In een samenleving waarin informatie hoofdzakelijk in de vorm van tekst tot ons komt, is het belang van lezen evident. De tijd die we besteden aan lezen neemt echter steeds verder af, en dat niet alleen: de hele leescultuur is aan het veranderen. We lezen via andere media, en we lezen minder lang en minder geconcentreerd, met uitzondering van de krimpende groep fanatieke boekenlezers. Met de opkomst van digitale media zijn diverse trends te zien waardoor mensen anders lezen.
Hoewel papier nog steeds dominant is, wint digitaal lezen terrein. De digitale media bieden nieuwe mogelijkheden. Zo ontstaan er nieuwe vormen van literatuur en is het voor lezers makkelijker om zelf auteur te worden. Ook komen er steeds meer niet-traditionele plekken om aan boekpromotie te doen, zoals festivals en online community’s. De weg van schrijver naar lezer verloopt lang niet altijd via een traditionele uitgeverij en boekhandel.
Steeds minder lezers
In de afgelopen jaren is de leestijd van Nederlanders steeds verder gedaald, blijkt uit een recente studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Die daling komt doordat minder mensen zijn gaan lezen, niet doordat Nederlanders minder zijn gaan lezen. Bovendien komt de daling vooral terug in de daling van het aantal kranten- en tijdschriftenlezers. Het aandeel lezers van boeken heeft zich na een daling tussen 2006 en 2011, gestabiliseerd in 2016. De totale tijd die er aan lezen besteden wordt is in de loop van de jaren iets gestegen, van 10,6 uur per week in 2006 tot 11,7 uur in 2016 (
Wennekers et al, 2018).
Bron: Wennekers et al, 2018.
Vooral onder jongeren
Wat opvalt, is dat de daling van het percentage lezers vooral sterk is onder tieners en jongvolwassenen. Bij de tieners is het aandeel lezers ruim 50%, terwijl van de 65-plussers vrijwel iedereen leest. Wel of niet lezen is niet afhankelijk van het geslacht, wel zijn vrouwen meer boeken- en tijdschriftenlezers en mannen meer kranten en online-lezers. Bovendien is het aandeel lezers onder laagopgeleiden hoger dan onder middelbaar opgeleiden. Zij lezen minder tijdschriften en kranten maar lezen wel meer online (
Wennekers et al, 2018).
Papier nog dominant
Langzaamaan wint digitaal lezen terrein ten opzichte van het lezen vanaf papier. Van de 50 minuten die Nederlanders gemiddeld op een dag in 2015 lazen, las men 31 minuten van papier. Dit was in 2013 nog 36 minuten. Met name het lezen van tijdschriften gebeurt nog vrijwel altijd van papier. Lezen van het scherm betreft vooral media zonder alternatief op papier, zoals teletekst, nieuwssites en allerlei apps (
Wennekers et al, 2018). Het aantal e-bookuitleningen bij bibliotheken is in 2016 bijna verdubbeld ten opzichte van 2015. Het zijn vooral oudere lezers (65+) die meer van papier lezen, terwijl tieners en lezers tussen 20-34 jaar meer van het scherm lezen. De leeftijdsgroep daartussenin combineert het lezen van papier en scherm (
Wennekers et al, 2018).
Nieuwe plekken
Met de sluiting van bibliotheekvestigingen en boekwinkels verdwijnen er traditionele fysieke plekken voor leespromotie. Er treedt een verschuiving op naar niet-traditionele plekken en evenementen, zoals festivals,
pop-up events, poetry slams en (voorlees)wedstrijden. Via social media, literaire festivals en schrijversavonden staan schrijvers in direct contact met hun lezers en creëren ze hun eigen volgers. Verder is er een bloeiende cultuur van online community’s die op sociale platforms hun eigen fanschare organiseren met boekvloggers,
fan-fiction, challenges en evenementen.
Online platforms
Online schrijf- en leesplatforms bieden lezers de mogelijkheid om online boeken te lezen, te schrijven en hun leeservaringen en adviezen te delen met medegebruikers. De functionaliteiten van online platforms zijn meestal gericht op verkoop of toegang, het doen van aanbevelingen, of het delen van ervaringen. Meestal gaat het om een combinatie van functies. Verhalen zijn de basis. De meeste platforms genereren inkomsten door lidmaatschapskosten en advertenties. Gratis platforms bieden tegen betaling aanvullende mogelijkheden.
De online platforms bieden voor een deel hetzelfde als de traditionele leesclubs, maar ze spreken deels een ander publiek aan. Sociale interactie is de voornaamste reden om deel uit te maken van een leesclub. Daarbij begrijpen lezers de boeken beter wanneer ze deze kunnen bespreken dan wanneer de verhalen slechts individueel worden gelezen. Mensen zijn vooral lid van een leesclub omdat ze de behoefte hebben hun leeservaringen te delen en tot nieuwe inzichten te komen (
Van Herten, 2015).
Het ontmoeten van en uitwisselen met andere lezers en het opdoen van ideeën voor boeken, is tevens een reden waarom mensen zich aansluiten bij een online gemeenschap. Zo blijkt dat bijvoorbeeld lezersplatform
Hebban beantwoordt aan een gemeenschappelijke behoefte van leden om nieuwe inzichten en ervaringen uit te wisselen binnen de online community (
Jessen, 2016).
Jonger publiek
Social media platforms en online community’s waar leden zelf verhalen en gedichten schrijven, zoals
www.fanfiction.net of
www.wattpad.com brengen lezen en schrijven dichter bij elkaar en maken er weer een sociale bezigheid van. Online platforms bieden een uitgelezen kans om een jonger publiek voor lezen te vinden. Zo blijken bepaalde lees- en schrijfplatforms de intrinsieke motivatie van leerlingen om te lezen aan te kunnen spreken. Autonomie, betrokkenheid en competentie zijn de elementen waaruit die motivatie bestaat. Het gaat dan vooral om het lezen. Om ook eigen schrijfsels te durven delen, moeten de leerlingen zich eerst competent genoeg voelen.
Nieuwe vormen literatuur
De beschikbaarheid van apps en online tools leidt tot experimenten met nieuwe vormen van online verhalen vertellen. Voorbeelden zijn een roman verpakt als game of app, literaire podcasts en virtuele poëzie. Het boek is niet langer de enige of belangrijkste drager van een verhaal: series, spin-offs en verhaallijnen zijn naar keuze te volgen via verschillende media. De lezer kan navigeren door deze verhalen, maar ook zelf elementen toevoegen of de dialoog aangaan met de makers en met andere lezers. Een scan van innovatieprojecten in het digitale literaire domein laat zien dat er vooral vernieuwing plaatsvindt via smartphones. De lezer krijgt daarbij steeds vaker invloed op het verloop van het verhaal. Andere ontwikkelingen zijn dat de auteur technologie laat ingrijpen op zijn schrijfproces en tekst en dat verhalen (afwisselend) van scherm verder gaan in de fysieke wereld of vice versa. Hierdoor vervaagt de grens tussen auteur en lezer (
Dresser et al, 2017).
Lezers worden auteur
De beschikbaarheid van digitale media maakt het eenvoudiger om zelf auteur te worden en een boek uit te geven. Wie een boek wil publiceren, hoeft niet te wachten op een uitgever maar kan dat steeds eenvoudiger zelf doen (
Cultuurindex.nl, 2016). Uitgevers passen hun dienstenmodel daarop aan en bieden bijvoorbeeld begeleiding en redactie voor wie zelf wil publiceren.
Tekst: Marianne Hermans
Definitie van lezen
Het SCP geeft in haar rapport ‘Lees:tijd’ de volgende definitie van lezen. ‘Onder lezen verstaan we in dit rapport allereerst het lezen van de traditionele tekstmedia: boeken, kranten, tijdschriften, huis-aan-huisbladen en overige (onder andere folders). Naast de oorspronkelijke, gedrukte vorm worden ook de digitale varianten van deze tekstmedia meegenomen. Ten tweede rekenen we onder lezen het gebruik van hedendaagse tekstmedia die alleen via een scherm geraadpleegd kunnen worden: teletekst en born-digital nieuwssites en apps en andere specifieke informatie op internet. De meting van de totale leestijd betreft de tijd die aan het lezen van zowel papier als scherm is besteed' (Wennekers et al, 2018:p.6). |
Bronnen
* Cultuurindex.nl (2016),
Unieke gegevens over de amateurschrijver en self publishers. Geraadpleegd op 26 april 2018.
* Dresser, P. ’t Hooft, N. en O’Hare, E. (2017),
Digitale literatuur. Scan van innovatieprojecten (pdf), Amsterdam: KVB Boekwerk en Nederlands Letterenfonds.
* Hansum, Pernille (2018),
Leerling en lezerscommunity. De motivatie van 3-vwo’ers, scriptie, Universiteit Utrecht.
* Jessen, N. (2016),
Lezen als sociale activiteit. Van leesgezelschap tot online lezerscommunity (pdf), Nijmegen, Universiteit Radboud.
* Leesmonitor (2018),
Opbrengsten. Geraadpleegd op 26 april 2018.
* Nielen, M. en Bus, A. (2016),
Onwillige lezers. Onderzoek naar redenen en oplossingen (pdf), Delft, Eburon.
* Tromp, Jolein (2018),
Creatief schrijven als sociale activiteit. Een onderzoek naar de motivatie van leerlingen van het voortgezet onderwijs om deel te nemen aan online schrijverscommunity’s, scriptie, Universiteit Utrecht.
* Van Herten, M. (2015),
Learning communities, informal learning and the humanities: An empirical study of book discussion groups (pdf)
* Weijden, Niek van der (2018),
Online leesplatforms, motivatie om meer te lezen? Een verkennend onderzoek naar de invloed van online leesplatforms op de leesmotivatie van jongeren uit de brugklas, scriptie, Universiteit Utrecht.
* Wennekers, A., Huysmans, F. en Haan, J. de (2018),
Lees:tijd. Lezen in Nederland, Den Haag, SCP.