HomeNieuwsNieuws uitgelichtBericht
voetnoot
SCP-onderzoek: mediagebruik verandert heel langzaam; lezen van papier blijft populair
Bart Janssen
19-12-2019
Uit het onderzoek Trends in Media: Tijd van het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat vandaag is gepubliceerd, blijkt onder andere dat de tijd die in het totaal wordt besteed aan mediagebruik niet is gestegen sinds 2013 en dat ook de aard van het mediagebruik slechts langzaam verandert. Er is een lichte verschuiving zichtbaar in de richting van online mediadiensten, maar lezen van papier blijft onverminderd de voorkeur genieten boven digitaal lezen. 
SCP-onderzoek: mediagebruik verandert heel langzaam; lezen van papier blijft populair
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) noemt als eerste conclusie van Trends in Media: Tijd dat ingesleten gewoonten van mensen niet zo snel veranderen. Ondanks de toegenomen mogelijkheden is de totale mediatijd nagenoeg gelijk gebleven: in 2013 ging het om 8 uur en 40 minuten per dag, in 2015 om 8 uur en 33 minuten en in 2018 betrof het 8 uur en 23 minuten. ‘Media vormen een belangrijk deel van de dagbesteding, maar de hoeveelheid tijd die men aan media besteedt, is de afgelopen jaren niet toe- of afgenomen. Ook het tijdstip waarop Nederlanders media gebruiken is niet veranderd. ’s Ochtends wordt er vooral gelezen, gedurende de dag geluisterd, ’s avonds gekeken en laat in de avond nog even gelezen. Deze dagelijkse routines veranderen niet in omvang en ook niet wat betreft tijdstip waarop mensen bepaalde mediatypes gebruiken. Daarnaast blijkt dat mensen ook niet massaal alle nieuwe mogelijkheden van het veranderende medialandschap omarmen. Afgelopen jaren hebben de smartphone, de tablet en de televisie met internettoegang een snelle opmars meegemaakt. Dat creëert nieuwe mogelijkheden voor gebruik. Zo maken de smartphone en tablet het mogelijk dat media meer op andere locaties kunnen worden gebruikt, maar uit ons onderzoek komt naar voren dat dat nauwelijks is veranderd en dat Nederlanders voornamelijk thuis gebruikmaken van media. Traditionele vormen van mediagebruik blijven bovendien populair. Lezen doen Nederlanders nog steeds vooral van papier. Televisie kijken we nog steeds het meest op het moment van uitzending (live, oftewel lineair) en de radio staat het vaakst aan op de achtergrond, afgestemd op vaste zenders,’ aldus de onderzoekers. De daling van het gebruik van kranten, tijdschriften, radio en tv gaat, kortom, helemaal niet zo snel als soms wordt gedacht.

Dat betekent niet dat er helemaal niets verandert in het mediagebruik. Zo is er tussen 2013 en 2018 een lichte daling te zien bij het luisteren en bij het lezen (hoewel laatstgenoemde tussen de twee meest recente metingen niet verder is gedaald). Het luisteren is van gemiddeld 2 uur en 48 minuten in 2013 gedaald naar 2 uur en 32 minuten in 2018 en lezen van 42 minuten naar 36 minuten per dag. Het internetgebruik is nagenoeg gelijk gebleven. Ook is er een geleidelijke verschuiving te zien van televisiekijken naar streamen. In 2013 streamden we gemiddeld 10 minuten per dag beeldmateriaal, terwijl dit in 2018 bijna een half uur was. Maar kijken via het traditionele tv-kanaal blijft de voorkeur houden met meer dan twee uur per dag. De verschuiving van televisiekijken naar streamen is het meest zichtbaar onder jongeren en hoogopgeleiden.
 
Tabel 1

De onderzoekers constateren dat er tussen verschillende groepen op sommige gebieden wel significante verschillen zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen besteden in totaal minder tijd aan media en dit verschil is inmiddels gemiddeld bijna een uur op een dag (8 uur en 52 minuten voor mannen, 7 uur en 54 minuten voor vrouwen). Vrouwen luisteren en gamen vooral minder dan mannen, maar ze lezen en communiceren ongeveer evenveel. Tussen 2013 en 2018 is te zien dat vooral de mediatijd van vrouwen met 31 minuten is afgenomen. Dit komt vooral door een grote daling van de media-activiteit luisteren door vrouwen. Verder zijn er verschillen in mediagebruik tussen leeftijdsgroepen. ‘Er tekenen zich twee groepen af: tieners en jongvolwassenen (13-34 jaar) enerzijds, en 50-plussers anderzijds, waarbij de middengroep (35-49 jaar) in sommige opzichten meer op de 50-plussers lijkt en in andere opzichten meer op de tieners en jongvolwassenen. De tieners en jongvolwassenen besteden gemiddeld zo’n 7,5 tot 8 uur aan media op een dag en de 50-plussers besteden ongeveer 9 uur op een dag aan media. Ook zijn er duidelijke verschillen in de manier waarop de verschillende leeftijdsgroepen media gebruiken. De 50-plussers en nog sterker de 65-plussers kijken en lezen aanzienlijk meer dan tieners en jongvolwassenen. De verschillen in het kijkgedrag tussen de jongere en oudere leeftijdsgroepen zijn ook groter geworden door de jaren heen. Ouderen zijn iets meer gaan kijken en jongeren iets minder. Tieners en jongvolwassenen communiceren en gamen juist meer dan de andere leeftijdsgroepen. Luisteren is voornamelijk populair onder mensen tussen de 35 en 64 jaar,’ aldus het SCP.

Ook tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus zijn verschillen zichtbaar, met name in de verdeling tussen de verschillende manier van mediagebruik. Lageropgeleiden besteden gemiddeld op een dag zo’n 8 uur en 52 minuten aan media en hogeropgeleiden 8 uur en 21 minuten. Verschillen doen zich vooral voor in het kijk- en luistergedrag. Lageropgeleiden kijken ruim 1 uur en 15 minuten meer dan hogeropgeleiden. Hogeropgeleiden communiceren meer via media en maken meer gebruik van internet dan de groep lageropgeleiden. Lezen is ongeveer gelijk over de opleidingsgroepen verdeeld.
 
Tabel 2

Wat het lezen betreft stellen de onderzoekers vast dat er tussen 2013 en 2015 een daling was in de totale leestijd van 42 minuten naar 37 minuten op een dag, maar dat deze met 36 minuten in 2018 niet verder is gedaald. Uit het onderzoek Lees:Tijd Lezen in Nederland uit 2018 bleek al dat het aantal lezers van uitgebreidere teksten (zoals boeken en artikelen) in Nederland afneemt, maar dat de mensen die lezen nog wel ongeveer evenveel lezen. Jongere mensen en mannen lezen minder dan ouderen en vrouwen. Nederlanders lezen verreweg nog het meest vanaf papier, hoewel het lezen via een tablet en smartphone wel heel geleidelijk toeneemt. De meeste tijd wordt besteed aan het lezen van kranten en tijdschriften, maar er valt hier wel een daling te zien, van 23 minuten in 2013 naar 21 minuten in 2015 naar 19 minuten in 2018. De leestijd voor boeken ligt in dezelfde periode vrij constant rond 12 minuten per dag.
In de leesvoorkeuren verschillen vrouwen en mannen. De gemiddelde leestijd op een dag verschilt amper: 37 minuten voor vrouwen en 35 minuten voor mannen, maar wat er wordt gelezen, verschilt wel tussen de groepen. Vrouwen lezen vaker boeken, terwijl mannen vaker de krant pakken, met beide een verschil van 4 minuten.

Het SCP-rapport (pdf) gaat ook nog in op de verschillen tussen de verschillende leeftijdsgroepen op het gebied van lezen. Het rapport zegt daarover: ‘Het feit dat oudere mensen meer lezen dan jongere mensen is van alle tijden. In de totale leestijd is dit verschil tussen 2015 en 2018 nauwelijks veranderd. De groep 65-plussers leest gemiddeld bijna 1,5 uur per op een dag. Deze tijd gaat voor het grootste deel naar de krant, maar boeken en tijdschriften worden ook veel gelezen. De groep 20-34-jarigen leest gemiddeld 13 minuten op een dag. Wat ook opvalt, is dat de jongste twee leeftijdsgroepen nauwelijks kranten of tijdschriften lezen, maar wel boeken. De opvallendste daling tussen 2013 en 2018 is te zien bij 50-64-jarigen in het lezen van kranten: van 25 minuten naar 18 minuten. De jongere leeftijdsgroepen besteedden al weinig tijd aan kranten en onder 65-plussers is de gemiddelde tijd aan de krant niet afgenomen.’

Het onderzoek Media:Tijd is In het najaar van 2018 voor de derde keer uitgevoerd. Eerdere metingen betroffen 2013 en 2015. Bijna drieduizend Nederlanders van 13 jaar en ouder houden in het kader van het onderzoek gedurende een week minutieus bij hoe zij hun tijd spendeerden.
Het Media:Tijd-onderzoek is een samenwerking van het Sociaal en Cultureel Planbureau en onderzoeksorganisaties op het gebied van media, namelijk Nationaal Luister Onderzoek (NLO), Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) en Stichting KijkOnderzoek (SKO). In 2018 heeft ook het Platform Media-adviesbureaus (PMA) meegedaan. 


Print deze pagina

Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie