HomeRubriekenArtikel
voetnoot

Afscheid van de wijze tovenaar

Eimer Wieldraaijer
27-01-2012
Afscheid van de wijze tovenaar
‘Erik Jurgens is niet alleen een rebel, maar vooral ook een idealist,’ aldus karakteriseerde ceremoniemeester Philip Freriks de afscheid nemende VOB-voorzitter op donderdagmiddag 26 januari in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.
De oud-presentator van het NOS-Journaal en ambassadeur van Nederland Leest vervolgde: ‘Maar wel een idealist met een zeer pragmatische inslag. Thema van deze middag is Leesbevordering: dat doet de bieb! Een thema dat perfect bij Jurgens past, want lezen is een investering in jezelf. Dat mag wel eens gezegd worden in deze individualistische maatschappij. Met een minimale inleg – wat kost het lidmaatschap van een bibliotheek immers – bereik je een maximaal rendement. Een voortdurende stijging van de eigenwaarde. Lezen is een van de weinige investeringen waarvan de behaalde resultaten in het verleden een garantie zijn voor de toekomst. Lezen is kennis en kennis is macht of althans de mogelijkheid tot zelfontplooiing. In dat verband spreekt Jurgens graag van talige burgers. En het zou zo maar kunnen dat je dan ook te maken krijgt met betrokken burgers. Misschien zelfs wel met maatschappelijk betrokken burgers. De kwestie is alleen: hoe vertel je deze blijde boodschap? Hoe krijg je die over het voetlicht? Hoe het ganse volk te overtuigen dat er op dat punt een wereld te winnen is?’

Drie mijlpalen
Prinses Laurentien, erevoorzitter van de VOB en al jaren voorvechtster van alfabetisering en leesvaardigheid, pakte de handschoen graag op: ‘In de acht jaar dat professor Jurgens leiding gaf aan de VOB is er veel gebeurd met, voor en door bibliotheken. In mijn optiek zijn er drie mijlpalen te onderscheiden, waarbij zijn stuurmanskunst cruciaal is gebleken. In 2008 bestond de VOB honderd jaar. Daarnaast werd er een nieuwe strategie ontwikkeld om in te spelen op de dynamische ontwikkelingen in de buitenwereld, niet in de laatste plaats vanwege de uitdagingen die de informatietechnologie met zich meebrengt. Juist omdat zoveel informatie niet alleen schriftelijk maar ook digitaal beschikbaar is, zijn lezen en leesvaardigheid meer dan ooit noodzakelijk. Het geschreven woord is en blijft belangrijk voor de participatie van mensen in de samenleving. Daarnaast roept verruiming van de hoeveelheid informatie de vraag op welke vaardigheden mensen nodig hebben om de betekenis van die informatie op hun juiste waarde te kunnen beoordelen. Een van de vele vragen die tijdens het strategische proces van de VOB aan de orde zijn gekomen. Deze reflectieperiode leidde uiteindelijk tot het visiedocument de Agenda voor de Toekomst, dat in 2008 tot stand kwam. Ten derde was er per 2010 de gedenkwaardige opsplitsing in drie afzonderlijke organisaties: de VOB, SIOB en Bibliotheek.nl. Dat Erik Jurgens mij vroeg verbonden te blijven aan de nieuwe VOB, waardeer ik zeer. Het kan immers maar zo gebeuren dat je bij zo’n ontvlechtingsproces tussen wal en schip raakt.
Wat is mij opgevallen in de afgelopen acht jaar dat ik met Erik Jurgens mocht samenwerken? Allereerst zijn authentieke passie voor alles waar de bibliotheken voor staan. Van hogere literatuur tot leesbevordring voor de allerjongsten. Maar met passie alleen kom je er niet. Besturen vraagt om bestuurskunde en het verbinden van belangen teneinde de geformuleerde visie samen gestalte te geven en te implementeren. Ook daarin is Erik Jurgens sterk gebleken. Met respect voor alle betrokkenen luistert hij rustig naar ieders standpunt, en zet daarna, samen met de andere bestuursleden, doortastend de koers uit.’ De prinses vervolgde: ‘Tijdens de bestuursperiode van Jurgens stond de maatschappelijke context van de bibliotheek centraal. Deze trend zet zich ongetwijfeld voort. De meerwaarde van bibliotheken bestaat uit het bijdragen aan de ontwikkeling van burgers. De bibliotheekfunctie geeft invulling aan de notie van permanent leren. Het kunnen lezen is daarvan de basis. Het lijkt een open deur, maar dit gegeven kunnen we absoluut niet voor lief nemen. De bibliotheek staat par excellence voor het publieke domein. De politicologe Hannah Arendt zei dat de mens pas vrijheid kan ervaren als hij zich begeeft in de publieke ruimte en daar andere mensen ontmoet, spreekt en zich inzet voor de gemeenschap. In die publieke ruimte zijn mensen vrij van hun baas en familie en kan men zich vrij uiten. Zo kunnen zij onthullen wie zij zijn en hun mening laten horen, elkaar ontmoeten en actief het debat aangaan. Dat helpt hen om geïnvolveerde burgers te zijn. Juist de bibliotheek staat voor een laagdrempelige toegang tot het vergaren, begrijpen en verwerken van informatie en kennis. Daarmee is de bibliotheek cruciaal voor de invulling van die zo belangrijke publieke ruimte. Vanuit een breed maatschappelijk oogpunt is de functie van de bibliotheek onmisbaar, nog daargelaten waar die functie precies invulling krijgt. Uit onderzoek weten we dat de fysieke aanwezigheid en zichtbaarheid van boeken van wezenlijk belang zijn voor de beleving en het wereldbeeld dat we meegeven aan onze kinderen. Als boeken verdwijnen uit het straatbeeld, gaat er iets kostbaars verloren. We moeten niet denken dat de digitale wereld alle problemen oplost. Integendeel: fysieke zichtbaarheid is onveranderd belangrijk.’

Woorden die werden bekrachtigd door Ramsey Nasr. Na een geanimeerde dialoog met Philip Freriks droeg de Dichter des Vaderlands het volgende speciaal voor Erik Jurgens geschreven gedicht voor:

Sonnet voor
456 letters

En hier gebeurt het allemaal: vanbinnen
liggen de zinnen doodstil ingeklapt
als chromosomen, diep onder mijn kaft.
Ze wachten op een oog om te beginnen.

U leest – en loom weet zich een vers te ontspinnen.
Het was een val, u bent erin getrapt.
Geen geld of eeuwigheid wordt u verschaft.
Hooguit een ander heeft hier bij te winnen.

Andermans letters kapen uw gedachten:
mijn minutieus verzonnen DNA
heeft uit het niets al wat bestaat onttroond.

Mijn lichaam fonkelt op geroofde krachten.
Voel hoe ik groei en blakend openga.
Wie leest, wordt door het leven zelf bewoond.


Ter toelichting zei Nasr: ‘Met het project Dichter draagt voor wil ik jongeren over de drempel helpen als het gaat om poëzie. Wie niet weet wat poëzie is, weet niet wat zijn land is. Om de drempel naar poëzie te verlagen, gaan we een aantal gedichten vervatten in videoclipjes, dat is immers de taal van jongeren. Aanvankelijk dacht ik: die clipjes zetten we dan in een reclameblok op tv, tussen de Libresse en de rookworst, maar dat bleek te duur. De clipjes die we nu, samen met de Stichting Lezen en de NTR, gaan produceren, krijgen een plekje op YouTube. De eerste is er al gratis te vinden onder de zoekterm “dichter draagt voor”.’

Vice-voorzitter Charles Noordam, directeur van de bibliotheek Den Haag: ‘Het is al eerder gezegd; de eerste bestuursperiode onder voorzitterschap van Erik Jurgens kenmerkte zich door een grote mate van rust. Als hobbits leefden we vredig in ons knusse landje, zonder weet te hebben van het grimmige Mordor en de boze heerser Sauron. Ik heb geen rolverdeling in gedachten voor Mordor en Sauron, maar weet wel wie zich als de wijze tovenaar Gandalf ontpopte en dat was Erik Jurgens. Hij vertrekt nu naar de Grijze Havens, maar laat ik deze vergelijking niet verder doortrekken, anders gaat iemand de Agenda voor de Toekomst nog vergelijken met de ring die in het vuur van de Doemberg verdwijnt.
Zijn tweede bestuursperiode zag er heel anders uit, maar als een paal boven water staat dat Erik Jurgens zich een uitstekend crisismanager heeft betoond. Hij was een kundige gids voor, tijdens en na de ontvlechting. Als enig bestuurslid nam hij, met het oog op de continuïteit, zitting in het nieuwe bestuur en begeleidde onze eerste schreden op het herkavelde veld. En wat misschien nog meer zegt: toen de steun voor bibliotheken minder werd, sprong hij voor ze in de bres. Als er ergens in het land bovenmatig bezuinigd werd op de bibliotheek, sprong hij in de auto en wees de plaatselijke bestuurders op hun verantwoordelijkheid. Scherpe analyses, humor, betrokkenheid, dat is wat hem kenmerkt. Tijdens bestuurlijke vergaderingen was Erik een baken van rust die ingewikkelde dingen altijd wist terug te brengen tot de kern. Dit is geen grafrede, maar wie bij een afscheid zoveel bewondering en genegenheid oogst als hier door iedereen wordt ten toon gespreid, heeft het goed gedaan.’

Gastheer Hans van Velzen, directeur van de OBA onderstreepte die woorden: ‘Erik Jurgens wist te sturen op wat ons bond en te overbruggen wat ons verdeelde. Daarom geef ik hem met plezier dit liber amicorum, deze bundel gedichten gekozen door collega’s uit het vak, want als voorzitter opende hij elke vergadering met het laten voorlezen van een gedicht door alle aanwezigen. Zo wees hij ons erop waar het in de kern om draait.’

Jurgens ten slotte zelf: ‘Een branchevereniging moet goed luisteren naar haar achterban. Zeker in deze tijd, nu ledenbinding minder hecht en vanzelfsprekend is dan voorheen. Daarom roep ik jullie allen op: blijf VOB-directeur Ap de Vries en zijn team steunen. Hetzelfde voor Kars Veling. Ik ben buitengewoon enthousiast dat jullie Kars, met wie ik jaren heb samengewerkt in de Tweede en Eerste Kamer, hebben gekozen tot mijn opvolger. Maar klopt het dat het voorlezen van een gedicht bij de opening van een vergadering is teruggedraaid? Dan moeten Kars en ik daar nog een hartig woordje over spreken.’ Waarna de ‘wijze tovenaar’ passend afscheid nam met een sonnet van P.C. Hooft, getiteld 'De Tijd'.

Gezwinde grijsaard, die op wakk’re wieken staag
de dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken
Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,
Doodvijand van de rust, die woelt bij nacht bij daag,

Onachterhaalb’re Tijd, wiens hete honger graag
Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken
En keert, en wendt, en stort staten en koninkrijken,
Voor idereen te snel – hoe valt gij mij zo traag?

Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen
De schoorvoetige tijd, en tob de lange dagen
Met arbeid avondwaarts. Uw afzijn valt te bang.

En mijn verlangen kan den Tijdgod niet bewegen:
Maar ‘t schijnt, verlangen daar zijn naam van heeft gekregen
Dat ik den tijd, die ik verkorten wil, verlang.

* In Bibliotheekblad nr 2 een uitgebreid interview met Erik Jurgens.




Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.

Schrijf een reactie

Naam
E-mailadres (?)
Reactie
 

Gastblog

Stromatolieten Wim Keizer

Stromatolieten zijn qua uiterlijk de meest oninteressante verschijnselen ter wereld, maar qua betekenis juist de boeiendste die je kunt bedenken, namelijk bewijzen van de oudste vormen van leven op aarde: 3,5 miljard oud, ontstaan op een kwart van de geschiedenis van de aarde. Ik zag ze in 2000 in de... Lees verder