Vanaf 2016 geldt voor Vlaamse gemeenten niet langer de verplichting een lokale bibliotheek in te richten en in stand te houden. Dit is het gevolg van een nieuw decreet dat de gemeenten meer beleidsvrijheid en verantwoordelijkheid geeft op beleidsgebieden als cultuur, sport, jeugd.
De Vlaamse regering maakt hiermee een einde aan de 'bibliotheekplicht' die steden en gemeenten sinds het Bibliotheekdecreet van 19 juni 1978 hebben.
De Vlaamse overheid draagt nu 130 miljoen euro over aan de gemeenten. Dit bedrag vloeit naar het Gemeentefonds, dat het verdeelt over de gemeenten. Zo'n 84 miljoen daarvan is bedoeld voor culturele bestemmingen, zoals de cultuurcentra en de bibliotheken. Vanaf 2016 kunnen gemeenten dus zelf beslissen waaraan ze het geld uitgeven.
Minister van Cultuur Sven Gatz zegt
in Het Nieuwsblad: 'In principe kunnen gemeenten beslissen om geen bibliotheek meer te organiseren.' De minister denkt echter dat het zo'n vaart niet zal lopen. De Vlaamse overheid neemt zich voor om opvallende verschuivingen in de bestedingen te monitoren. Volgens minister Gatz valt het moeilijk te voorspellen hoe het er over tien jaar uitziet. Nu allerhande mechanismen ontwikkelen om garanties in te bouwen, zou getuigen van groot wantrouwen, aldus Gatz
in de Standaard. 'Als het de verkeerde kant uitgaat, kan er nieuw beleid gemaakt worden om bij te sturen.'
Voorzitter Luc Martens van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (
VVSG) noemt de vrees dat steden en gemeenten hun bibliotheken zullen sluiten nu de bibliotheekplicht wegvalt, 'absoluut onterecht'. Dat zegt hij vandaag
in het programma De Ochtend op Radio 1.
Volgens Martens behoren bibliotheken zo onlosmakelijk tot het 'lokale cultuurlandschap' dat ze een zodanige status hebben opgebouwd dat het politiek niet mogelijk zou zijn om ze af te schaffen. 'Minstens één op de vijf mensen is er lid van, zoiets kan je niet zomaar in de verdomhoek plaatsen,' aldus Martens. Bovendien springen de lokale besturen ook niet op zo een gemakzuchtige manier om met de financiële keuzes die ze maken, zo stelt Martens. Gemeenten beseffen maar al te goed dat een investering in cultuur en in bibliotheken ook een investering is in de toekomst en dat cultuur ook goed kan zijn voor de plaatselijke economie en voor de '
branding' van een stad. Meer samenwerking, bijvoorbeeld in regionale netwerken van bibliotheken, zou volgens Martens echter wel kunnen helpen om krimpende budgetten op te vangen. 'Niet elke bibliotheek hoeft hetzelfde of een identieke inspanning te doen. Nu moet de creativiteit een kans krijgen om met iets minder geld - maar dat geldt voor alle sectoren - een nog beter beleid te ontwikkelen,' aldus Martens.
Volgens
de Standaard ziet Martens de eerstkomende jaren niet veel veranderen. ‘Tot aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen in 2018 liggen de lokale beleidsplannen vast. Die zijn niet zo eenvoudig om te gooien. Daarna zouden er theoretisch gezien verschuivingen kunnen komen. Zelfs zonder verplichting van bovenuit denk ik dat cultuur haar plek perfect kan verantwoorden. Het is al meermaals becijferd dat cultuur een ruime economische return heeft.'
Bruno Vermeeren, coördinator van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie (VVBAD), toont zich
in Het Nieuwsblad bezorgd over de ontwikkeling. ‘We zijn al enkele jaren aan het besparen. Nu de gemeentebudgetten onder druk staan, is de grootste waakzaamheid geboden,' aldus Vermeeren.
De VVBAD
roept mensen op op Facebook en Twitter - gebruikmakend van hashtag
#blijfvanmijnbib - hun bezorgdheid over de toekomst van de openbare bibliotheek in hun stad of gemeente te delen, met een foto of een gedachte.
Schrijver Jeroen Olyslaegers spreekt in
de Morgen zijn afschuw uit over het besluit en noemt het 'sluipmoord.' 'Ik vind het pathetisch dat een overheid de functies niet meer aanbiedt die het zou moeten aanbieden. We leven in een tijd van ontlezing, er wordt veel minder gelezen. Maar dan moet je net een versnelling hoger schakelen, lijkt me,' aldus Olyslaegers.