagt zich bij het op nationale schaal inkopen van digitale content af of het dan ook nog mogelijk is om digitale content aan te schaffen die slechts in een bepaalde regio gewenst en relevant is.

Het CDA vraagt de mening van de staatssecretaris over de suggestie van de VOB om bindende afspraken te maken tussen Rijk en gemeenten over minimuminvesteringen in de openbare bibliotheek.

De SP vraagt waarom relevante gebieden zoals het leenrecht en
auteursrecht buiten Zijlstra's wetsvoorstel vallen en wanneer de Kamer de verkenning naar leenrecht in het digitale domein kan verwachten.

D66 dringt aan op een snelle juridische regeling voor het uitlenen van e-books door bibliotheken. Is de staatssecretaris bereid hiertoe de Auteurswet aan te passen zodat daarin een leenrecht voor e-books wordt opgenomen? zo vraagt D66.

Het kabinet heeft aangegeven dat een leenvergoeding voor digitale content, vergelijkbaar met die voor fysieke boeken, in strijd is met Europese wetgeving en dat de markt aan zet is in het ontwikkelen van innovatieve bedrijfsmodellen. Maar, zo stelt GroenLinks, de aanschaf van digitale media en de afkoop van rechten of licenties zullen echter landelijk worden uitgevoerd en daarmee rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van het Rijk vallen. GroenLinks hoort graag hoe de staatssecretaris vanuit die verantwoordelijkheid van plan is om te gaan met de positie van auteurs.

Rol van de provincie
De VVD vraagt zich af waarom in de voorstellen van de staatssecretaris de rol van de provincie om een netwerk van bibliotheekvoorzieningen in het oog te houden blijft bestaan, terwijl hij tegelijkertijd de 'bestuurlijke drukte' wil verminderen. Zou de netwerkfunctie van de provincie niet beter bij de bibliotheeksector zelf gelegd kunnen worden? zo vraagt de VVD zich af.

Ook het CDA acht die bestuurlijke drukte groot en stelt de betrokkenheid van de provincie bij voorkeur te zien als een tijdelijke situatie. Totdat alle bibliotheken zijn aangesloten op de digitale bibliotheek hebben de provincies een rol bij de implementatie van de digitale bibliotheek bij de lokale bibliotheekorganisaties, daarna niet meer. De provinciale dienstverlening in het fysieke domein, zoals het interbibliothecair leenverkeer en HRM zou op termijn overgenomen kunnen worden door een van de andere bestuurlagen, dan wel onderling tussen bibliotheken worden geregeld of een taak kunnen worden van het sectorinstituut, zo stelt het CDA.

De SP vraagt of de staatssecretaris mogelijkheden heeft om op lokaal niveau in te grijpen wanneer dat nodig mocht zijn ter bescherming van de publieke waarden en functies van een bibliotheek. Wat zijn precies de verplichtingen van gemeenten ten aanzien van deze functies? Hoe is het toezicht geregeld? Blijft het ministerie eindverantwoordelijk voor het behoud van deze publieke waarden en kernfuncties van de openbare bibliotheek? zo vraagt de SP.


De volledige tekst van alle opmerkingen en vragen is hier te bekijken (pdf).

Het is onduidelijk wanneer Zijlstra zal antwoorden op de door de kamercommissie aan hem voorgelegde vragen.



Print deze pagina

Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie
 

Gerelateerde informatie