OCW wil gegevens afzonderlijke bibliotheken openbaar maken, ondanks bezwaren uit branche
Het ministerie van OCW is van plan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) te voldoen aan een verzoek om openbaarmaking van gegevens van de afzonderlijke openbare bibliotheken, ondanks bezwaren van de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) en 73 openbare bibliotheken.
Dit heeft het ministerie in een mailbericht van 17 januari aan de VOB en de bibliotheken laten weten. Bij het bericht zat een kopie van de brief aan de verzoeker, waarin staat dat OCW het verzoek wil honoreren en om welke redenen de bezwaren van VOB en bibliotheken worden afgewezen. Desgevraagd meldt Aad van Tongeren, senior beleidsadviseur bij OCW, dat de verzoeker een adviesbureau voor de publieke sector is. Dit bureau biedt overheden expertise aan en verzamelt informatie ter onderbouwing van de adviezen.
De gegevens waar het om gaat worden vermeld in bijlage 1 van de
Regeling gegevenslevering openbare bibliotheekvoorzieningen: informatie over collectiebezit, uitleningen, leden, uitoefenen kernfuncties, financiën en personeel. Artikel 11 van de
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) bepaalt dat de bibliotheken gegevens moeten leveren. Deze mogen niet herleidbaar zijn tot individuele gegevens van gebruikers en personeelsleden. In
de brief aan de verzoeker (pdf) meldt OCW dan ook dat er een uitzondering is gemaakt voor dergelijke persoonsgegevens.
Juridisch advies
De VOB
laat op haar website weten samen met Stadhouders Advocaten te zullen bekijken hoe op het besluit van OCW gereageerd zal worden. OCW meldde op basis van de Wob dat er nog veertien dagen tijd is om door middel van een bezwaarschrift en via de rechtbank (vragen voorlopige voorziening) openbaarmaking tegen te houden.
In november 2016, toen bleek dat er een Wob-verzoek was ingediend (waarover belanghebbenden hun zienswijze kunnen geven),
vertelde de VOB juridisch advies te hebben gevraagd. Zie ook bovenaan in
de WWW van december 2016.
Bezwaar gemaakt
Uit de OCW-brief blijkt nu dat Stadhouders Advocaten namens de VOB en de openbare bibliotheken van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht op 5 december bezwaar hebben gemaakt. Zeventig andere bibliotheken steunden dat bezwaar. De VOB maakte daar op haar website geen melding van en publiceerde ook niet de reactie van OCW.
Vier onderdelen
Het bezwaar valt volgens de OCW-brief in vier onderdelen uiteen.
De bezwaarmakers vinden in de eerste plaats dat er geen sprake is van een bestuurlijke aangelegenheid (waar de Wob betrekking op heeft) en dat in de Regeling gegevenslevering ook niet vermeld is dat OCW moet beschikken over data van afzonderlijke bibliotheken. OCW kan volgens hen volstaan met geaggregeerde cijfers.
In de tweede plaats merken de bezwaarmakers op dat de gegevens niet bij OCW berusten, maar zich in een databank van de Koninklijke Bibliotheek (KB) bevinden.
Het derde punt is dat het gaat om bedrijfs- en fabricagegegevens die de bibliotheken vertrouwelijk hebben verstrekt.
Het vierde en laatste onderdeel is dat de bibliotheken onevenredig worden benadeeld als de gevraagde informatie openbaar wordt gemaakt.
Bestuurlijke aangelegenheid
OCW weerlegt stuk voor stuk deze onderdelen.
Wat het eerste punt betreft, is er volgens OCW wel sprake van een bestuurlijke aangelegenheid, daar de gegevens, op het niveau van de afzonderlijke bibliotheken, nodig zijn om de ontwikkelingen in het bibliotheekstelsel te kunnen volgen en om na te gaan of er – bijvoorbeeld – geen lacunes ontstaan.
Bij het tweede punt zegt OCW dat de gegevens wel bij hem berusten, zoals staat in artikel 11 van de Wsob. Gegevens aanleveren gebeurt via een website van de KB, om administratieve lasten te minimaliseren. De KB levert de gegevens door aan OCW.
Wel of geen vertrouwelijkheid
OCW gaat uitvoerig in op het derde en vierde punt, de aangedragen vertrouwelijkheid en de schade die toegebracht zou kunnen worden aan de concurrentiepositie van openbare bibliotheken.
OCW meldt dat er geen afspraken zijn gemaakt over vertrouwelijkheid. Bovendien blijkt uit de memorie van toelichting bij de Wsob duidelijk dat de gegevens zullen worden gebruikt voor (transparante) beleidsrapportages die betrekking hebben op het niveau van de individuele organisaties, op groepsniveau en op landelijk niveau. OCW: ‘Uit dezelfde toelichting blijkt ook dat de behoefte onder subsidieverstrekkers om periodiek te kunnen beschikken over prestatiegegevens van publiek bekostigd bibliotheekwerk de aanleiding vormt tot de verplichte gegevenslevering door o.a. lokale bibliotheekvoorzieningen.’ [Ook de provinciale ondersteuningsinstellingen en de KB moeten gegevens verstrekken – red.].
Concurrentiepositie
Over de mogelijke schade die openbaarmaking kan veroorzaken, meldt OCW dat de bezwaarmakers hebben gewezen op de concurrentiepositie waarin ze zitten. OCW schrijft: ‘De bibliotheekbranche krijgt volgens de VOB steeds meer kenmerken van een open markt waarbij moet worden geconcurreerd. Er zijn commerciële partijen bijgekomen die ook bibliotheekdiensten verlenen. Daarnaast wordt de dienstverlening steeds vaker aanbesteed door gemeenten, waarbij andere bibliotheken en commerciële partijen kunnen meedingen naar de opdracht.’
OCW zegt dat bibliotheekgegevens een commerciële partij mogelijk kunnen helpen bij een offerte, maar dat daar tegenover staat dat zo’n partij in het nadeel is op het gebied van kennis en branche-ervaring. Er is dus geen sprake van onevenredige benadeling, vindt OCW.
Wel of geen Wsob
Het ministerie wijst er verder op dat voor zo’n commerciële partij, om als Wsob-bibliotheek te kunnen functioneren, dezelfde wettelijke verplichtingen gelden. Als zo’n partij concurrentievoordelen wil halen door niet aan de Wsob-verplichtingen te voldoen, is die partij geen bibliotheek in de zin van de wet en kan zij geen gebruik maken van de faciliteiten van het openbare bibliotheeknetwerk. Maar als een gemeente een bibliotheek wenst die wel voldoet aan de netwerkverplichtingen, ook al is dat geen bestaande bibliotheekorganisatie, dan moet ook zo’n bibliotheek gegevens leveren en is er daarmee sprake van een gelijk speelveld.
OCW zegt wel enig begrip voor het standpunt van de VOB te hebben, maar wijst erop dat veel bibliotheken de gegevens zelf al in hun jaarverslagen publiceren en dat sommige dit ook van gemeentewege verplicht zijn. ‘Er zit naar mijn oordeel geen verschil tussen de informatie die sommige bibliotheken wel, en andere niet verplicht zijn openbaar te maken. Daarbij ben ik van mening dat lokale bibliotheken een beroep doen op gemeenschapsgelden en voor 80% uit overheidssubsidies worden bekostigd. Daar staat een zekere mate van publieke verantwoordingsplicht tegenover,’ vindt OCW.
Publiek belang groter
Alles afwegende meent OCW dat het publieke belang van openbaarmaking van de gevraagde gegevens opweegt tegen het voorkomen van een eventuele benadeling voor de lokale bibliotheken.
Tekst: Wim Keizer