HomeNieuwsNieuwsoverzichtBericht
voetnoot
Interbibliothecair leenverkeer: zeer sterke daling sinds 2008
28-05-2014
Het gebruik van het landelijke interbibliothecaire leenverkeer (IBL) door leden van openbare bibliotheken loopt veel sterker terug dan het totale aantal uitleningen.  
Dit blijkt uit een door Johan Stapel van Bibliotheek.nl (BNL) en Leo Hörnig van Hörnig Consultancy in opdracht van BNL gehouden onderzoek naar het IBL. De aanleiding voor het onderzoek is dat de Koninklijke Bibliotheek (waarin BNL wordt opgenomen) eind dit jaar moet onderhandelen over een nieuw contract met OCLC in het kader van de Gemeenschappelijke Informatie-infrastructuur (GII). De vraag is of de landelijke systemen NCC/IBL en VDX waar voor hun geld leveren.

Twee mogelijkheden
Voor landelijk IBL bestaan twee mogelijkheden: via het NCC/IBL-systeem van OCLC en via de dienst ‘Aanvragen’ (met een VDX-systeem) van BNL.
In de periode 2008 t/m 2012 daalde het aantal uitleningen met 18% (van 112,5 miljoen naar 92,3 miljoen). Via het NCC/IBL-systeem werden in 2013 bijna 13.000 aanvragen gedaan, dat is 62% minder dan vijf jaar geleden (toen het er nog 33.800 waren). En via de BNL-dienst Aanvragen was de afname 56% (van 412.000 naar 180.000).

Verbetering nodig
De onderzoekers concluderen onder andere dat het bestaande IBL-proces bedrijfsmatig onderzocht zou moeten worden, met als doel verbetering van doelmatigheid en doeltreffendheid.

Veel verschil bij OBL
Stapel en Hörnig keken ook naar het zogenoemde onderlinge bibliothecaire leenverkeer (OBL): het leenverkeer dat zich binnen één provincie afspeelt. Daar zijn geen meerjarige gebruikerscijfers van beschikbaar, maar op basis van het cijfermateriaal schatten zij het huidige volume op 2 miljoen aanvragen. Bij OBL is er veel verschil tussen provincies die een goed dekkend provinciaal bibliotheeksysteem (integrated library system, ILS) hebben en provincies waar bibliotheken meerdere ILS’en in gebruik hebben.
De eerste categorie bestaat uit Groningen, Drenthe, Flevoland, Utrecht en Zeeland. Hier wordt vrijwel geen gebruik gemaakt van de landelijke BNL-dienst Aanvragen, aangezien de gebruikers alles wat ze nodig hebben kunnen lokaliseren en aanvragen via het provinciale ILS. Bij de andere (meestal grotere) provincies ligt dat anders: daar wordt meer gebruik gemaakt van Aanvragen.

Aanscherping
Conclusie van de onderzoekers is dat de business case van de dienst Aanvragen (VDX-systeem) aanscherping behoeft, daar het slechter presteert dan het OBL.
Andere conclusies zijn dat het ontbreken van uniformiteit in spelregels en tarieven een factor lijkt te zijn voor het onevenwichtige beeld in het OBL.
Verder lijkt er een relatie te liggen tussen een goed werkend collectiebeleid en een goed functionerend IBL.

Aandeel OBL/IBL kleiner
De verwachting was dat de verhouding tussen het aantal lokale uitleningen, het provinciale OBL en het landelijke IBL 90%, 9% respectievelijk 1% zou zijn, maar uit de cijfers blijkt dat het in werkelijkheid 97,5%, 2,25% respectievelijk 0,25% is.

De volledige bevindingen van de onderzoekers (tekstgedeelte en cijfergedeelte, pdf) staan op de BNL-site.  


Print deze pagina

Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie