De bibliotheek van Den Bosch sloot de afgelopen periode vier van haar zes vestigingen, maar is tegelijkertijd druk bezig met het openen van bibliotheken in alle vijftig Bossche basisscholen. Het doel van deze schoolBIEBs? ‘Meer leesplezier en daardoor een betere lees- en taalvaardigheid’, aldus projectmanager Wendy Konijnendijk.
In Den Bosch werd al een aantal jaar nagedacht over scenario’s om de bibliotheek toekomstbestendig te maken, vertelt Konijnendijk. Dit resulteerde in een keuze voor twee doelgroepen: de huidige lezers en de kinderen van nul tot en met dertien jaar. Om de doelgroep 0-13-jarigen inhoudelijk van een goede dienstverlening op maat te kunnen voorzien, is gekozen voor intensieve samenwerking met het onderwijs. ‘Na overleg met de overkoepelende schooldirecties en de gemeente is door alle partijen vol overtuiging besloten om in alle scholen een schoolbibliotheek – schoolBIEB - te vestigen’, vertelt Konijnendijk. ‘In 2009 hebben we de eerste pilot gedraaid op basisschool De Springplank. Die bleek een groot succes. Vervolgens is gestart met de uitrol van het concept; eind 2011 hebben we naar verwachting al zo’n dertig schoolBIEBs gerealiseerd.’
De gemeente investeert eenmalig € 1,7 miljoen in het project voor de implementatie van de schoolBIEBs. Daarna moet de exploitatie betaald worden met de middelen die voorheen bestemd waren voor de vier inmiddels gesloten vestigingen.
Enthousiaste scholen
Bij de start van het project werd de bibliotheek niet overal direct met open armen ontvangen. ‘Sommige schooldirecteuren uitten bezwaren tegen de eigen bijdrage die zij moeten betalen. Of ze hadden te kampen met ruimtegebrek en wisten niet goed waar ze de schoolBIEB moesten plaatsen’, zegt Konijnendijk. ‘Maar uiteindelijk vonden ze er toch allemaal wel een plekje voor, al was het maar in een gang. En nu horen we nog maar weinig klachten: directeuren en leerkrachten zijn inmiddels allemaal even enthousiast. Geen wonder, want de schoolBIEBs werken! Dankzij de schoolBIEBs groeien kinderen op tussen de boeken. Een voorwaarde om leesplezier te kunnen ontwikkelen. Kinderen gaan dan ook aantoonbaar meer lezen: in de eerste vijf maanden van 2011 werden er door kinderen ruim 33.000 boeken méér geleend dan in dezelfde periode van 2010. Dat is een stijging van maar liefst dertig procent! Gemiddeld lenen kinderen in een schoolBIEB 27 boeken per jaar.’
Per leerling krijgt iedere school vijf boeken in de schoolBIEB en twee boeken in de achtergrondcollectie. Konijnendijk: ‘De collectie wordt samengesteld door een van onze specialisten, die iedere school bezoekt om te overleggen over wat er al staat en welke boeken de school graag extra wil hebben. Er kunnen dus per school andere accenten worden gelegd, al is de basiscollectie overal zo’n beetje hetzelfde. Alle kinderen willen bijvoorbeeld boeken uit de Hoe overleef ik…-reeks van Francine Oomen.’ Om de collectie up-to-date te kunnen houden, betalen de scholen een eigen bijdrage van € 8,65 per leerling.
Leesconsulenten en –coördinatoren
Scholen die met schoolBIEB starten, krijgen per week vier uur inhoudelijke ondersteuning van een leesconsulent van de bibliotheek. Samen met de leescoördinator (de contactpersoon vanuit de school) werkt de leesconsulent aan het (verder) ontwikkelen en uitvoeren van het leesbeleid op de scholen. ‘We hebben inmiddels zes van deze op hbo-niveau opgeleide medewerkers in dienst. Drie van hen werkten voorheen ook al in de bibliotheek, drie hebben een onderwijsachtergrond’, vertelt Konijnendijk.
Scholen zijn verplicht een leescoördinator te benoemen; sommige scholen kiezen ervoor om meerdere leescoördinatoren aan te stellen. Deze worden opgeleid door de bibliotheek: ze volgen de cursus Open Boek die is ontwikkeld door Jos Walta van kinderboekenwinkel De Boekenberg in Eindhoven. De leescoördinatoren stellen, samen met de leesconsulent, een schoolleesplan op, waarin de school haar doelstellingen op leesbevorderingsbeleid uiteenzet. Leesconsulenten en leescoördinatoren uit heel Den Bosch ontmoeten elkaar een aantal keer per jaar in netwerkbijeenkomsten, waar ze kennis delen en informatie uitwisselen.
Op de meeste scholen zijn ook vrijwilligers actief in de schoolBIEBs. Konijnendijk: ‘Het blijkt dat het voor leerlingen fijn is als er begeleiding en ondersteuning aanwezig is. De vrijwilligers kunnen de leerlingen bijvoorbeeld helpen met het selfserviceapparaat, waarmee de leerlingen zelf boeken kunnen lenen en innemen. Op een aantal scholen is ervoor gekozen leerlingen van groep 8 ook een rol te geven in de schoolBIEB.’
Meten is weten
In Den Bosch zijn ze ervan overtuigd dat meer leesplezier uiteindelijk leidt tot betere schoolprestaties. ‘Door deze intensieve samenwerking met de scholen via de schoolBIEBs levert de bibliotheek een bijdrage aan de lees- en taalvaardigheid van kinderen van 0-13 jaar’, zegt Konijnendijk. ‘Kinderen die een goede, actuele boekencollectie tot hun beschikking hebben, zullen meer lezen. Kinderen die meer lezen, worden betere lezers. Goede lezers presteren beter op school.’ Wethouder Rodney Weterings: ‘Goed kunnen lezen is de sleutel tot ontwikkeling en betere prestaties in het basisonderwijs. En daardoor tot meer mogelijkheden in het vervolgonderwijs en de samenleving.’
Om te kijken hoeveel de schoolBIEBs nu precies bijdragen aan het verbeteren van de prestaties, is in samenwerking met het landelijke leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen een Leesmonitor ontwikkeld. Deze bestaat uit drie onderdelen: een leesattitudetest (die het leesplezier van leerlingen meet), een vragenlijst voor leerkrachten en een vragenlijst (over beleid) voor de leesconsulent en de leescoördinator. ‘Op grond van de resultaten van deze monitor, de uitleengegevens én de Cito-scores kan de leesbevorderingsaanpak van een school eventueel worden bijgesteld’, aldus Konijnendijk. ‘Blijkt bijvoorbeeld dat er in de ene klas veel meer gelezen wordt dan in de andere, dan kun je nagaan waaraan dat ligt en de situatie veranderen. Zo breng je het leesonderwijs op een hoger peil.’
Terwijl de uitrol van de schoolBIEBs nog in volle gang is, zijn Konijnendijk en haar team alweer druk aan het nadenken over de volgende stap: het inhoudelijk verder invulling geven aan het project. ‘We gaan onderzoeken hoe we bestaande programma’s en activiteiten rondom leesbevordering kunnen inzetten en nieuwe projecten kunnen ontwikkelen. Dit alles met als doel het leesplezier van kinderen nog verder te vergroten’, aldus de projectmanager.
Voor een fotoserie van drie verschillende schoolBIEBs in Den Bosch (Haren-Donk-Reit, Schrijverke, Sterrenbosch),
zie hier.
Voor een slideshow met foto´s van de drie schoolBIEBs in Den Bosch,
zie hier.
Tekst: Femke van den Berg
Foto’s: Gerrit Serné