De KB startte eind juli 2017, in vervolg op een
haalbaarheidsonderzoek door M&I/Partners, een
draagvlakpeiling om inzicht te krijgen in de belangstelling onder bibliotheken voor deelname aan een collectief landelijk bibliotheeksysteem. Begin november 2017 maakte de KB de resultaten van deze draagvlakpeiling bekend en concludeerde op grond daarvan dat er sprake is van een '
breed draagvlak'.
In vervolg op de draagvlakpeiling is de KB aan de slag gegaan met het nader uitzoeken van een aantal kwesties rond de
governance en financiering, waaronder het laten uitvoeren van een zogeheten
second opinion met betrekking tot de project- en migratiekosten, onder andere ook in verband met een risicoanalyse. Bibliotheken die meededen aan de draagvlakpeiling gaven aan dat de kosten een van de doorslaggevende factoren is.
Uit de
second opinion (pdf) van
Verdonck, Klooster en Associates (VKA) blijkt nu dus dat de project- en migratiekosten uit kunnen komen op 10,4 miljoen euro. De KB zegt daarover in een
bericht op haar website: ‘In een eerder onderzoek is door M&I en partners een eerste inschatting gemaakt van de project- en migratiekosten. Deze berekening lag lager dan 10,4 miljoen. Dat komt doordat de opzet anders was. In de second opinion is niet gevraagd wat het verwachte bedrag was aan project- en migratiekosten, maar wat het maximale bedrag zou kunnen zijn als alle risico’s optreden.’
De KB refereert hierbij aan het
in juni 2017 door M&I gepubliceerde
kostenonderzoek (pdf), waarin de migratiekosten werden begroot op tussen de 4 en 6 miljoen euro. Deze initiële schatting van de migratiekosten gaat uit van totaal 156 bibliotheken tegen gemiddeld circa 38 duizend euro migratiekosten per bibliotheek. De berekening van VKA gaat uit van 133 bibliotheken, het aantal dat volgens VKA ‘op basis van nieuwe informatie’ mee zou doen.
Het VKA-rapport is overigens ook aan de orde geweest tijdens de
KB/OB-directeurenbijeenkomst van 20 november, waarbij Marc van den Berg, hoofd sector Innovatie & ICT, CIO bij de KB, een stand van zaken gaf van de marktverkenning Collectief Landelijk Bibliotheeksysteem. Bij die gelegenheid bleek uit zijn
presentatie (pdf) dat er voor wat betreft het verdelen van de verantwoordelijkheid bij de financiering en het eigenaarschap van het CLB voor de KB verschuivingen zullen plaatsvinden: ‘van eigenaarschap naar regie’, ‘van centraal naar gezamenlijk’ en ‘van “trekker” naar partner’. Uit de presentatie blijkt verder dat de zogeheten
Request for information (RFI), ofwel de marktconsultatie die plaatsvond van augustus tot november 2018, zeven reacties van leveranciers heeft opgeleverd. De volgende fase in het proces behelst het opzetten en uitwerken van een zogeheten ketenbusinesscase, die twee vragen moet beantwoorden: wat zijn de beoogde voor- en nadelen voor de keten en hoe worden de beoogde voor- en nadelen verdeeld over de ketenpartners? Rond mei 2019 zou er dan een besluit genomen moeten worden over de vervolgaanpak.