HomeNieuwsNieuws uitgelichtBericht
voetnoot
Aanbod grootletterboeken laat te wensen over
Dick Oudenampsen
04-07-2012
Wat zijn de leesbehoeften en leesgewoonten van lezers van grootletterboeken en hoe beoordelen zij de kwaliteit van het aanbod? Het Verwey-Jonker Instituut heeft in opdracht van Fonds XL een beperkt onderzoek hiernaar uitgevoerd. Wat waren de resultaten?
Aanbod grootletterboeken laat te wensen over
Fonds XL is voortgekomen uit de uitgeverij Stichting XL, die tot voor kort grootletterboeken uitgaf. Uitgeverij XL heeft haar activiteiten per 1 juli 2010 verkocht aan de Nederlandse Bibliotheekdienst (NBD). Met de opbrengst is Fonds XL opgericht, dat zich richt op het bevorderen van het gebruik van grootletterboeken en andere aangepaste media (zoals het e-boek) door slechtzienden.
Grootletterboeken worden uitgegeven in een 18 punts letter en een aangepaste bladspiegel. Het gaat met name om streekromans, detectives en populaire literaire romans, die vooral door openbare bibliotheken worden afgenomen. In het Nederlandse bibliotheekwezen nemen de lezers van grootletterboeken een aparte plaats in. Anders dan voor brailleboeken en luisterboeken wordt het bevorderen van het gebruik van grootletterboeken door het ministerie van OCW niet als een publiek belang gezien, maar als een verantwoordelijkheid van de openbare bibliotheken zelf.
In Nederland maken naar schatting ruim 30.000 lezers gebruik van grootletterboeken: vooral ouderen die visueel gehandicapt zijn of slecht zien. Ze zijn meestal lid van de openbare bibliotheek. Sommigen zijn in een zorginstelling opgenomen en maken gebruik van de daar aanwezige collectie. Tussen augustus 2011 en oktober 2011 hebben onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut in vijf verzorgingshuizen, een instelling voor revalidatie en een wooncentrum gesprekken gevoerd met 22 lezers van grootletterboeken, 14 vrijwilligers en vijf activiteitenbegeleiders.

Collectie
Er zijn grote verschillen in de wijze waarop de instellingen hun collectie onderhouden. Vier instellingen hebben een overeenkomst met een openbare bibliotheek, die elk halfjaar de collectie ververst. De ene instelling krijgt de boeken gratis, de andere betaalt 500 euro per jaar. Bij het wooncentrum betaalt de koepel de leenrechten. Twee instellingen hebben de overeenkomst met de openbare bibliotheek opgezegd, omdat deze te duur werd, de boeken kwijt of beschadigd raakten en de boetes niet op te brengen waren. De instellingen die een overeenkomst hebben met de openbare biblio¬theek zijn niet erg tevreden met het aanbod. Ze hebben weinig mogelijkheden om een eigen voorkeur uit te spreken en ze krijgen vaak boeken die ze al eerder ontvingen.
De bibliotheken vragen onder invloed van gemeentelijke budgetkortingen hogere prijzen voor het uitlenen van grootletterboeken. In twee verzorgingshuizen is mede om die reden besloten geen gebruik meer te maken van hun aanbod. Daarmee verschraalt de collectie van grootletterboeken. De zorginstellingen die geen overeenkomst hebben met de openbare bibliotheek, zijn zeer beperkt in de mogelijkheden tot aanschaf van nieuwe titels. Het geld dat vrijwilligers ophalen, wordt gebruikt om nieuwe of tweedehands boeken aan te schaffen. De boeken zijn echter duur en bij de zorginstellingen zijn de vrijwilligers aangewezen op de restanten van de openbare bibliotheek en de tweedehandsmarkt. Eén instelling legt er geld bij, maar de verwachting van de activiteitenbegeleider is dat dit gaat veranderen. Door hun gebrek aan mobiliteit is de openbare bibliotheek voor de meeste bewoners geen alternatief voor de bibliotheek in het verzorgingshuis of wooncentrum.
Lezers en vrijwilligers van vier zorginstellingen vinden dat het lezen van grootletterboeken door de zorginstelling te weinig wordt gepromoot. De vrijwilligers en de activiteitenbegeleiders van drie zorginstellingen gaven te kennen dat de verzorgingshuizen niet of nauwelijks investeren in de bibliotheek. Dit hangt samen met de bezuinigingen op de AWBZ. Drie van de vijf zorginstellingen willen op termijn de bibliotheek afstoten. Volgens de activiteitenbegeleiders is dat de heersende trend bij de zorgcentra die zij kennen. Dankzij de inzet van de vrijwilligers en de activiteitenbegeleiders kan de bibliotheek in deze instellingen tot nu toe overeind blijven. De activiteitenbegeleiders geven wel aan dat het gaat om een relatief klein aantal lezers. Voor andere activiteiten is vaak meer belangstelling, waardoor de instelling eerder bereid is daarin te investeren.

Lezers
In de vijf verzorgingshuizen wonen tien tot twintig bewoners (10 á 15% van het totaal aantal bewoners) die gebruikmaken van de grootletterboeken. Het overgrote deel van hen is vrouw en hoogbejaard (80 plus). ‘Vrouwen lezen, mannen kijken tv’, aldus een van de aanwezige dames. Deze lezers hebben vaak hun hele leven gelezen en daar plezier aan beleefd. Lezers, vrijwilligers en activiteitenbegeleiders zijn het erover eens dat deze groep van lezers in de zorgcentra achteruit gaat. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat de bewoners die nu in het verzorgingshuis komen een hogere zorglast hebben. Zodra de ogen snel achteruit gaan en andere ouderdomsverschijnselen hun tol eisen, neemt de mogelijkheid om te lezen of de tekst goed te begrijpen af. In het wooncentrum zijn de bewoners vitaler en neemt het aantal lezers van grootletterboeken juist toe.
De instellingen beschikken over een of enkele kasten met gewone boeken en grootletterboeken. Het uitlenen daarvan is de taak van vrijwilligers, die een of twee dagdelen per week de bewoners helpen bij hun keuze. De rol van de vrijwilligers is cruciaal bij het bevorderen van het gebruik van grootletterboeken. Het zijn enthousiaste lezers die veel belang hechten aan de bibliotheek. De bibliotheek heeft ook een sociale functie. Tijdens het uitlenen praten de bewoners met elkaar over hun boekenkeuze of andere onderwerpen.
De lezers uit het onderzoek lezen ten minste twee á vier grootletterboeken per week. De meesten geven de voorkeur aan streekromans en detectives. Het aanbod vinden ze te beperkt, vaak verouderd en eenzijdig. Vooral waar geen afspraken zijn gemaakt met de openbare bibliotheek, maar ook waar die afspraken er wel zijn, wordt de collectie als verouderd en te weinig gevarieerd ervaren. Er is te weinig aanwas van nieuwe titels en sommige bewoners zijn op een bepaald moment uitgelezen.

Conclusies
Hun aantal is weliswaar beperkt, maar voor de lezers zijn de grootletterboeken erg belangrijk. Ze geven hen de mogelijkheid de tijd op een prettige manier door te komen en zich in een andere wereld te wanen. Ook de verpleging is ermee ingenomen als bewoners lezen, want dan vragen zij volgens de betrokken vrijwilligers minder aandacht en hebben ze minder hulp nodig. De toegankelijkheid van de collectie grootletterboeken bij zorginstellingen staat echter onder druk. Zorginstellingen hebben nauwelijks aandacht voor de collectie en lijken zich niet bewust van de waarde daarvan noch van het belang van goede afspraken met openbare bibliotheken. De openbare bibliotheken voeren, zo lijkt het, een vrij willekeurig beleid ten opzichte van verzorgingshuizen en bieden de lezers geen aanbod op maat. Daartegenover staat dat de vrijwilligers en activiteitenbegeleiders met veel plezier en overtuiging de lezers zo goed mogelijk bedienen.

Dick Oudenampsen is senior onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut.


Print deze pagina

Reacties op dit artikel (1)

mevrouw Kruger
30-4-2017 14:11
Inderdaad, aanbod grootletterboeken is veel te beperkt. Woon zelf gelukkig nog zelfstandig, maar ben wat lezen betreft helaas wel ahankeleijk van de gr.l.b. bibliotheek in Nieuwegein. Dit is door mij daar doorgepraat, maar wat betreft de antwoorden lijkt er weinig hoop op verandereing. Antwoord was : 'er zijn nooit klachten' en 'mensen zijn tevreden' en 'het blijft moeilijk, we zijn afhankelijk' (van wie of wat ?) 
Met vriendelijke groet, mevrouw Kruger

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie