Mopperen bij de borrel dat het allemaal wat oppervlakkig was, met weinig inhoud, is natuurlijk makkelijk. Men kon nu eens naar minder voor de hand liggende sprekers luisteren. Inderdaad, wat minder op de eigen praktijk gericht, wat meer buitenstaanders. De excentriciteit van Redmond O’Hanlon en de spetterende, buitenaardse presentatie van ‘held’ André Kuipers houden niet meteen oppervlakkigheid in. Vakinhoudelijk betekenen die lezingen niet veel, maar
impact, sleutelwoord van dit congres, hebben ze wel. Welke dan? Dat bevlogenheid gepaard met présence iets extra’s oplevert. Daar kunnen de degelijke informatieprofessionals altijd iets van opsteken, zoals
Lee Rainie, directeur van het
Pew Internet & American Life Project, bijna weer te goed liet zien. Geroutineerd, eigenlijk al onderweg naar zijn vliegtuig, met de stem en charme van de Amerikaanse zanger-arrangeur Van Dyke Parks, stak hij de bibliothecarissen een hart onder de riem:
everyone has opinions, but librarians have the facts. Zijn instituut onderzocht het gebruik van Google door scholieren. Ze komen niet verder dan de eerste resultaten en zijn ontmoedigd om verder te zoeken (
InformatieProfessional 11, 2012). Ik denk dat dit niet alleen voor scholieren geldt. Dit biedt kansen aan de bibliothecarissen, die we eigenlijk al hadden opgegeven. Men heeft hen weer nodig! Maar dan moeten ze wel netwerken en niet bang zijn. En weg was Lee.
Algoritmes
Alexander Klöpping, bekend blogger, bevestigde in feite Rainie’s stelling: algoritmes, niet mensen, bepalen 60% van de beleggingen. Bankiers huren nu IP‘ers in om de omloopsnelheid van de data te versnellen, want iedere milliseconde telt. In zijn tweede interventie sloot Klöpping nog eens onbedoeld bij Rainie aan: de algoritmes zijn zo dominant dat jongeren daaraan gewend raken: het internet voelt aan een jas (Rainie:
the third skin): het is aan mij aangepast op basis van mijn allerindividueelste zoekgedrag, met alle gevolgen!
Flair
Ik ken ze wel, Nederlandse bibliothecarissen met inhoud en flair, zoals Jos Debeij, directeur van de Bibliotheek Deventer, maar op het jubileumcongres kregen ze geen spreektijd. Jammer. Ook Eppo van Nispen - nu CPNB, daarvoor DOK Delft - had niet misstaan als representant. Nu moesten we het doen met een degelijke maar weinig swingend gebrachte lezing door
Michelynn McKnight (Louisiana State University) over de wendbare bibliothecaris. Met de inderdaad degelijk uitgewerkte opvatting dat ‘we beter moeten doen wat we altijd goed hebben gedaan’. De oude boodschap en niet eens in een nieuwe zak:
Know, Show, Tell. De collectie is voor het volk (
for the sake of the people) en we moeten ons afvragen of onze diensten klantgericht of bibliotheekgericht zijn. Niets mis mee, maar dat kunnen Nederlandse bevlogenen ook goed vertellen: zo zou Rob Bruijnzeels in deze IP-wereld een sensatie zijn. Overigens: weinig collega’s uit de openbare bibliotheken gezien; helaas een trend bij de NVB. Helaas, omdat er heel veel uit te wisselen valt met de hoog gespecialiseerde professionals uit de juridische dienstverlening of de Koninklijke Bibliotheek.
Quiz
Uitwisseling in wedstrijdvorm vindt in 2013 zeker plaats, als de OBA aan de door LexisNexis georganiseerde
infobattle meedoet. Directeur Hans van Velzen weet zeker dat de generalisten van de OBA die wedstrijd kunnen winnen, dus het personeel kan zich vast voorbereiden... De OBA, ook sponsor, zorgde ervoor dat de congresgangers met een zilveren tas met inhoud Utrecht verlieten. Mooie inhoud, met de speciaal voor de NVB gemaakte strip,
Heer Bommel en de i-padden. Het is tenslotte ook het geboortejaar van Marten Toonder,
vat je, makker.
Show and tell
Na de lunch werd het bijna een dolle boel. Dagvoorzitter Liesbeth Staats - voorheen
Jeugdjournaal - leidde ons vlot en goed voorbereid door het resterende programma.
Redmond O’Hanlon heeft geen e-mailadres. Ik denk dat de organisatie hem gewoon op straat heeft aangesproken. Hij kwam met boeken uit de 19de eeuw en blies de loftrompet over de Artis bibliotheek en het Teylers Museum: ‘
full of life’. Een heerlijke egotripper. Daarvoor waren we ook al ingewijd in de geschiedenis van het @-teken.
Hans van Keken, al even eigenzinnig gekleed als O’Hanlon, is steeds op zoek naar nog vroegere verschijningsvormen van de
Klammeraffe. Hij zit nu rond 1400.
Buitenaards
André Kuipers was natuurlijk
hors concours. Totaal opgaand in zijn verhaal, geen aandacht voor de mooie inleiding van Staats, maar nog net genoeg informatie opgehaald om in zijn verhaal drie keer het woord
bibliotheek te laten vallen, nam hij ons mee de ruimte in. Woorden schieten tekort, het zijn de beelden, op het laatst ondersteund door ruimtelijke muziek. Een waar feestgerecht!
Koninklijk
Het toetje kwam met Commissaris van de Koningin, Roel Robbers. Vanaf 16 november mag de NVB zich
Koninklijk noemen! Hoe we dit met de KNVB gaan oplossen, is me nog onbekend. Op een heerlijke, zeer Nederlandse, schutterige manier werd dit bekend gemaakt en in ontvangst genomen. De tekstschrijver van Robbers had zich als een bibliothecaris voorbereid en ik vreesde voor een lange, niet geplande lezing over de geschiedenis van de NVB zonder lichtbeelden. (De historie zelf staat, beknopt en leesbaar, in het jubileumnummer van
InformatieProfessional, evenals interviews met Lee Rainie en Michelynn McKnight.)
Beleving
Daarna overdonderde komediant
Murth Mossel ons met zijn openstaande boetes. Ik was eigenlijk gelijk klaar, maar kwam gelukkig bedrogen uit. Mossel had zijn verhaal mooi opgebouwd en zich wel degelijk in bibliotheken verdiept. Hij pepte de aanwezigen op zich niets van ons stoffige imago aan te trekken. Dat imago had hem namelijk bij het wel of niet accepteren van de uitnodiging voor dit congres dwars gezeten. Kon hij hiermee wel bij zijn vrienden aankomen? ‘Ja! Wat je imago ook is: Het gaat om de beleving! Voor een heleboel mensen ben je André Kuipers!’ Ik schold Mossel onmiddellijk die achterstallige leengelden kwijt.
Schoonheid
Toen nog een digestief.
Vincent Icke, wereldberoemd sterrenkundige - maar zijn Nederlandse sterrenkundigen niet allemaal wereldberoemd - verleidde ons met een schitterende, tja, bijna een parabel over de impact (slagkracht) van schoonheid. Als sterrenstelsels botsen, heb je het allermooiste schouwspel wat je maar kunt voorstellen, maar het stelt niet gerust. En die geruststelling is voor velen nu juist het streven. Schoonheid is conservatief; lelijkheid het onverwachte. Wel, verwoording is voor mij ondoenlijk, ook door de artistieke presentatie. Dominque Engers kan dat beter. Deze sneldichteres vatte op fabuleuze wijze niet alleen de gebeurtenissen van dit Jubileumcongres samen, maar deed dat inhoudelijk zo knap, dat ik geheel depri naar huis reisde. Ik wilde mijn opdracht teruggeven. Helaas staat
de informatie die er werkelijk toe doet bij haar uitgeschreven op tien vellen papier, slechts voor leden beschikbaar, dus ik moest wel doorzetten. Schoonheid mag conservatief zijn, zoals Icke betoogde, het verwachte benadrukken, de schoonheid van
Engers’ rijmkroniek sloeg bij mij in als een sterrenslag.
In 2013 ben ik graag weer aanwezig op een als altijd weer degelijk en inspirerend NVB-congres, vol informatie die er dan vast nog steeds toe doet.
Zie ook
het interview van This Week in Libraries met Michel Wesseling, voorzitter van de NVB.
Tekst: Leo Willemse
Foto: Eimer Wieldraaijer