KB: draagvlakpeiling collectief landelijk bibliotheeksysteem wijst op breed draagvlak
De Koninklijke Bibliotheek (KB) heeft de resultaten bekendgemaakt van de draagvlakpeiling waarmee de afgelopen maanden onderzocht is of er onder bibliotheken voldoende belangstelling bestaat voor de realisering van een collectief landelijk bibliotheeksysteem. De uitkomsten lijken niet in alle gevallen eenduidig te interpreteren en afhankelijk van de interpretatie lijkt niet aan alle voorwaarden voor voortzetting van het traject volledig te zijn voldaan, maar de uitkomsten vormen voor de KB voldoende aanleiding om te concluderen dat een breed draagvlak wordt getoond.
De KB startte een jaar geleden met het traject om te onderzoeken of een collectief landelijk bibliotheeksysteem (CLB) haalbaar en wenselijk is.
In februari van dit jaar werd in een door
M&I/Partners in opdracht van de KB uitgevoerd onderzoek, getiteld
Onderzoek landelijk shared bibliotheeksysteem (pdf), geconcludeerd dat een dergelijk landelijk bibliotheeksysteem voor Nederland ‘technisch, bestuurlijk-organisatorisch en financieel’ haalbaar is, mits ‘bibliotheken bereid zijn processen en functionaliteiten te harmoniseren zodat alle bibliotheken gebruik maken van een “standaard”systeem’. Realisering van een collectief landelijk bibliotheeksysteem heeft volgens de KB alleen kans van slagen als er onder openbare bibliotheken breed draagvlak voor bestaat, reden om middels een zogeheten ‘
draagvlakpeiling’ te inventariseren hoe de openbare bibliotheken tegenover realisering van een dergelijk bibliotheeksysteem staan. De KB spreekt van voldoende draagvlak als tenminste
90% van de bibliotheken meedoen, die samen
70% van de bevolking van Nederland vertegenwoordigen en als er binnen deze groep van deelnemende bibliotheken.
tenminste 4 van de 5 huidige systemen vertegenwoordigd worden.
In het nu gepubliceerde
Dossier Draagvlakpeiling collectief landelijk bibliotheeksysteem (pdf) worden de uitkomsten bekendgemaakt van de inventarisatie waarmee de belangstelling voor deelname aan één landelijk systeem onder alle openbare bibliotheken gepeild is.
De draagvlakpeiling, waaraan door alle 141 bibliotheekorganisaties is meegewerkt, heeft uiteenlopende reacties opgeleverd, die niet altijd makkelijk te interpreteren zijn, zo blijkt uit het rapport. De KB rangschikt ze in categorieën die lopen van ‘ja’ via ‘ja, mits’ naar ‘ja en nee’ tot ‘nee’. Daarnaast is er nog sprake van een ‘blanco antwoord’ (Bibliotheek CultuurPunt Altena) en zijn er enkele gemeenten die geen bibliotheek hebben of waar een bibliotheekvoorziening bestaat die buiten het stelsel valt (zoals de Karmac-bibliotheken in Buren, Lopik en de gemeente Waterland)
Een aantal bibliotheken gaf aan ja te zeggen, mits is voldaan aan enkele voorwaarden, naar de opsteller ervan, Chris Wiersma (directeur denieuwebibliotheek), de ‘Wiersma-clausules’ genoemd. Deze bibliotheken worden in het rapport in de categorie ‘ja, mits’ ondergebracht. Een andere groep, de Gelderse bibliotheken die zich verenigd hebben in het zogeheten
Sambis-verband, heeft een standpunt afgegeven dat volgens de KB lastig te interpreteren is. In het rapport wordt deze groep aangeduid als de ‘ja en nee’-categorie (maar men zou hun reactie ook kunnen interpreteren als ‘ja noch nee’). Het gaat hierbij om 18 bibliotheekorganisaties met gezamenlijk zo’n 1,5 miljoen inwoners.
Van de 141 bibliotheekorganisaties gaven 35 Bibliotheken (25%) een ongeclausuleerd ‘ja’ af. Als de Sambis-groep als ‘ja’ wordt geteld scharen 56 bibliotheken zich achter de Wiersma- clausules. 40 organisaties (28%) hanteren andere clausules, anders geformuleerde clausules of aanvullende clausules op de Wiersma-lijst. Gezamenlijk vertegenwoordigen de ‘ja’- en ‘ja mits’- categorieën dan 93% van de bibliotheekorganisaties, waarvan 68% deelname verbindt aan bepaalde voorwaarden.. Als de Sambis-reactie als een ‘nee’ geïnterpreteerd wordt, vertegenwoordigen beide categorieën 80% van alle bibliotheekorganisaties, waarmee het percentage uitkomt onder de initieel door de KB geformuleerde voorwaarde (= 90%) om te kunnen spreken van een ‘breed draagvlak’.
Negen bibliotheekorganisaties hebben nee gezegd tegen een collectief landelijk bibliotheeksysteem. Het gaat dan om Biblionet Drenthe, de bibliotheken Assen, Emmen en Hoogeveen (die gezamenlijk alle gemeenten in Drenthe bedienen), Bibliotheek Rotterdam, de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA), Bibliotheek Velsen, Bieb voor de Zaanstreek en Bibliotheek Waterland. Gezamenlijk vertegenwoordigen deze nee-stemmers 6% van alle bibliotheekorganisaties en 14% van de bevolking.
In alle gevallen wordt voldaan aan de door de KB gestelde voorwaarde dat met een collectief landelijk bibliotheeksysteem 70% van de bevolking moet worden bediend. Ook aan de voorwaarde dat tenminste vier van de vijf huidige bibliotheeksystemen vertegenwoordigd moeten zijn, wordt voldaan.
De KB stelt concluderend dat een breed draagvlak wordt getoond. ‘De antwoorden van bibliotheken getuigen van de betrokkenheid bij dit onderwerp en geven tegelijkertijd aan dat er nuances zijn tussen “ja”, “ja, mits”, “ja en nee”, en “nee”. Er zal een blijvende dialoog nodig zijn om in gezamenlijkheid díe nuances te vinden waarmee het draagvlak behouden blijft,’ aldus het rapport.
De KB voegt daar in een
bericht op haar website aan toe: ‘De voorwaarden die gesteld zijn in de vele "ja, mits"-reacties maken bezinning en nader overleg noodzakelijk. Dat overleg maakt deel uit van het vervolgproces, waarin vooral ook bestuur & beheer (governance) en financiering worden onderzocht. De Koninklijke Bibliotheek zal hier de komende weken het voortouw in nemen.’
In de inleiding bij het rapport stelt de KB overigens nog: ‘Als er daadwerkelijk een collectief landelijk bibliotheeksysteem komt, zal de KB zich vanuit haar verantwoordelijkheid voor de met rijksmiddelen bekostigde LDI, vooral richten op dit systeem. Dat betekent dat vernieuwingen eerder beschikbaar komen voor deelnemers aan het collectieve systeem en dat koppelingen met andere systemen niet meer actief zullen worden ondersteund. Dat andere systemen niet meer actief worden ondersteund, betekent niet dat andere systemen niet meer gekoppeld kunnen worden. Het betekent dat er standaard koppelvlakken beschikbaar zullen zijn waar overige systemen mee kunnen werken. Dit kan leiden tot meerkosten bij deze systemen.’