Coers gaf
23 Dingen voor het eerst in Gouda, in september 2007. ‘De bibliotheek vroeg me of ik een iPod-cursus kon verzorgen’, herinnert hij zich glimlachend. ‘Ik heb toen voorgesteld om het breder te trekken en in te gaan op diverse Web 2.0-achtige toepassingen. Daar had men wel oren naar. Vervolgens heb ik in opdracht van de VOB
23 Things, het succesvolle programma uit de Verenigde Staten, vertaald naar de Nederlandse praktijk.’
Ook hier sloeg
23 Dingen aan. Na Gouda volgden al snel vele andere bibliotheken. Inmiddels zijn volgens Coers ‘zo’n beetje alle bibliotheekmedewerkers van Nederland’ getraind. ‘Ik schat dat zo’n 5500 mensen in de sector
23 Dingen hebben gevolgd bij mij of bij een van de provinciale serviceorganisaties die door mij getraind zijn om de cursus te kunnen geven.’
Nauwelijks voorkennis
In de eerste tijd dat Coers de cursus verzorgde, hadden bibliotheekmedewerkers nauwelijks voorkennis, weet hij nog. ‘Bijna alles wat in het leerprogramma aan bod kwam, was volkomen nieuw voor ze. Toch waren de meesten wel heel erg gemotiveerd om meer te weten te komen over sociale media. Het nut en belang ervan stonden niet ter discussie. Medewerkers merkten dat hun klanten met sociale media experimenteerden. Om hen goed te kunnen helpen, wilden ze er zelf ook mee aan de slag. Daarbij kwam al gauw het besef dat sociale media een goed instrument kunnen zijn voor marketing, communicatie en promotie. Bovendien vonden medewerkers het heel erg leuk om samen op cursus te gaan en
23 Dingen als team te doen.’
Vooral het maken van een weblog en het bewerken van foto’s vielen bij velen in de smaak, weet Coers nog. ‘Natuurlijk waren er wel individuele verschillen. De een nam vooral kennis van de ontwikkelingen en liet het daarbij, de ander sloeg direct enthousiast aan het bloggen. Er waren zelfs medewerkers die zó begeesterd raakten, dat ze uiteindelijk zijn overgestapt naar andere sectoren. Daar zijn ze binnengehaald als experts op het gebied van sociale media.’
Personal branding of privacy?
De ontwikkelingen op het web gingen razendsnel verder, waardoor de inhoud van
23 Dingen na verloop van tijd aangepast moest worden. ‘In het begin gingen we bijvoorbeeld in op podcasting, maar uit evaluaties bleek dat dit onderwerp niet zo goed aansloeg. Bovendien zag je op internet de aandacht hiervoor wegzakken; tegenwoordig zijn alleen echte
geeks er nog mee bezig’, vertelt Coers. ‘Daarnaast kwamen nieuwe toepassingen op, zoals Twitter, Google Maps, Facebook en mobiel internet. Een aantal bibliotheekmedewerkers heeft deze meteen omarmd. Ik volg sommigen op Twitter en zie dat zij dit heel actief inzetten om te communiceren over de bibliotheek, maar het medium ook gebruiken als een vorm van
personal branding. Erg leuk om te zien. Daarnaast zijn er medewerkers die veel terughoudender zijn, zeker wat betreft hun privéleven. Ook daarvoor valt zeker iets te zeggen, want privacy is op internet nou eenmaal niet echt gewaarborgd.’
Zenden en communiceren
Ook veel bibliotheekorganisaties zijn inmiddels aan de slag gegaan met de sociale media, constateert Coers. ‘Ik volg ze niet allemaal, maar het is mijn indruk dat veel bibliotheken niet uit de sociale media halen wat erin zit. Al zijn er zeker voorbeelden te noemen van bibliotheken die het heel goed doen. Zo speelt Deventer proactief in op lokale ontwikkelingen en wordt er via sociale media druk gecommuniceerd met burgers over een evenement als het Dickensfestijn - overigens ook door medewerkers op persoonlijke titel. De Bibliotheek Veldhoven heeft veel connecties en reageert goed op de reacties die ze krijgt op Facebook. En de Bibliotheek Hengelo gebruikt een
app waarmee ze de informatie van de eigen website ook op Facebook kan tonen en vice versa. Veel bibliotheken zijn echter nog niet zover. Ze maken wel een begin, maar daar blijft het vervolgens vaak bij. Ze maken bijvoorbeeld een Facebookpagina aan, maar gebruiken deze vooral om traditioneel te “zenden” en niet zozeer om met hun leden in gesprek te raken.’
Vervolgcursus?
Eind vorig jaar verscheen een
rapport van Social Embassy (pdf), geschreven in opdracht van Bibliotheek.nl, over de vraag hoe bibliotheken hun schatkamers nog beter kunnen ontsluiten met behulp van sociale media. Social Embassy adviseert onder meer om nog sterker in te zetten op training. ‘Toen het rapport net uit was, zag ik op Twitter reacties voorbijkomen als: “Hoezo trainen? We hebben toch
23 Dingen al gedaan?”’ vertelt Coers. ‘Dat is natuurlijk ook zo.
23 Dingen heeft best veel opgeleverd. De grootste winst is volgens mij geweest dat iedereen in de branche nu beseft wat sociale media zijn en hoe ze werken. Maar veel bibliotheken zouden de mogelijkheden van deze media nog beter kunnen benutten.’
Coers ziet dan ook mogelijkheden voor vervolgtrainingen en -cursussen. Bijvoorbeeld over onderwerpen als: attractief schrijven voor het web, goed reageren op volgers, het meten van de effecten van de inzet van sociale media. ‘Ik heb deze suggesties onlangs al neergelegd bij Bibliotheek.nl’, zegt hij. ‘Misschien iets voor een volgende stap?’
Tekst: Femke van den Berg
In
Bibliotheekblad nr 2, 2012 is een themadeel over social media te vinden onder de titel 'Social media, marge of meerwaarde?'
Voor meer achtergrondinformatie over het thema 'social media', zie het
Dossier Social Media op deze website.