HomeNieuwsNieuwsoverzichtBericht
voetnoot
Sjaak Driessen: ‘Verschil van opvattingen moet je koesteren’
Eimer Wieldraaijer
22-11-2018
Op 1 oktober 1984 kwam Sjaak Driessen in dienst bij de Bibliotheek Wageningen. Op 1 december 2018 zet hij er een punt achter. Waar de directeur van de bblthk het meest trots op is? Dat zijn collega's hem bij zijn 65ste verjaardag een kaart aanboden met de tekst: 'Je bent gewóón achttien geworden met 47 jaar extra ervaring'. 
Sjaak Driessen: ‘Verschil van opvattingen moet je koesteren’
‘Voordat ik naar Wageningen kwam heb ik gewerkt bij de Bibliotheek Deurne en het Onderwijskundig Centrum Helmond. Het publieke domein heeft mij altijd razend geïnteresseerd. Dat is voor mij steeds de drive geweest. Lokale politiek, en wat deze kan betekenen voor iemands omgeving, dat boeit me mateloos. In die zin ben ik ook altijd actief geweest. Politiek gezien nooit aan het front, maar wel in de achterhoede. Gezondheidszorg hoort volgens mij ook bij het publieke domein. Dat mag geen particulier bezit zijn. Daarom heb ik er, in de plaats waar ik toen woonde, tegen alle stromen in voor gezorgd dat er een derde huisarts kwam. Dan stuit je op de gevestigde orde in zo’n gemeente, die de belangen van de zittende huisartsen wil beschermen. Nou, daar ben ik niet van. Dan kijk ik heel serieus welke mogelijkheden er zijn om mijn doel te bereiken. Zo heb ik sollicitatiegesprekken gevoerd met vijf kandidaten voor die dokterspost. In die periode kreeg ik de burgemeester aan huis. Hij vroeg me: “Waar ben jij mee bezig?” Ik heb hem uitgelegd dat hij zich hier ook mee bezig hoorde te houden en niet met het verdedigen van de gevestigde belangen.’

Ambiguïteit
Dan moet het Driessen pijn doen dat het publieke domein, niet in het minst vanwege de voortschrijdende marktwerking op diverse terreinen, de laatste jaren zoveel terrein heeft prijsgegeven. ‘Dat klopt. Het publieke domein is niet meer expliciet geagendeerd. En de bibliotheken hebben daar een handje aan mee geholpen. Vanaf de decentralisatie in 1984, toen er forse slagen vielen, wisten wij met z’n allen dat de financiering van de sector anders zou gaan, maar in het DNA van de bibliotheken heeft dat nooit tot een modificatie geleid. Als branche hebben we die omslag nooit echt geaccepteerd. Dat zie je tot op heden terug in de ambiguïteit bij de KB en de VOB. Als je hun koers volgt, word je heen en weer geslingerd tussen landelijk en lokaal. Terwijl de focus hoort te liggen op het feit dat we het publieke domein lokaal moeten invullen, in de goede betekenis van het woord. De KB heb je enkel nodig als backbone. Waar de VOB voor staat, weet ik niet eens. Persoonlijk zou ik de oude WOB terug willen, de werkgeversclub. Dat is veel duidelijker dan wat de VOB nu is. Kijk, in Wageningen vinden we het ook prachtig wat we met de digitalisering allemaal kunnen doen, maar het is niet leidend. Den Haag is niet leidend. Wageningen is leidend, met alle kennis en kunde die we hebben en in huis halen om het bibliotheekwerk hier lokaal inhoud te geven.’

Vluchten
Er wordt nog steeds te veel nadruk gelegd op het landelijk niveau? ‘Ik zeg het vaak gekscherend, maar ik bedoel het serieus: landelijk wordt het bibliotheekwerk, zowel bij de KB als de VOB, al snel politiek. Wat er zou moeten gebeuren, is dat je het bibliotheekwerk politiseert. Dat is heel iets anders. Daarmee bedoel ik dat je aan de politiek, ofwel de lokale volksvertegenwoordigers, laat zien wat de betekenis is van de bibliotheek zoals die op deze plek staat en functioneert. Ik ga geen politiek bedrijven met de politiek. Daar is de politiek voor. De consequentie van de huidige praktijk is dat je landelijk veel bloedarmoede hebt als het gaat om de inhoud. Dan krijg je geknutsel als design thinking, wat de KB nu in navolging van enkele provincies oppakt. Denken doe je toch al vanaf je zesde jaar? Ook in termen van design. Het is allemaal vluchten, vluchten, vluchten. Wegvluchten van de inhoud.'

Halffabricaat
'Niettemin ben ik blij dat de KB de stelseltaken van het SIOB heeft overgenomen. Dat schept duidelijkheid. Alleen moeten ze niet gaan knutselen. Noch bij design thinking, noch bij iets als projecten voor nul- tot zesjarigen. Dan denk ik: dim een beetje. Als een heerlijk conservatieve organisatie zich op deze manier manifesteert, zit er een behoorlijke kloof tussen imago en zelfbeeld. Van de dingen die de KB op digitaal gebied aanbiedt, maak je gebruik. Ook ik. Of dat dingen zijn waar ik in Wageningen op zit te wachten? In het geval van de WAAS wel, maar dat is een heel gevecht geweest. We moesten aanvankelijk immers allemaal de landelijke huisstijl omarmen en doorvoeren. Niets dodelijkers dan een landelijke huisstijl, vanuit de context dat je lokaal het publieke domein moet invullen met een instituut als de bibliotheek. Gelukkig heeft de KB ingezien dat zij geen in beton gegoten eindproduct moet leveren, maar een halffabricaat dat je lokaal naar eigen smaak kunt afbakken. Je gelooft toch niet dat de OBA overgaat op de landelijke huisstijl? Je gelooft toch evenmin dat de bblthk overstapt op de landelijke huisstijl? Het imago-onderzoek dat men heeft gedaan, heeft ook niets met de landelijke huisstijl te maken, maar alles met de activiteiten van de bibliotheek, die kennelijk op het netvlies staan van de zesduizend mensen die hebben deelgenomen aan dat onderzoek. Dat vind ik eerlijk gezegd wel leuk, want voor mij is het een extra bevestiging van de prioriteit van de lokale setting van de bibliotheek in het publieke domein.’

Gehoorzaal
‘In dat opzicht spreekt ook de visie van de schrijfster Hilary Mantel, die dit jaar de Van der Leeuw-lezing verzorgde, mij zeer aan. Haar standpunt komt hierop neer: omdat ik niet kan lezen, ben jij mijn boek. Ik ben een kind dat niet kan lezen, en dus lees jij mij voor. Hetzelfde geldt voor de lezing, die de filosoof Gijs van Oenen in deze bibliotheek gaf over de paradoxale gevolgen van democratie. Omdat ik daar weinig verstand van heb, ben jij degene die mij daarover iets vertelt. Zo’n metafoor kun je, in allerlei variaties, loslaten op de bibliotheek. Het gaat niet om boeken, het gaat niet om digitaal, het gaat om inhoud. En dit is niet nieuw, dit is zo oud als de bibliotheek. Meer dan honderd jaar geleden had je bij een goed geoutilleerde bibliotheek al een gehoorzaal.’

Innovatie
Hechten we te veel waarde aan innovatie? ‘De term innovatie heb ik verboden. Waarom? Ik breng voort… De term innovatie betekent verwijdering. Op het moment dat iemand tegen mij begint over innovatie, deins ik terug. En het team hier met mij. Omdat innovatie niet aansluit op ons DNA. Wil je daarin iets modificeren, dan heb je het niet over innoveren, maar over: wij brengen voort, wij bouwen op een basis.’
Is innovatie een uiting van onzekerheid, niet meer weten waar je voor staat? ‘Een gebrek aan leiderschap, en net wat je zegt: een uiting van onzekerheid. Dingen niet durven duiden. Natuurlijk veranderen ook wij in Wageningen. We passen dingen aan, gebruiken nieuwe opties die zich aandienen, maar de kern van wat we doen blijft ongewijzigd.’

Verdeeldheid
In het verleden woonde Driessen regelmatig de algemene ledenvergaderingen van de VOB bij. Even frequent stond hij achter de microfoon om zijn zegje te doen. De laatste tijd nam hij niet meer de moeite om aanwezig te zijn. Ziet hij het nut er niet meer van in? ‘Ik laat me informeren door informanten over wat daar gebeurt, dus ik ben wel degelijk op de hoogte. Wat dat betreft, ben ik een alleseter. Maar om je vraag te beantwoorden: ik zie de VOB als een politieke organisatie. En dat begon aan mij te knagen. Ik heb nog deelgenomen aan de strategiecommissie. Daar zag ik: je kon bedenken wat je wilde, maar het kwam niet verder. Vaak wordt dan als reden genoemd: er is verdeeldheid in de branche. Dat is een verkeerd uitgangspunt. Er is geen verdeeldheid in de branche. Integendeel, de branche is een club bestaande uit tig verschillende bibliotheken die een bandbreedte vertegenwoordigen van A tot Z. Als je dat typeert als verdeeldheid, leg je er de nadruk op dat niet iedereen hetzelfde doet en denkt, terwijl je eraan voorbijgaat dat die verschillen juist de neerslag zijn van het lokaal handelen in de afgelopen dertig jaar. Kortom, je moet het paradigma omdraaien. Er is geen verdeeldheid, er is een rijk geschakeerd bibliotheeklandschap. En ja, er is een flink verschil van opvattingen, maar die moet je koesteren en niet proberen om te smeden tot een eenheid die resulteert in de grootste gemene deler. De voorzitter van de branche hoeft in mijn ogen ook niet langer een bobo te zijn. Dat is oud denken. Denken uit de regententijd, toen alles politiek was binnen de vereniging. Je hebt een directeur met ballen nodig. Iemand met visie, iemand die de verschillen koestert en die ervoor zorgt dat kan landen wat voor de branche van belang is.’

Klant
‘Ik heb een streep gezet onder het actief deelnemen aan ledenvergaderingen toen ik een pleidooi hield om het begrip “klant” niet langer te gebruiken, maar in plaats daarvan “burger” of “gebruiker”. We zijn immers geen winkel waar spullen verkocht worden, wij dienen het publieke domein, en dan heb je te maken met mensen, met burgers, met gebruikers, en niet met klanten. Toen ik daarom werd afgezeken dacht ik: als dit het intellect is dat mij zou moeten voeden als het gaat om het belang van het instituut bibliotheek, dan haak ik nu af. Ook bij de KB heb ik dit onderwerp aangekaart. Men zou erover nadenken, kreeg ik te horen, maar tot op heden is het stil gebleven. Dat zegt iets over het denken over de bibliotheek. Hetzelfde geldt voor een thema als marketing. De grootste fopspeen die er is. Een geweldige vluchtheuvel voor al die mensen in de branche die niets anders te doen hebben, niet creatief genoeg zijn om de publieke zaak te dienen of geen visie hebben op de bibliotheek. Retailtechnieken? Idem dito. Ik heb wel eens gezegd: stop in elk boek een euro, dan vliegen ze de deur uit.’

Denkniveau
Hoe valt de teleurstelling in de landelijke ondersteuning weg te nemen? Wat moet er gebeuren, dat Driessen zegt: ja, nu heb ik iets aan de bovenlokale partijen? ‘Ik slaap er niet slecht van, hoor, maar hoe elitair het ook klinkt: ik mis binnen de branche een bepaald denkniveau om dingen, ook richting de politiek, te agenderen. We stellen ons te volgzaam op. Is er iemand binnen de branche die door de beleidsmakers in het land wordt uitgenodigd om een inhoudelijk verhaal te komen vertellen over het fenomeen bibliotheek in het huidige tijdsgewricht? Iemand met een visie op de bibliotheek in het publieke domein, dat steeds kleiner wordt? Er is toch geen intellect binnen de branche? Ik ken in de branche geen enkele scherpschutter die het hooghangend fruit weet te raken. Het is armoede. Een voorbeeld. Het is treurig dat wij leescoaches hebben in het basisonderwijs. Dat is bedroevend. Begrijp me goed: alles wat er gebeurt op het gebied van taalontwikkeling en mensen toerusten om zich te ontwikkelen in deze samenleving juich ik toe, maar kunnen we dat geld voor leescoaches niet beter aan het onderwijs geven?’

Zelfopgelegd
De laatste tijd staat de maatschappelijke bibliotheek, de belevenisbibliotheek of hoe je deze ook noemt volop in de schijnwerpers, maar in Wageningen wordt het concept al jarenlang vormgegeven. ‘Schrijf maar op: we staan hier al veertien jaar met beide poten in het sociaal domein. Niet vrijblijvend, maar zelfopgelegd. Niet omdat we ons daar op laten voorstaan, maar omdat het onder de radar van de bibliotheek hoort te vallen. Op de keper beschouwd is dit concept overal nageaapt. We organiseren al 32 jaar het slotdebat bij verkiezingen. Over ontmoeting en debat gesproken… Als bibliotheek zijn we naar meer openheid gegaan. Wij hebben er nooit te koop mee gelopen, maar wij waren ook de eerste bibliotheek in Nederland die in 1997, samen met Oss, haar hele handel op internet zette. Nu, zoveel jaar na dato, praten we in de branche nog steeds over een systeem om thuis dingen te kunnen reserveren…’

Verbinden
‘Wat niet is gelukt? Jongeren krijg je niet aan het lezen. Je kunt verzinnen wat je wilt, maar dat lukt je niet. Dat wil niet zeggen dat je, bij wijze van experiment, geen dingen kunt doen die appelleren aan jongeren. Dan moet je denken aan activiteiten die jongeren aanspreken, zoals een popconcert of een door hen zelf georganiseerd debat. Wat je daarmee en passant doet, is verbinden. In deze bibliotheek loopt iedereen door elkaar heen, de Wageninger en de niet-Wageninger, de hoger opgeleide en de minder opgeleide, de oudere en de jongere, de rijke en de arme. Dat moet je cultiveren, want er zijn weinig plekken in de samenleving waar je de door het SCP en CBS geconstateerde segregatie niet aantreft. De bibliotheek is in feite een van de weinige uitzonderingen.’

Activistisch
De Amerikaanse hoogleraar David Lankes is van mening dat de bibliotheek haar mantel van neutraliteit moet afleggen. Hij pleit voor de activistische bibliothecaris die stelling neemt in belangrijke maatschappelijke kwesties. ‘Ik neem stelling in de zin dat je veelkleurige opvattingen mobiliseert. Dat is iets anders dan partij kiezen. Hier in de bibliotheek mag je liegen en de waarheid spreken. Als je de lijn van Lankes volgt, is het publieke domein geen publiek domein meer. De bibliotheek is een vrijplaats. Dat geldt ook voor de boeken en andere media die hier staan. De bibliotheek is een vrije ruimte, en die is niet van jou als bibliothecaris. Als bibliothecaris breng je opvattingen bij elkaar om deze en public uit te vergroten. Volgens Lankes zou ik boeken moeten uitkiezen die passen bij de activistische opvattingen van de bibliotheek. Toegegeven: ook de keuze van de onderwerpen die wij in de bibliotheek behandelen is niet waardevrij, maar we zorgen er wel voor dat we verschillende opvattingen naast elkaar zetten. De publieke vrije ruimte vind ik een ongelooflijk groot goed. Volg je de visie van Lankes, dan duw je jezelf naar de rand. Je kunt zodoende het feit dat je partij kunt kiezen op termijn om zeep helpen. Scherp gesteld kun je zelfs afdrijven naar: hier is slechts één opvatting geldig vanwege mijn activistische opstelling die de pluriformiteit koestert noch activeert. Als branche zouden we Lankes hierover het vuur aan de schenen moeten leggen, maar dat heb ik nergens kunnen lezen. Ook dat bedoel ik met intellectuele armoede, want wat doen we? We draven als een geile hond achter Lankes aan.’

Library School
Hoe kijkt hij aan tegen de discussie over de wenselijkheid van een nieuwe bibliotheekopleiding? ‘Als we in deze bibliotheek een vacature hadden, zocht ik vooral naar mensen die nieuwsgierig zijn. Mensen met een brede scoop. Dat zijn voor mij voorwaarden voor het werken in een bibliotheek. In welke functie dan ook. Er is bij ons geen scheiding tussen front-office en back-office. Mensen die op de vloer staan programmeren ook inhoudelijk mee. Of ik het armoedig vind dat we als branche geen volwaardige bibliotheekopleiding meer hebben? Ik zat in de groep die meedacht over de Library School. Voor mij was het een goede voedingsbodem om breed ontwikkelde mensen op te leiden en te vormen voor dit vak. Het initiatief heeft echter geen vervolg gekregen vanwege kinnesinne - het idee kwam niet van de VOB – en vanwege een gebrek aan intellectuele verbeelding. Misschien was de Library School wel te abstract en te filosofisch, maar we hadden het toch in een andere vorm kunnen kneden? Alleen moet je wel weten wat je wilt kneden.’

High touch
Waar kijkt hij na 34 jaar Wageningen met het meeste plezier op terug? ‘Ik ben er nog steeds blij mee wat hier staat aan concept. Het staat er al veertien jaar, maar is tijdloos. Achttien jaar geleden heb ik op de Online Conferentie een verhaal gehouden met als insteek: een high tech-samenleving vraagt om een high touch. Dat is wat je hier ziet. Je moet niks, je hoeft niks. Als ik ’s zondags hier iets kom halen, ga ik soms in mijn eentje op de tribunetrap zitten. Gewoon even voor me uit staren en denken: dit is en blijft de moeite waard.’

Zzp’er
Heeft hij moeite de bibliotheek straks los te laten? ‘Nee joh, ik verheug me erop. Dit is niet mijn kindje, dit is van de stad. Ik zal mijn opvolger Manja Mekking waar mogelijk “optillen”, maar ik zal haar niet voor de voeten lopen. Ik kan ervan genieten als ik zie wat de medewerkers hier allemaal doen. Wat ik zelf ga doen, weet ik nog niet. Ik zal in een zwart gat donderen, voorspellen sommigen. Dat wil ik dan wel eens meemaken. Ik zal de boeken gaan lezen waaraan ik niet ben toegekomen. Wat ik in ieder geval niet zal doen, is ergens weer als interim-directeur of projectleider opduiken. Dat moest verboden worden. Het zijn ook vaak gemankeerde figuren die dat doen. Kijk naar de certificering. Dat daar mensen in zitten die uit de branche afkomstig zijn, is toch ongeloofwaardig? Voor de gein zeg ik wel eens: “Ik word zzp’er”. “Ben je dan niet bang dat je zult verzuipen in het werk?” vragen mensen soms. “Maak je geen zorgen,” antwoord ik dan: “Mijn tarief zal zo hoog zijn dat niemand mij durft te vragen”. Weg is weg. Geef anderen de ruimte.’

Jiskefet
‘Zoals je intussen zult begrijpen, ben ik best trots op de bibliotheek die er in Wageningen staat. We hebben alle stormen doorstaan. Sterker: we zijn er beter door geworden. Daar kan geen commissie-Meijer, geen bibliotheekwet en geen VOB tegenop. Deze branche heeft torenhoge stapels aan beleidsstukken geproduceerd, maar kijk je naar het essentiële verhaal over de bibliotheek, dan zoek je tevergeefs. Dan dwalen mijn gedachten af naar de Jiskefetserie Debiteuren Crediteuren, waarin de ambtenaar Edgar zijn bureaula opentrekt, een konijntje tevoorschijn tovert en tegen collega Jos zegt: “Dat hebben we toch maar mooi gedaan, hè”. Wie staat er in bibliotheekland nog voor de inhoud? Wie is nog een boegbeeld van deze branche?
Daarmee zeg ik niet dat ik alles zo goed weet. Ik wil niet zelfgenoegzaam overkomen, want ik ben nooit tevreden. Net als voor de democratie geldt voor de bibliotheek: die is er vandaag, maar morgen moet je die opnieuw waarmaken. En wel als instituut dat onmisbaar is voor het publieke domein.’

Tekst en foto: Eimer Wieldraaijer

Dit artikel verscheen ook in Bibliotheekblad nr 9, 2018.
Zie ook de Peiling.


Print deze pagina

Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie