‘Met betrekking tot het gebruik van de landelijke systemen streeft de OBA verzakelijking binnen de samenwerkingsrelaties na, waarbij heldere afspraken worden gemaakt over doelstellingen, termijnen en kwaliteitsniveaus.’
Zinnetje in een paragraaf over ICT in het nieuwe Beleidsplan 2015-2018 van de Openbare Bibliotheek Amsterdam, met de titel Samen voor heel Amsterdam.
Martin Berendse, sinds 1 juli directeur van de OBA, presenteerde het plan 1 december tijdens een bijeenkomst in het ‘Theater van het woord’ in de OBA.
Drie speerpunten
De OBA heeft in het
Beleidsplan 2015-2018 (pdf) drie speerpunten geformuleerd: 1. De OBA online, 2. De OBA als broedplaats van een metropool en 3. De OBA als middelpunt van de wijk en als educatiepartner. De OBA licht op haar website de speerpunten toe in een
verkorte versie van het plan (pdf).
Drie productlijnen
In
zijn presentatie (pdf) op 1 december vertelde Berendse dat de OBA de vijf in de Stelselwet genoemde bibliotheekfuncties heeft ondergebracht in drie productlijnen: de O van ‘Ontwikkeling & Educatie’, de B van ‘Bibliotheek- en informatiediensten’ en de A van ‘Activiteiten, Ontmoeting en Debat’. Op basis van maatschappelijke trends en publieksbehoeften wil de OBA de komende vier jaar meer aandacht voor de O en de A en minder voor de B, omdat die B tot nu toe verreweg de meeste (financiële en personele) aandacht kreeg. Het Beleidsplan zegt: ‘Met het gelijkwaardig naast elkaar plaatsen van deze drie productlijnen en de inbedding daarvan in de organisatie, sluit de OBA de pioniersfase die zeven jaar geleden begon met de ingebruikname van de nieuwe Centrale OBA af en start de implementatiefase. Het revolutionaire zit niet in de ruimte voor nieuwe ideeën, maar in de structurele doorvoering van die nieuwe ideeën. Komende beleidsperiode wordt vooral gebruikt om de resultaten van onze innovatieve aanpak uit de afgelopen jaren beter in de organisatie te verankeren en evenwicht aan te brengen tussen klassieke en nieuwe taken.’ Vervolgens benoemt het plan de drie speerpunten.
Twaalf voornemens
De speerpunten gaan gepaard met in het totaal 12 voornemens.
Bij ‘de OBA online’ zijn dat:
1. Verschuiving van de focus van alleen toegang tot de eigen collectie naar toegang tot zoveel mogelijk bronnen in de digitale wereld;
2. Forse verbetering online-dienstverlening én aan de balie blijven helpen en ondersteunen van kwetsbare groepen;
3. Zich ook binnen het digitale domein tot een ‘ware content curator’ ontwikkelen.
Bij ‘de OBA als broedplaats van een metropool’ gaat het om:
4. Versterking van de positie van de Centrale als laboratorium voor programmering, ontmoeting en debat en daarvoor enkele nieuwe strategische samenwerkingsovereenkomsten sluiten;
5. Kiezen voor een rol als breed platform voor culturele ontwikkeling, inzetten op co-creatie en samenwerking met zo veel mogelijk grote en kleine partners/communities binnen het Amsterdamse literaire, culturele en maatschappelijke leven;
6. Beter ondersteunen van het Amsterdamse literaire, culturele en maatschappelijke leven bij het vinden van nieuw publiek.
De overige zes horen bij ‘de OBA als middelpunt van de wijk en als educatiepartner’:
7. Decentrale OBA-vestigingen zullen zoveel mogelijk inspelen op specifieke behoeften van het eigen verzorgingsgebied, door differentiatie en specialisatie mogelijk te maken;
8. Meer aandacht besteden aan de traditionele doelgroepen (jongeren, ouderen en mensen met een hulpvraag) en meer ruimte voor ‘pop-ups’ en dienstverlening op locatie;
9. Streven naar breder financieel draagvlak voor en ruimere openingstijden van de vestigingen door aanpassing van het servicemodel en het vinden van nieuwe partnerorganisaties;
10. Oprichten van een doorlopende leerlijn op het gebied van taal- en leesvaardigheid en mediawijsheid en daarbij meer uitgaan van de vraag vanuit onder andere het onderwijs;
11. Niet alleen educatieve activiteiten aanbieden, maar zich ontwikkelen tot partner op het gebied van deskundigheidsbevordering en beleidsontwikkeling voor taal- en leesvaardigheid en mediawijsheid;
12. Zich actief blijven inzetten voor de voortzetting en verbreding van het “Leef en Leer!-consortium’ (een Amsterdams educatief netwerk).
Impact
Het hoofdstuk ‘Impact’ meldt dat de beleidsvoornemens ‘stevige keuzes’ met zich meebrengen bij de allocatie van de budgetten en de inzet van medewerkers. Berendse had het over 'de OBAris 3.0’. Die moet specialist en generalist tegelijk zijn. De OBA verwacht dat de subsidies niet zullen groeien en wil op zoek naar andere inkomsten en partners. In een voetnoot meldt het plan dat ook de gemeente Amsterdam de onttrekking uit het gemeentefonds in 2015 wil korten op de subsidie aan de bibliotheek. ‘Het voorstel van de OBA is om dit bedrag vanaf 2016 te bestemmen voor de innovatieagenda van de OBA voor de periode 2016-2018’, zegt de voetnoot verder.
Twee deskundigen
Berendse meldde 1 december dat de medewerkers betrokken waren bij de totstandkoming van het nieuwe beleid. Ook waren er deskundigen geraadpleegd.
Twee van hen, Frank Huysmans, bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap, en Tom Kniesmeijer, toekomstpsycholoog en trendwatcher, hielden een inleiding.
Huysmans zei in
zijn verhaal drie denkrichtingen te ontwaren voor de toekomst van de bibliotheek: de retailbibliotheek, de bibliotheek als huis van de gemeenschap en de bibliotheek als digitaal knooppunt. Hij vond ‘het huis van de gemeenschap’ het belangrijkst, maar zei dat je ook de andere twee nodig hebt. Met vergelijkende cijfers van Finland en Nederland liet hij zien dat het bibliotheekwerk in Finland (met 3 keer zo weinig inwoners) qua vestigingen en uitleningen ongeveer op hetzelfde niveau ligt als in Nederland, maar dat de cijfers minder dalen. Een mogelijke verklaring is dat in Nederland de nadruk erg ligt op lezen en leesplezier en in Finland ook op andere functies. Dus vond hij goed van het OBA-plan dat gekozen wordt voor verbreding.
Kniesmeijer gaf in
zijn presentatie (pdf) aan dat er meer behoefte is aan ‘betekenis’ en zingeving, en dat daarmee de ontwikkelingsrichting binnen instellingen en bedrijven is: meer aandacht voor de professional. Het gaat om meer individuele aandacht en minder standaardisatie, het ‘orkestreren van ongemiddelden’. Dus ook beleidsplannen moeten beginnen met het individu, iets wat hij terugzag in het nieuwe OBA-plan.
Citaten
Nog een drietal citaten uit het plan:
‘De uitleningen van cd’s voor volwassen zijn sterk gedaald en vormen nog slechts een klein deel van de totale uitlening voor volwassenen. De OBA is daarom voornemens de collectie van cd’s in de komende periode niet meer in open opstelling te plaatsen. Om de toegang tot muziek langs nieuwe wegen mogelijk te maken, zal de OBA samenwerking zoeken met bestaande (muziek)aanbieders.’
‘Zo wil de OBA de mogelijkheden onderzoeken om de eerste verdieping in de centrale vestiging in te richten als studio voor de ontwikkeling van audiovisuele content, digitale media en games. Om dit te realiseren wil de OBA de bestaande samenwerkingsrelaties met onder meer OBA Live en Amsterdam FM verdiepen en enkele nieuwe strategische samenwerkingsverbanden aangaan.’
‘De naamsbekendheid van het OBA-merk is groot, maar steeds minder mensen weten waar de afkorting eigenlijk voor staat. Daarom zal in alle publieksuitingen het "korte" OBA-merk als uitgangspunt worden gekozen. Niettemin is de OBA buiten het eigen vestigingennetwerk niet goed zichtbaar. Bovendien wordt de OBA nog te veel gezien als leeninstituut.
• Om dat te veranderen, wordt een onderscheidend, geloofwaardig en inspirerend OBA-merkverhaal geformuleerd. Het is belangrijk dat dit merkverhaal klopt (rationeel) en het hart van publiek en medewerkers raakt (emotioneel).
• De consequentie van deze merkstrategie is dat de OBA het huidige landelijke bibliotheeklogo als ondersteunend zal inzetten en zich daarbij zal beperken tot uitingen met betrekking tot de productgroep bibliotheek- en informatiediensten.
• Deze aanpak is het logische gevolg van de visie dat de landelijke services er vooral zijn ter ondersteuning van de digitale bibliotheek en informatiediensten. Op het punt van excellente digitale dienstverlening aan de leden van het landelijke netwerk van openbare bibliotheken, wil de OBA niet alleen maar “halen” maar ook “brengen”. De OBA wil daarom een voortrekkersrol blijven spelen en ook in de toekomst een proeftuin zijn voor innovaties die landelijk of provinciaal ontwikkeld worden. Uitgangspunt daarbij moet wel blijven dat deze landelijke diensten de lokale operaties van de OBA en zusterorganisaties versterken en ondersteunen.’