Vervolg Visiedocument: Pragmatische aanpak Open Index via GGC; overleg met OCLC nodig over open standaarden
Voor een nieuw ontwerp van een gemeenschappelijke informatie-infrastructuur is verder overleg met OCLC een belangrijke stap. Het is noodzakelijk om de gemeenschappelijke infrastructuur te koppelen aan diensten die door de Nederlandse bibliotheken gebruikt worden. Daarvoor is het van belang te bepalen welke componenten van die infrastructuur voor welke doelgroepen kunnen worden ingezet. In de vernieuwde Gemeenschappelijke Informatie-Infrastructuur (GII) moet het mogelijk zijn diensten van andere leveranciers dan OCLC te koppelen. De Nederlandse metadata-database GGC (het gemeenschappelijke catalogiseersysteem, waarvan OCLC de eigenaar is - wk) sluit al goed aan bij het internationale WorldCat (eveneens van OCLC), maar moet ook het gebruik van bijvoorbeeld backoffice-functionaliteiten en ´discovery layers´ van andere leveranciers faciliteren. Met OCLC moet daarom verder worden gesproken over het aanbieden van WorldCat-diensten aan Nederlandse bibliotheken en het gebruik van open en internationale standaarden ten behoeve van de aansluiting op diensten van andere aanbieders
Dat zegt de Stuurgroep Consortium Gemeenschappelijke Informatie-Infrastructuur (GII) in een notitie
Vernieuwing van de Gemeenschappelijke Infrastructuur – Het Vervolg.
Bibliotheekblad kreeg deze notitie van de voorzitter van de GII-Stuurgroep, Bas Savenije (directeur Koninklijke Bibliotheek). De notitie is het vervolg op een in het najaar van 2010 door de Stuurgroep gepubliceerd Visiedocument. Daarin staat dat het wenselijk is dat alle publiek toegankelijke bibliotheken (dus openbare bibliotheken, universiteitsbibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek en eventueel andere bibliotheektypen) één centrale toegang tot al hun collecties (titels en content) realiseren.
Kritiek openbare bibliotheekbranche
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB), de Plusbibliotheken, de Stichting Bibliotheek.nl en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) lieten in december 2010 in een brief aan de Stuurgroep weten bezwaren te hebben tegen het Visiedocument. Ze schreven o.a.: ´Cruciaal in de uitvoering is dat de visie van het GII-consortium één op één aansluit op de Nationale Bibliotheek Catalogus (NBC). De OB-sector ontwikkelt op dit moment de Nationale Bibliotheek Catalogus met een Open Index die het mogelijk maakt om een koppeling te leggen tussen allerlei bronnen.´ En: ´Het ontwikkelen van meerdere indexen, zoals u dat stelt in het visiedocument, lijkt ons geen logische stap, gezien de mogelijkheden die de NBC en de Open Index bieden.´ En: ´Wij zijn van mening dat gekozen moet worden voor gezamenlijke ontwikkeling of voor een eigen ontwikkeling, maar niet voor beide.´
In de brief stond ook dat er geen
vendor lock-in moet optreden en dat de Nederlandse openbare bibliotheken voldoende invloed moeten kunnen uitoefenen om de indexen in de toekomst snel en slagvaardig te kunnen doorontwikkelen met allerhande bronnen.
Verder wilden de briefschrijvers uitwerking van het punt van eigenaarschap en gebruikersrecht van/op de infrastructurele componenten. Ook wilden ze verlaging van de exploitatielasten, gezien de bezuinigingen in het openbare bibliotheekwerk.
De brief noemde het wenselijk dat er één door OCW aan te wijzen regisseur komt, die de integrale doelstelling van de GII in zijn pakket heeft en die het gehele bibliotheekveld (openbare bibliotheken, universiteitsbibliotheken en Koninklijke Bibliotheek) dekt.
UB’en haken af
In maart werd bekend dat de universiteitsbibliotheken (UB’en) niet meedoen aan de NBC en dat Koninklijke Bibliotheek (KB) en Bibliotheek.nl alleen verder willen. Zie
het bericht hierover op de site van
Bibliotheekblad.
Bas Savenije meldde afgelopen maanden desgevraagd enkele malen dat de GII-Stuurgroep (waarin VOB en Plusbibliotheken overigens ook zelf vertegenwoordigd zijn) bezig is alle reacties op het Visiedocument te verzamelen en dan met een vervolgnotitie zal komen. Die notitie is nu dus verschenen. De notitie is tevens een antwoord op de decemberbrief van de vier genoemde instellingen uit de openbare bibliotheekwereld.
Verschillende meningen
Uit het stuk blijkt dat gezocht wordt naar een oplossing die alle partijen kan bevredigen.
De notitie zegt: ´Uit alle ontvangen reacties komt nadrukkelijk naar voren dat het voornemen tot intensivering van de onderlinge samenwerking en samenhang gesteund wordt en dat partijen bereid zijn samen- of mee te werken aan een infrastructuur die toegang biedt tot de Nederlandse bibliotheekcollecties. Over de wijze waarop dit dient te geschieden verschillen partijen echter van mening.´
De notitie meldt vervolgens: ´Ook verder laten de reacties een gemengd beeld zien: naast uitgesproken reserves bij UKB (het samenwerkingsverband van UB’en en KB – wk) om in een totale gemeenschappelijke infrastructuur te voorzien, spreekt de OB-branche zich juist uit voor één digitale klantgerichte Nederlandse bibliotheek die er met spoed moet komen. Hierbij is het voor deze branche van groot belang dat de visie van de Stuurgroep voor die ene toegang aansluit op de NBC die op dit moment wordt uitgewerkt. De OB-sector vraagt partijen om over de eigen traditionele grenzen heen te kijken naar de nieuwe infrastructuuronderdelen die momenteel ontwikkeld worden.´
De notitie merkt ook op dat de focus van de samenwerking en dus van de gewenste infrastructuur voor de UB’en op het terrein van de backoffice ligt en op een digitale bibliotheek in internationale context.
OCLC: in breder verband kijken
In de notitie staat dat OCLC de doelstelling om toe te werken naar één digitale Nederlandse bibliotheek onderschrijft en ondersteunt. ´Een aparte toegang tot een nationale collectie voor gebruikers in Nederland kan hierbij een goed ankerpunt zijn, mits deze geplaatst wordt in het bredere verband van de gespecialiseerde digitale bibliotheek en de wereldwijde digitale bibliotheek.´
De Stuurgroep onderschrijft de wens van OCLC, UKB en WSWB (dat is de Werkgroep Speciale Wetenschappelijke Bibliotheken - wk) om uit gaan van de bestaande infrastructuur. Daar wordt wel bij aangetekend dat de inhoud van die infrastructuur gescheiden moet worden van de organisatie en de exploitatie hiervan. De opzet van de nieuwe infrastructuur zoals beschreven in het Visiedocument getuigt daar al van. Er zijn meerdere componenten. De Stuurgroep zegt dat afhankelijkheid van één leverancier niet wenselijk is, maar dat wel duidelijk is dat voor de realisatie van de infrastructuur een partnerschap met OCLC het uitgangspunt is.
Twee lijnen
Voor het gewenste einddoel (één centrale toegang) wordt momenteel voor het gedrukte materiaal langs twee lijnen gewerkt:
- aanvullen van GGC/NCC met de collecties (holdings) van de openbare bibliotheken. Het GGC heeft een tweewegkoppeling met het internationale WorldCat;
- onderzoek of het, gelet op de regelingen ten aanzien van de rechten op titelbeschrijvingen, juridisch haalbaar is om aan de bestaande voorzieningen nieuwe diensten toe te voegen.
Bij punt 1 wordt opgemerkt: ´Toevoeging van de holdings van alle Nederlandse openbare bibliotheken is complex vanwege de wijze waarop de rechten op het gebruik van titelbeschrijvingen is geregeld. Het is echter ongewenst dat deze complexiteit de verdere ontwikkeling van de infrastructuur vertraagt.´
Over punt 2 vindt overleg plaats met OCLC. Afgesproken is een pragmatische aanpak te kiezen, met de gewenste nieuwe diensten als richtpunt. Bekeken wordt in hoeverre eigendoms- en gebruiksrechten een struikelblok vormen voor gewenste ontwikkelingen.
Open Index via GGC
Op basis van het Pleiade-onderzoek (zie
eerdere bericht op deze site) hebben KB en Bibliotheek.nl besloten gezamenlijk verder te werken aan een Open Index die uiteindelijk in één omgeving gedrukt en digitaal materiaal ontsluit. Er zal in dat kader meer digitaal materiaal worden ontsloten in de GGC, waaronder de metadata van o.a. internationale wetenschappelijke uitgevers. ´Op deze wijze kan, zonder de directe betrokkenheid van de UB’en bij de inrichting van deze database, ook de content van de (internationale) wetenschappelijke uitgevers in de Open Index worden opgenomen.´
Metadatahub van WorldCat
De Stuurgroep denkt dat met de aangegeven werkwijze tegemoet is gekomen aan één van de kritiekpunten op het Visiedocument, n.l. dat onvoldoende wordt aangesloten op de reeds bestaande nationale infrastructuur (d.w.z. GGC/NCC). ´Door het GGC aan te vullen met metadata van digitale content en te positioneren als metadatahub van WorldCat wordt vervolgens ook aansluiting verkregen bij de voor de UB’en noodzakelijke internationale context.´
De volledige tekst van de notitie
Vernieuwing van de Gemeenschappelijke Infrastructuur – Het Vervolg staat niet op internet, maar is op te vragen bij de redactie van
Bibliotheekblad, p/a wkeizer@soobbozh.nl.
Tekst: Wim Keizer