Afgelopen zomer publiceerde Mark Deckers, strategisch adviseur Rijnbrink, op zijn blog een ‘
Boetebarometer’ waarin te lezen is dat inmiddels 45 procent van de bibliotheken een vorm van boetevrij lenen kent.Het betreft een forse stijging (ruim 30 procent) ten opzichte van de meting die twee jaar eerder, in 2017, gedaan werd: toen ging het om 34 procent. Het is, kortom een concept dat aanslaat, en waar Deckers al in 2009 over schreef.
‘Als voorbeeld zag ik Netflix’, zegt hij. ‘Tegenwoordig bekend van de televisieseries maar destijds leenden ze in Amerika dvd’s uit: een groot bedrijf. Ze adverteerden met: bij ons betaal je nooit boete. Je kon via het internet vier dvd’s lenen die via de post werden opgestuurd. Als je een vijfde dvd wilde hebben, moest je de eerste terugsturen. Zo kon je er nooit meer dan vier in huis hebben. Hield je er vier een jaar lang in huis, dan was dat prima zolang er contributie betaald werd. Dat zette mij aan het denken: er zijn naast boetes dus ook andere prikkels denkbaar om boeken terug te krijgen. Als je vier boeken in huis mag hebben en om het vijfde te kunnen lenen moet je het eerste inleveren, dan heb je een ander businessmodel.’
In hoeverre is het boetegeld voor de bibliotheken een inkomstenbron?
‘In de regel is 11, 12, 13 procent gebruikersinkomsten. De rest is subsidie, projectsubsidie of andere projectinkomsten. Van het totaal van de begroting is 3 procent boetes. Als de gemeente indexeert met 3 procent, is dat hetzelfde bedrag als je jaarlijks aan boetes binnenkrijgt. Dat bibliotheken naar boetevrij gingen, was enerzijds omdat het een ergernis van klanten was, anderzijds omdat men er minder tijd aan kwijt wilde kwijt zijn: het innen van boetes is een relatief tijdrovende klus. Je moet een betaalautomaat hebben, je moet achter het geld aan, je moet de administratie bijhouden, en je moet tijd besteden aan de balie als iemand het er niet mee eens is. Als er niet betaald hoeft te worden in de bibliotheek, kan de automaat weg, heb je een hoop procedures minder en kun je de tijd voor andere dingen gebruiken. Maar je moet wel een paar drempeltjes over. We hebben in een onderzoek gekeken naar wat er na invoering is gebeurd met de gebruikersinkomsten. Wat naast de tijdsbesparing duidelijk was: als klanten minder ergernissen ervaren, blijven ze misschien hangen als lid. Want boetes zijn een van de redenen om af te haken. Daar hebben we naar gekeken, maar je kunt op basis van deze cijfers niet zeggen dat boetevrije bibliotheken als geheel nu meer of minder gebruikersinkomsten hebben.’
Het is niet altijd makkelijk de cijfers te duiden?
‘In Eindhoven speelde mee dat ze net vestigingen hadden gesloten. Dat zit in een kluwen van onderdelen waarin je zegt: probeer de cijfers maar eens van de buitenkant te duiden. In Groningen zie je dat het aantal uitleningen daalt. Hoe kan dat? Na de invoering van boetevrij gaan mensen toch makkelijker lenen? Maar je mag in Groningen niet meer verlengen. Dan kun je zeggen: dat is niet meer nodig, want je hoeft geen boete meer te betalen. Een logische gedachte, zou je zeggen. Maar dan kom je op dat principe van Netflix. Veel bibliotheken zeggen: we hebben een uitleentermijn, maar als je het boek daarna wilt houden, betaal je ervoor. De maximale boete is dan de boekvergoeding. Ook wordt er gezegd: je kunt het houden, tenzij iemand het gereserveerd heeft. Dus daar zit verschil in. Bij de Bibliotheek Rivierenland zeggen ze: u bent kennelijk zo tevreden met het boek, u mag het kopen. Dat noemen ze de blije brief.’
 |
Overzicht van boetevrije bibliotheken in Nederland
Momenteel heeft 45 procent van de bibliotheken een vorm van boetevrij. Voor wie - qua abonnement - extra wil betalen bestaat die mogelijkheid ook – kun je dan nog wel spreken van boetevrij?
‘Dat hangt er een beetje van af. Ik maak onderscheid tussen volledig boetevrij, een pluspakket en kinderen boetevrij. Dat laatste komt ook vaak voor. Kinderen zijn dan volledig boetevrij, maar voor volwassenen geldt dat men een soort pluspakket aanbiedt. Als boetevrij voor je begroting toch nog een grote aderlating betekent, zou je erover na kunnen denken een pluspakket in te voeren dat net boven het standaardabonnement zit. Je houdt dat plusabonnement iets stabieler, en je verhoogt stapsgewijs het basisabonnement iets. Op een gegeven moment zit het basisabonnement dicht bij het plusabonnement, en dan laat je het basisabonnement vervallen. Daar zijn best routes voor denkbaar.’
Mensen moeten erop geattendeerd worden dat het lenen boetevrij geworden is. Iemand in Eindhoven, geef je op je blog aan, had als bezwaar dat er boetes betaald moesten worden, maar dat was op dat moment al niet meer zo. Waarom denken ze dat nog steeds?
‘Bibliotheken hebben vaak heel trouwe leden, en dat kan betekenen dat gedragspatronen heel diep ingesleten zijn. Ik kan me uit mijn eigen praktijk met bibliotheken herinneren dat we ruimer opengingen. De bibliotheek ging aanvankelijk met etenstijd dicht en na etenstijd weer open. Dat werd op een gegeven moment afgeschaft, maar het heeft jaren geduurd voordat er een beetje loop kwam omdat mensen gewoon niet wisten dat de bibliotheek open was. Die dachten: ze zijn altijd dicht met etenstijd.’
Je zou zeggen: iemand die het idee heeft dat er nog boetes bestaan is iemand die de boeken op tijd terugbrengt, anders zou hij wel gemerkt hebben dat er geen boetes meer zijn.
‘Dat is interessant, of je überhaupt merkt of boetes zijn afgeschaft. Je brengt een boek dat te laat is terug en denkt: toch geen boete. Ik heb geluk gehad of ik heb misschien niet goed opgelet wat betreft het te laat zijn.’
Boetes zijn doorgaans niet heel hoog.
‘Bij de meeste gaat het om kleine bedragen. Het is echt maar een klein percentage waarbij het om een hoge boete gaat, iemand die moedwillig zijn boeken niet terugbrengt. Van die 3 procent die het van onze inkomsten is, gaat het ook meestal niet om een moedwillige actie van gebruikers. En het gaat vaak om gebruikers die jarenlang lid zijn en altijd netjes hun contributie betalen.’
Kinderen geen boete meer laten betalen zou veel leed voorkomen.
‘Elke bibliotheek kent verhalen van kinderen die niet meer mogen lenen van hun ouders als ze een aantal keren een boete hebben gehad. Als je een keer de Sjaak bent – je had bijvoorbeeld tien boeken in huis en je was twee maanden te laat – kan dat bij elkaar opgeteld neerkomen op een boete van 45 euro. Als het abonnement dan verlengd moet worden, wat denk je dat er dan gebeurt? Dan kan ik als bibliotheekmedewerker nog zo hard zeggen: ja, meneer, u hebt het afgelopen jaar honderd boeken geleend, dat is samen 1500 euro waard. Die 45 euro plus die 60 euro contributie, is nog steeds maar 105 euro, maar dat heeft geen effect. Die 60 euro is voor mensen het probleem niet, maar die 45 euro is het probleem wel. Die tik op de vingers wordt veel harder gevoeld dan het contributiebedrag.’
 |
Er is voor boetevrij nog veel te winnen.
‘Ik kom nog wel eens met gemeenteraden in aanraking, en vraag of het wat voor hun gemeente zou zijn. Dat kunnen we toch niet gaan doen, dan krijgen we die boeken nooit meer terug, hoor je dan. Er is een diep wantrouwen: dat kan toch niet werken, dat we gewoon gaan opereren op basis van vertrouwen dat het wel goed zal komen…’
Op het gebied van lastenverlichting voor gebruikers speelt naast boetevrij het gratis basisabonnement. Willen bibliotheken die kant op?
‘Jawel, er is nu een groep van ik geloof tien organisaties die bij de Innovatieraad een subsidie heeft aangevraagd. Onder de naam Gratis maar niet gratuit willen ze experimenteren met dat gratis basisabonnement, met daarnaast nog altijd een soort topmodel. Je kunt gratis twaalf boeken per jaar lenen, voor kleingebruik. Het aantal uitleningen per jaar per lid loopt overigens terug. In 2017 hadden we 3,7 miljoen leden en 71 miljoen uitleningen. In 1999 hadden we nog 4,3 miljoen leden en 150 miljoen uitleningen. Dus minder leden en minder uitleningen per jaar per lid (in 1999 bijna 35 uitleningen per jaar per lid, in 2017 iets meer dan 19). De veellezers sterven langzaam uit. De trend is: veellezers worden regelmatige lezers, regelmatige lezers worden kleinlezers. Dat is het effect van de ontlezing.’
Tekst: Martin de Jong