De Auteursbond heeft er bij de leden van de vaste Tweede Kamercommissie voor cultuur voor gepleit dat scholen leenrechtvergoedingen moeten gaan afdragen voor boeken die via schoolbibliotheken worden geleend.
De Auteursbond zou op de maatregel hebben aangedrongen in een ‘position paper’ die begin deze maand naar de Kamer is gestuurd. De Auteursbond hoopte dat het leenrecht afgelopen maandag in de Kamercommissie voor cultuur aan de orde zou komen tijdens de behandeling van de cultuurbegroting, maar dat is niet gebeurd,
zo bericht Boekblad (inlog vereist). Het
Reformatorisch Dagblad maakt melding van een gezamenlijke oproep van Stichting Leenrecht en de Auteursbond.
Scholen zijn, anders dan bibliotheken, die een tarief van ongeveer € 0,13 per uitlening betalen, nu nog
vrijgesteld van het betalen van leenrechtvergoedingen. Afgelopen zomer verscheen het in opdracht van het ministerie van OCW uitgevoerde
onderzoek naar de ontwikkeling van de afdracht van leenrechtvergoedingen in de periode 2006-2015. In dit onderzoek werd onder andere geconstateerd dat van de daling van leenrechtplichtige uitleningen van jeugdboeken over de onderzochte periode een aantal van circa 10 miljoen is toe te schrijven aan het ontstaan van bibliotheken op school. De Auteursbond wil met zijn voorstel bewerkstelligen dat schrijvers van met name kinderboeken worden gecompenseerd voor de daling van hun inkomsten uit leenrecht waarmee ze de laatste jaren te maken kregen.
Voor het invoeren van een leenrechtvergoeding voor het onderwijs zou een wetswijziging nodig zijn. Juriste Janne Rijkers van de Auteursbond zegt in
Boekblad dat er in overleg met ambtenaren van het ministerie van OCW is gezocht naar een oplossing voor de inkomstendaling uit het leenrecht als gevolg van de opkomst van de Bibliotheek
op school. ‘Het opheffen van de vrijstelling voor onderwijs is dan het makkelijkst. Deze vrijstelling was destijds ook helemaal niet bedoeld voor schoolbibliotheken op deze schaal. De Tweede Kamer voerde deze in omdat een heffing op toegang tot wetenschappelijke literatuur niet doelmatig zou zijn. Dat was toen geen probleem: in 1995 waren scholen en universiteiten goed voor 3,5 % van alle uitleningen. Maar dat is het nu wel. (...) Wij beseffen heel goed dat niet alle scholen registratiesystemen hebben. Maar de Bibliotheek
op school is zo'n goed uitgewerkt programma. Er wordt precies berekend dat er per leerling een bepaald aantal boeken en een bepaald aantal titels aanwezig moeten zijn. Met die cijfers moet het mogelijk zijn om voor een goede compensatie voor auteurs te zorgen. Met de wetswijziging zal het dus niet meteen geregeld zijn,’ aldus Rijkers.