‘Vlaamse boekenvak niet enthousiast over e-books’, kopte
Bibliotheekblad.nl een maand geleden na afloop van de Staat van het Boek. Marc Reugebrink, de nieuwe voorzitter van de Vlaamse auteursvereniging, vond dat er te veel heisa over het e-book werd gemaakt. Boek.be deelt de mening van Reugebrink niet. Toch kreeg de branchevereniging, nadat het bericht rond was gegaan op
internet en sociale media, vragen van leden of ze hun digitale beleid gingen wijzigen. Jef Maes, hoofd van het Kenniscentrum van Boek.be, nam de taak op zich om de digitale ambities van de Vlaamse boekensector te onderstrepen.
Volgens Jef Maes kan het Vlaamse boekenvak niet om het e-book heen. ‘Het e-book wordt een essentieel onderdeel van het boekenvak. In de VS wordt nu al 20% tot 25% van de omzet gehaald uit digitale publicaties, dus dat wordt ook onze toekomst.’ Daarom ontplooit Boek.be diverse digitale initiatieven.
Uitgeverij van de Toekomst is er één van. Op
deze website wordt regelmatig nieuws gepubliceerd over nieuwe digitale ontwikkelingen, uitgevers vinden er tips over nieuwe software en technieken en aankondigingen van evenementen. Inspirerend zijn de
toekomstscenario’s van het boek op de site. Wellicht kan het publiek in de toekomst zelf deelnemen aan het plot van een e-book, of berichten ontvangen van de hoofdpersoon uit een roman. Of men kan nagaan welke invloed een roman heeft op maatschappelijke discussies.
Uitgeverij van de Toekomst organiseert ook bijeenkomsten, zoals de creatieve brainstormsessies van
Booklabs, waar uitgevers en creatievelingen uit andere sectoren (onder meer de game-industrie) inspiratie kunnen opdoen voor het ontwikkelen van nieuwe vormen van digitaal publiceren.
Jongeren
Het e-book links laten liggen, betekent volgens Maes ook dat je een jong lezerspubliek slecht bedient. ‘Uit onderzoek in de VS blijkt dat de leesactiviteit van jongeren tussen de 18 en 35 veel groter is dan bij ons. Wij denken dat dit komt doordat het digitale aanbod daar groter is.’
Jongeren zullen niet massaal naar de e-reader grijpen, schat hij in, want ‘dat is toch een minder sexy apparaat’. De verwachting is dat ze wel zullen lezen op tablets.
De ondersteuning die Boek.be aan uitgevers biedt, richt zich dan ook meer op applicaties in kleur met beeld en geluid, dan op technologie van de zwart-witte e-reader. ‘In 2009 hebben we
e-boek.org opgezet, een online winkel van e-books, maar die wordt niet voldoende gebruikt door de Vlaamse boekverkopers. Traditioneel zijn Vlaamse uitgevers sterk op het gebied van strips, kinderboeken en geïllustreerde non-fictie. Zij hebben meer behoefte aan het ontwikkelen van apps dan aan e-bookformaten voor e-readers.’
Daarom werkt Boek.be aan verschillende pilots die de Vlaamse uitgevers moeten ondersteunen in het maken van ePub3- of html5-toepassingen. Zo komt er een tool waarmee auteurs zelf digitale boeken in ePub3-formaat kunnen ontwikkelen, verrijkt met beeld en geluidsmateriaal. Daarnaast worden uitgevers geholpen om hun uitgeefproces opnieuw in te richten met het oog op multimediaal publiceren.
Uitleen e-books
Ook wordt er nagedacht over nieuwe verdienmodellen, waarbij onder meer een optie is om e-books te verhuren in plaats van te verkopen. Als e-books in de toekomst rechtstreeks aan de consument zouden worden verhuurd via bijvoorbeeld streaming, verandert de rol van bibliotheken. Volgens Maes krijgen bibliotheken meer en meer een gidsfunctie. ‘Het is de vraag of bibliotheken in de toekomst digitale boeken zullen uitlenen, want zoals in de muziek- en de filmsector wordt streaming wellicht ook voor de boekensector de toekomst’, stelt hij. Maes ziet als rol van bibliotheken om een breed aanbod van titels beschikbaar te houden, bijvoorbeeld titels die belangrijk zijn voor de leescultuur en titels die niet langer op papier verkrijgbaar zijn. Daarnaast zullen ze consumenten kunnen ondersteunen bij het kiezen uit het beschikbare aanbod.
Vlaams e-boek platform
Het
Vlaamse e-boekplatform (VEP) - een samenwerkingsproject van Boek.be en
Bibnet - wordt een van de middelen waarover de bibliotheek in de nabije toekomst zal beschikken. Het platform zal e-books op lange termijn kunnen opslaan, waarbij full text indexering mogelijk wordt. De bedoeling is dat bezoekers binnen de muren van de bibliotheek onbeperkt e-books kunnen lezen. Daarnaast kunnen ze er fragmenten van e-books lezen en al dan niet tegen betaling e-books lenen.
Maes: ‘De technische realisatie is bijna rond. Eind 2013 moet de opslagcapaciteit klaar zijn, net als de speciaal voor de bibliotheek ontwikkelde e-readers. Deze worden door Pyxima ontwikkeld, een bedrijf dat ook erg actief is met de Daisy-technologie voor slechtziende lezers. Het platform wordt tevens geschikt voor computers en tablets.’
Over de content van het e-boekplatform wordt nog onderhandeld tussen de uitgevers en bibliotheken. Het streven is dat begin 2014 de eerste content beschikbaar is. Boek.be speelt vooral een bemiddelende rol. De bibliotheken moeten volgens Maes begrip tonen voor de koudwatervrees van uitgevers. ‘Je kunt niet van uitgevers verwachten dat ze hun verkoopwaar gratis beschikbaar stellen. Als de vijver van boeken droog komt te liggen, zijn de lezer en de bibliotheek daar ook slachtoffer van. Daartegenover staat dat uitgevers mede de digitale aanwezigheid van bibliotheken mogelijk moeten maken.’
Semantische zoekmachine
Een andere manier om lezers te ondersteunen bij hun titelkeuze is het gebruikmaken van een nieuwe semantische zoekmachine. Die wordt op dit moment door Bibnet en
Meta4books (onderdeel van Boek.be) ontwikkeld, met steun van de overheid. Hierbij wordt het mogelijk om boeken volledig te indexeren en zo boekprofielen op te stellen. In combinatie met lezersprofielen kunnen bibliotheken zo een leesadvies geven dat is toegespitst op de voorkeuren van de individuele lezer. Als dit eenmaal technisch mogelijk is, zal deze zoekfunctie in de toekomst ook via het e-boekplatform beschikbaar komen.
Wereldprimeur
Een laatste interessante pilot waar bibliotheken (maar ook boekhandels en uitgevers) in de toekomst gebruik van kunnen maken, is de ontwikkeling van software die in de systemen van uitgevers de meest recente metadata over nieuwe titels kan opsporen (titelgegevens, flapteksten, covers). Hierdoor hoeven uitgevers deze gegevens niet langer zelf door te sturen naar het Centraal Boekhuis of andere partijen, maar komen de metadata automatisch beschikbaar. Maes benadrukt dat uitgevers wel zelf kunnen blijven bepalen wanneer de informatie wordt vrijgegeven, het wordt geen spyware. ‘Dankzij deze gegevens kan heel gemakkelijk bijna per titel een website worden gemaakt waar een boek inhoudelijk wordt gepresenteerd. Als dit lukt hebben we een wereldprimeur.’
Tekst: Elselien Dijkstra