HomeNieuwsNieuws uitgelichtBericht
voetnoot
Stelselwet: iedereen kan lid worden van de landelijke digitale bibliotheek; lokale bekostiging niet geregeld
Wim Keizer
19-04-2013
‘Leden van de landelijke digitale bibliotheek hebben toegang tot digitale werken en kunnen gebruik maken van digitale diensten en bronnen. Een ieder die als ingezetene is ingeschreven in een gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens kan lid worden van de digitale bibliotheek. Onze Minister kan bepalen dat ook andere groepen natuurlijke personen lid van de landelijke digitale bibliotheek kunnen worden. De Koninklijke Bibliotheek kan tarieven vaststellen voor de toegang tot digitale werken of het gebruik van digitale diensten, gehoord Onze Minister.’
Dit is artikel 17 van het wetsvoorstel Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen waar OCW, IPO en VNG het bestuurlijk over eens geworden zijn. De tekst staat op www.internetconsultatie.nl. Iedere belangstellende kan daar reageren.
Er is over de digitale bibliotheek ook een artikel 14. Dat zegt: ‘Lokale bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek dragen er zorg voor dat hun leden als lid worden ingeschreven bij de landelijke digitale bibliotheek. Voor deze administratieve handeling worden geen kosten in rekening gebracht.’

Er circuleerden al geruime tijd concept-wetsvoorstellen ten behoeve van ambtelijk overleg van OCW met IPO en VNG, tot en met versie 19 aan toe. Ook de VOB had concepten. In februari meldde Theo Bijvoet, hoofd Letteren en Bibliotheken bij OCW, als verklaring voor die concepten draagvlak bij de partijen belangrijk te vinden.
Op 10 april was het bestuurlijk overleg, maar blijkens tweets van OCW-ambtenaar Aad van Tongeren werd er tot kort voor verschijnen, op 19 april, nog aan gewerkt.

Toelichting lidmaatschap
In de memorie van toelichting zegt het wetsontwerp op pagina 23: ‘Iedere ingezetene kan lid worden van de landelijke digitale bibliotheek. Dit betekent dat een ieder die in Nederland woont, zich kan inschrijven. Het is daarbij niet noodzakelijk lid te zijn van een fysieke bibliotheek. Dit sluit aan bij gangbare patronen in online mediagebruik.’
En in de artikelsgewijze toelichting staat bij artikel 14: ‘De fysieke en de digitale openbare bibliotheek zijn een twee-eenheid. Daarom dienen lokale bibliotheken en de KB hun leden als lid in te schrijven bij de landelijke digitale bibliotheek, tenzij het lid hier geen behoefte aan heeft. Bibliotheken brengen voor deze administratieve handeling geen kosten in rekening.’
En bij artikel 17: ‘Er zijn twee manieren om lid te worden van de digitale bibliotheek. Allereerst wordt ieder lid van de fysieke bibliotheek automatisch lid van de digitale bibliotheek, tenzij het lid daar bezwaar tegen heeft (zie artikel 14). Daarnaast bestaat de mogelijkheid rechtstreeks lid te worden van alleen de digitale bibliotheek. Artikel 17 beschrijft deze laatste mogelijkheid.’

Geen wettelijke bekostiging
Artikel 5 heeft het over de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheden voor een netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen. De overheden voeren periodiek overleg over het functioneren van en de samenhang in het netwerk. En: ‘Bij een voorgenomen besluit dat van invloed kan zijn op andere partijen in het netwerk overleggen zij daarover eerst met deze partijen.’

De memorie van toelichting benadrukt op pagina 16 dat het zwaartepunt van het bibliotheekstelsel op decentraal niveau bij de lokale bibliotheekorganisaties en de gemeenten ligt. Gemeld wordt dat lokale keuzes het bekostigingsniveau bepalen. ‘Wettelijke voorschriften over bekostigingsniveaus – bijvoorbeeld in de vorm van een voorgeschreven gemeentelijke bijdrage per inwoner – verhouden zich niet met het decentrale karakter van het bibliotheekwerk en met de algemene lijnen van de achtereenvolgende Bestuursakkoorden tussen het Rijk en de andere overheden. De centrale organisatie van de digitale bibliotheek heeft als consequentie dat de lokale verantwoordelijkheid in hoofdzaak de fysieke bibliotheek betreft en in het digitale domein alleen specifiek lokale toepassingen. Dit betekent een taakverandering voor openbare bibliotheken en gemeenten.’
De memorie licht toe dat de KB een centrale partij wordt in het Nederlandse bibliotheeknetwerk. ‘Dit wetsvoorstel kent de KB een aantal nieuwe taken toe.’
De belangrijkste taak is het in stand houden van de landelijke digitale openbare bibliotheek.

Over ‘het netwerk’ wordt opgemerkt dat het als één geheel samenwerkt. De eis is dat bibliotheken gebruik maken van een gemeenschappelijke catalogus, het IBL en de landelijke digitale infrastructuur. “Hun collecties vormen samen de collectie Nederland.’

Vormgeven digitale bibliotheek
Waarom een nieuwe wet? Omdat het, zoals de tekst zegt, ‘wenselijk is de wettelijke bepalingen ten aanzien van openbare bibliotheken te actualiseren en de landelijke digitale bibliotheek vorm te geven.’
Onder ‘landelijke digitale bibliotheek’ wordt verstaan: ‘plaats- en tijdonafhankelijke voor het algemene publiek toegankelijke bibliotheekvoorziening.’
En onder ‘lokale bibliotheek’: ‘voor het algemene publiek toegankelijke bibliotheekvoorziening die in overwegende mate door een of meer gemeenten of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba wordt bekostigd of in stand gehouden.’ Een ‘provinciale ondersteuningsinstelling’ (PSO) is een: ‘in overwegende mate door een of meer provincies bekostigde of in stand gehouden voorziening die een pakket aan ondersteunende activiteiten biedt voor de lokale bibliotheken in de desbetreffende provincie of provincies.’

Functies
Artikel 4 zegt dat een openbare bibliotheekvoorziening in ieder geval de volgende functies omvat:
  1. het ter beschikking stellen van kennis en informatie;
  2. het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie; en
  3. het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur.
Taken KB
Artikel 8 bepaalt dat de Koninklijke Bibliotheek (KB) de taken krijgt die tot nu toe als bestel- of stelseltaken bij het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) zitten. Ook de SIOB-opdrachttaak digitale innovatie en de taken voor visueel gehandicapten gaan naar de KB.
De formulering van die taken is achtereenvolgens:
  1. het ondersteunen van het netwerk van openbare bibliotheekvoorzieningen door het bevorderen van i. afstemming en coördinatie, ii. educatie, informatie en reflectie en iii. vertegenwoordiging en promotie;
  2. het in stand houden van de landelijke digitale bibliotheek, en
  3. het verzorgen van een bibliotheekvoorziening van noodzakelijk omgezette werken voor personen met een handicap.
Artikel 9 zegt dat er een gezamenlijk collectieplan moet zijn dat elke vier jaar wordt vastgesteld. Het plan moet de samenhang bewerkstelligen tussen de collecties van alle openbare bibliotheekvoorzieningen. De KB stelt het gezamenlijke collectieplan vast in overeenstemming met de vertegenwoordigers van lokale bibliotheken en PSO’s.

Provinciale taken
Over de provinciale ondersteuningstaken meldt artikel 13:
  1. Een PSO is verantwoordelijk voor de distributie van fysieke werken door middel van het interbibliothecaire leenverkeer binnen de provincie of provincies waardoor zij wordt bekostigd of in stand gehouden.
  2. De PSO’s zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor a. de distributie van fysieke werken door middel van het interbibliothecaire leenverkeer tussen de provincies en b. de ontwikkeling van innovaties in het fysieke domein in overeenstemming met de KB in verband met haar coördinerende taak.
In de toelichting bij dit artikel staat: ‘Deze taken zijn gebaseerd op een voorstel van het IPO voor een basispakket aan provinciale ondersteuning. Het IPO-voorstel omvatte naast de twee hier genoemde taken ook provinciaal collectiebeleid en het vormen van netwerken. Deze onderwerpen hoeven niet specifiek geregeld te worden, aangezien deze al in de artikelen 5, 6 en 7 als gezamenlijke taken van alle deelnemers aan het bibliotheeknetwerk zijn gedefinieerd.’

Beheerplan digitale bibliotheek
De KB moet volgens artikel 15 een beheerplan maken voor de digitale bibliotheek. Dat moet in elk geval ingaan op:
  1. het ontwikkelen en beheren van de digitale infrastructuur;
  2. het beheren en van context voorzien van de digitale collectie en de afstemming met de collectie digitale werken van de KB;
  3. het opstellen van een reglement voor de toegang tot digitale werken;
  4. het bereiken van verschillende doelgroepen; en
  5. de samenwerking met andere publieke aanbieders van digitale werken.
Inkoop e-content
Artikel 16 regelt de inkoop van digitale werken voor de landelijke digitale bibliotheek. Namens de Staat der Nederlanden verricht de KB die inkoop. De minister van OCW stelt de KB daartoe jaarlijks een bedrag ter beschikking. De KB moet de inkoop verrichten op voordracht van vertegenwoordigers van de lokale bibliotheken. Die voordracht moet afgestemd zijn op het beschikbare bedrag.
De algemene toelichting zegt op pagina 23: ‘De aanschaf van digitale media en de afkoop van rechten of licenties overstijgen het niveau van de individuele bibliotheek en kunnen alleen doelmatig op collectief niveau plaatsvinden. De bibliotheekbranche koopt weliswaar collectief in, maar kan met het gehanteerde omslagsysteem onvoldoende collectieve koopkracht organiseren.”

Technische briefing
OCW heeft de VOB-leden uitgenodigd voor een technische briefing over de wet, op donderdag 25 april, ‘s ochtends in de KB.

VOB-manifest
De VOB heeft haar leden een manifest toegezonden dat ze kunnen gebruiken als reactie op de wetstekst. De basis voor dat manifest wordt gevormd door de uitspraken in de extra ledenvergadering van 28 februari.

Tekst: Wim Keizer


Print deze pagina

Reacties op dit artikel (6)

Wim Keizer
21-4-2013 13:01
Ik las het VOB-manifest. Korte tekst.
Maar wat vindt de VOB nu eigenlijk per artikel (incl. memorie van toelichting) van het wetsvoorstel?
Dat wil ik graag weten.
Nu wekt de VOB-TASKFORCE de indruk met een waterpistooltje ongericht op het wetsvoorsel te schieten, in plaats van doelgericht, artikelsgewijs,  te vertellen wat er er wel en niet deugt aan het wetsvoorstel (en er desnoods met een taskforce-tank - het ministerie van Defensie heeft er nog een paar in de aanbieding - dwars voor te gaan liggen).


Francien
22-4-2013 18:09
Beste Wim,
een goed journalistiek gebruik is dat je bij de bron navraagt wat er precies aan de hand is. Hoor en wederhoor toepassen. Dat zou misschien helderheid kunnen opleveren.
Wim Keizer
22-4-2013 19:31
Op de VOB-website verscheen 19 april het volgende bericht:

“De internetconsultatie over de bibliotheekwet start vandaag. U kunt tot 19 mei reageren op de conceptwetstekst.
Op de extra ledenvergadering van februari 2013 hebben de bibliotheekorganisaties hun gezamenlijke standpunt bepaald.

Manifest
Hieruit heeft de VOB het manifest 'Zo zien wij een nieuwe wet voor de openbare bibliotheekvoorziening' [met link er naar toe - wk]opgesteld. U kunt dit manifest op naam stellen, voorzien van uw bibliotheeknaam en ondertekenen en dan inbrengen in de internetconsultatie. Op deze manier laten wij als branche een krachtig en gezamenlijk geluid horen.

Internetconsultatie
Alle Nederlanders kunnen reageren op nieuwe voorstellen voor wet- en regelgeving. Alle reacties worden zichtbaar op internetconsultatie.nl. Aarzel niet om uw leners te vragen om te reageren! “

Ik vind het een duidelijk bericht, waar ik geen vragen over heb. Ik lees eruit dat als de bibliotheekorganisaties onder hun eigen naam het manifest inbrengen zij volgens de VOB een krachtig en gezamenlijk geluid laten horen.

Mijn persoonlijke mening over dat manifest is dat de inhoud niet verkeerd is, maar dat het geluid niet krachtig is. Ik had het krachtig gevonden als het manifest reageert op elk artikel (incl. de bijbehorende tekst in de memorie van toelichting), ook nog had vermeld of er in het wetsvoorstel artikelen gemist worden en dan per artikel in de bewoordingen zo veel mogelijk de op 28 februari ingediende moties gevolgd had.
Maar niets belet de VOB-leden om zelf (ook) per artikel te reageren.

Wat valt daar over te horen en te wederhoren?

Mijn persoonlijke mening is overigens ook, los van die moties, dat de VOB haar instemming met uitnames uit het Gemeentefonds moet intrekken. De argumentatie van OCW op pagina 23 van de memorie van toelichting - “de bibliotheekbranche koopt weliswaar collectief in, maar kan met het gehanteerde omslagsysteem onvoldoende koopkracht organiseren” - deugt niet. De branche kan best voldoende koopkracht organiseren. Het punt is dat uitgevers niet erg meewerken (maar dat die medewerking wel noodzakelijk is, omdat OCW nog recent heeft laten weten dat de uitzondering in de Auteursrecht voor papieren boeken niet kan gelden voor e-content. Op pagina 22 van de memorie van toelichting, onder “leenrecht en e-lending”, wordt dit ook vermeld).
Ik zou nog wel eens willen zien wat OCW doet als de branche instemming met uitnames uit het Gemeentefonds intrekt. Zie verder m’n veel uitvoeriger betoog in: http://www.bibliotheekblad.nl/rubrieken/gastblogs/bericht/1000003924/boeken_uitlenen_van_core_business_tot_zachte_landing___branche_doorgelicht  en m’n column in Bibliotheekblad 4/2013.

Ik vind: beter geen wet, dan een halfslachtige wet, zelfs als het zou betekenen dat OCW de KB geen € 17 miljoen ter beschikking stelt voor de landelijke digitale bibliotheek.

Perry de Wit
23-4-2013 11:17
Nog even terugkomen op artikel 14/17.
M.i. geeft de conceptwet hier wel een uitgangspunt, maar geen concrete invulling. Er wordt m.a.w. wel een 'wat', maar geen 'hoe' voorgeschreven.

Op 28 juni 2012 gaf, bij monde van de directeur, B.nl het volgende perspectief:
- combinatie-abonnementen worden lokaal ingericht/bepaald;
- Lid is lokaal lid obv gemeenten/postcode, inkomsten ook lokaal;
- Alleen digitale toegang tot eContent, geen boeken lenen;
- Niet-lid moet naar bibliotheek komen, bestaande leden kunnen online een 'upgrade' aanvragen.

Oftewel, primaat bij de lokale bibliotheek. Mits de bibliotheken dit wel grijpen.
Wim Keizer
24-4-2013 17:26
Interessant wat Perry de Wit hier te berde brengt. De vraag is inderdaad hoe het zal gaan.
Eerst even naar het wetsvoorstel kijken:

Artikel 14 zegt:
“Lokale bibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek dragen er zorg voor dat hun leden als lid worden ingeschreven bij de landelijke digitale bibliotheek. Voor deze administratieve handeling worden geen kosten in rekening gebracht.”

Artikel 17 luidt:
1. Leden van de landelijke digitale bibliotheek hebben toegang tot digitale werken en kunnen gebruik maken van digitale diensten en bronnen.
2. Een ieder die als ingezetene is ingeschreven in een gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens kan lid worden van de digitale bibliotheek.
3. Onze Minister kan bepalen dat ook andere groepen natuurlijke personen lid van de landelijke digitale bibliotheek kunnen worden.
4. De Koninklijke Bibliotheek kan tarieven vaststellen voor de toegang tot digitale werken of het gebruik van digitale diensten of bronnen, gehoord Onze Minister.”

De memorie van toelichting zegt op pagina 23:
“Iedere ingezetene kan lid worden van de landelijke digitale bibliotheek. Dit betekent dat een ieder die in Nederland woont, zich kan inschrijven. Het is daarbij niet noodzakelijk lid te zijn van een fysieke bibliotheek. Dit sluit aan bij gangbare algemene patronen in online mediagebruik.”
En in de artikelsgewijze toelichting staat bij artikel 14: “De fysieke en de digitale openbare bibliotheek zijn een twee-eenheid. Daarom dienen lokale bibliotheken en de KB hun leden als lid in te schrijven bij de landelijke digitale bibliotheek, tenzij het lid hier geen behoefte aan heeft. Bibliotheken brengen voor deze administratieve handeling geen kosten in rekening.”
En bij artikel 17: “Er zijn twee manieren om lid te worden van de digitale bibliotheek. Allereerst wordt ieder lid van de fysieke bibliotheek automatisch lid van de digitale bibliotheek, tenzij het lid daar bezwaar tegen heeft (zie artikel 14). Daarnaast bestaat de mogelijkheid rechtstreeks lid te worden van alleen de digitale bibliotheek. Artikel 17 beschrijft deze laatste mogelijkheid.”

Directeur BNL
Ik weet niet of OCW zich iets aantrekt van perspectieven van de directeur van BNL, maar ik lees uit het wetsvoorstel dat:
- Alle bestaande en nieuwe leden van de KB en/of van een lokale bibliotheek door KB resp. lokale bibliotheek als lid moeten worden ingeschreven bij de landelijke digitale bibliotheek en dat het deze leden, buiten hun al bestaande abonnement van KB en/of lokale bibliotheek, geen geld mag kosten (art. 14).
- Iedere ingezetene ook rechtstreeks lid kan worden van de landelijke digitale bibliotheek zonder lid te zijn van de KB en/of een lokale bibliotheek (art. 17 lid 2). De KB kan daar tarieven voor vaststellen (lid 4).

Wat is een landelijke digitale bibliotheek?
Nu is de vraag natuurlijk ook wat “de landelijke digitale bibliotheek” precies wordt. Artikel 1 zegt dat dit is een: “plaats- en tijdonafhankelijke voor het algemene publiek toegankelijke bibliotheekvoorziening.” Artikel 17 lid 1 heeft het over “toegang tot digitale werken en digitale diensten en bronnen”.
Maar: gaat dit alleen om e-content of ook om aanvragen van fysieke werken via de Nationale Bibliotheek Catalogus?

Logisch voor alleen e-content
Ik vind artikel 17 lid 2 (lid kunnen worden van de landelijke digitale bibliotheek zonder dat je lid bent van KB en/of lokale bibliotheek) wel logisch (“gangbaar algemeen patroon in online mediagebruik”) als het alleen maar zou gaan om toegang tot e-content (“digitale werken”).
Maar: wat betekent “gebruik maken van digitale diensten en bronnen” precies?
Betekent dat ook: fysieke werken aanvragen via de NBC van de landelijke digitale bibliotheek? En: worden die dan thuis bezorgd (tegen betaling) of moet de aanvrager ze ophalen in een fysieke bibliotheek? In dat laatste geval zou ik zeggen: wie dat wenst, moet dan ook maar lid zijn of worden van een fysieke bibliotheek.

Hoe gaat e-boekregeling werken?
Artikel 14 roept bij mij ook vragen op over toepassing van de e-bookregeling (nu van de VOB-inkoopcommissie en straks van de KB?): De directeur van BNL gaat er in een interview in Bibliotheekblad 2/2013 nadrukkelijk van uit dat leden van fysieke bibliotheken voor on-demand (e-books tot 1 jaar) en gelimiteerd (e-books tussen 1 en 3 jaar) extra betalen. Anders kan er geen afspraak met uitgevers tot stand komen. Maar hoe gaat dit als KB en/of lokale bibliotheek voor het lidmaatschap van de landelijke digitale bibliotheek geen kosten in rekening mogen brengen?

Knop op KB-site?
Slotvraag: wordt “de landelijke digitale bibliotheek” gewoon een extra knop op de KB-website (naast de mooie knoppen die er al zijn voor historische kranten, tijdschriften en boeken en “Geheugen van Nederland”: http://www.kb.nl/).

Of wordt zij een aparte organisatorische eenheid die conform artikel 8b in stand wordt gehouden door de KB?
Wim Keizer
7-5-2013 14:30
Aanvulling op opmerkingen m.b.t. VOB-manifest

De VOB heeft 7 mei ook een artikelsgewijze reactie gemaakt: http://www.debibliotheken.nl/belangenbehartiging/bibliotheekwet/consultatie/

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie
 

Gerelateerde informatie

Peiling

De potentiële kracht van het landelijke merk Bibliotheek wordt niet voldoende benut
Eens
Oneens
In een interview in Bibliotheekblad nr 7 2019 stelt Cyril Crutz, directeur-bestuurder van BiblioPlus, dat de potentiële power...
Lees meer en geef uw mening