In het laatste geval wilden de massaal toegestroomde aanwezigen ook de Roland Holstkamer wel doorbreken, zo benauwd was het daar. Hetzelfde euvel trof de sessie ‘De maatschappelijke waarde van de bibliotheek’: te veel mensen op te weinig vierkante meters. Voordeel: de betrokkenheid was enorm.
Zwerftocht
Al had ik
talks aangekruist als ‘Muziek en mens’, ‘Kennisdelen kun je niet alleen’ en leek ‘Pak het hert bij het gewei’ mij een echte uitdaging, ik kwam terecht bij prozaïscher
deelsessies als ‘De bibliotheek is overal’, ‘De maatschappelijke waarde van de Bibliotheek’ en ‘De Bibliotheek, wat levert het op’.
Overal maar zonder stenen
Als bibliothecaris bij de OBA, waar gebouwen zo´n beetje heilig zijn verklaard, is het schokkend te horen dat de Bibliotheek VANnU, opererend vanuit de gemeente Roosendaal, een aantal moderne servicepunten opoffert voor ‘alternatieven in wijken en dorpen, alternatieven die aansluiten bij de kernfuncties leren, lezen en informeren’. De bibliotheek is dus niet meer in een fysiek gebouw maar overal. Vrijwel alle aanwezigen (60 a 70) konden met deze gedachte leven, en waren niet bang voor verlies van identiteit. De Bibliotheek
op school is hierbij een goede ontwikkeling. Verder zag men ook veel in ‘ambassadeurs die de bibliotheek onder de aandacht brengen. Specialisten die meedenken over wat het publiek wil lezen.’ Bibliotheken moeten kenniscreatie en leesbevordering faciliteren, om zo de overheersende automatische associatie van de bibliotheek met uitleningen te ontkrachten, zo vat ik de woorden van Ap de Vries samen. Een week later ben ik niet overtuigd van deze aanpak, terwijl ik toch sterkt gekant ben tegen de gedachte dat de bibliotheek gelijkstaat aan uitleningen. Maar goed, zolang Roosendaal niet alle vestigingen opheft, snap ik de gedachte. De intentie die de OBA in haar Beleidsplan 2015-2018 uitspreekt om de vestigingen zo veel mogelijk uren open te laten zijn, is mij liever. Maar natuurlijk, dat is Amsterdam, waar we stenen zat hebben, en mensen, en gelegenheid om die twee samen te brengen. Het was goed dat er bij de sessie ook een gemeenteambtenaar uit Roosendaal zelf aanwezig was. Zij benadrukte
zichtbaarheid en bedoelde daar niet alleen een gebouw mee, wat de bibliotheekkosten zichtbaar drukt. Als de burgers zien wat de bibliotheek doet, ondanks het loslaten van gebouwen en dus de collectie, dan zal de beeldvorming wel veranderen. Frédérique Assink, directeur van Bibliotheek VANnU, kan zich door de eigen collega´s gesterkt voelen, gehoord opmerkingen als ‘de eigen organisatie ondergeschikt maken aan de doelen’ .
Overal een maatschappelijke waarde?
Dat een workshop ook echt werken inhoudt, was ik even vergeten toen ik de Derkinderen Kamer binnen stapte. Meer dan 50 mensen een uur lang opeengepropt in een afgesloten ruimte, en dan luisteren naar de onderzoekster van het SIOB, Marjolein Oomes, bijgestaan door Marianne Hermans van Cubiss, geen sinecure, hoewel hun verhaal zeer boeiend was. Beleven de leden van de bibliotheken de educatieve en informatieve waarde wel zoals wij dat graag zien? Ondersteunt de bibliotheek de persoonlijke ontwikkeling van haar bezoekers wel genoeg. In hoog tempo werden de bevindingen van een onderzoek behandeld, en vervolgens mochten de aanwezigen in vier groepen ( domeinen) zelf inschatten in hoeverre dat allemaal opging. Altijd een leuk spel, al ging het hier wel om serieuze zaken. Het is teleurstellend als je merkt dat de stelling ‘Door de bibliotheek blijft mijn dorp of stad aantrekkelijker om in te wonen’ door 90 % van de in de zaal aanwezigen als positief werd bezien, terwijl de respondenten dat voor 52 % invullen. Gelukkig scoorden we bij ‘Door de bibliotheek bespaar ik geld beter’: 60% voor de zaal tegenover 55 % van de respondenten. De vragen in het onderzoek moeten het antwoord geven op ‘de redenen waarom wij bestaan’. Dat in Nederland het plezier in lezen en lezen als vrijetijdsbesteding het hoogst scoort, is mooi, maar tegelijkertijd verontrustend. Juist die factor begeleidt de teruggang in uitleningen en beeldvorming.
Nog moeilijker wordt het als je in diezelfde benauwde omgeving moet bedenken wat je aan een wethouder in 2018 wil vertellen over hoe de bibliotheek een gemeente economisch kan versterken. Natuurlijk: door zoveel mensen een sollicitatietraining te geven, kunnen ze een baan vinden. Als je hun taalvaardigheid versterkt, staan ze steviger in hun schoenen. En, in een andere discussie komt dat ook terug, de bibliotheek verkleint de eenzaamheid van mensen. Maar bedenk daar maar eens de juiste argumenten voor, met bijbehorende cijfers. Op 19 maart is er een colloquium over dit onderwerp, waarin de gevolgde methode van dit SIOB-onderzoek ook wordt behandeld. Voer voor beleidsmakers!
Rennen naar de Administratiezaal, waar Erik de Haan (Bibliotheek Angstel, Vecht en Venen - hoe moerassig kan je werkgebied zijn) vertelde over hoe de door hem in samenwerking met Freddie Rosenberg (
Rigo Research en Advies) ontwikkelde effectmetingen gebruikt kunnen worden. Wat is het maatschappelijk effect van bibliotheekwerk? Dat is tamelijk verrassend, zeker als je het inkadert in een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse. Deze MKBA meet welvaart in brede zin. Draagt een park in je buurt ertoe bij dat je een prettiger leven hebt, dan draagt dat bij aan de maatschappelijke waarde van dat park. Wat betekent de uitstraling van een gebouw voor de sociale cohesie. Stel: de bibliotheek zou er niet zijn, wat gebeurt er dan? Maar ook: als 15 % van de gebruikers zich door het bibliotheeklidmaatschap minder eenzaam voelt, kan dat worden doorberekend in de (verminderende) kosten van de gezondheidszorg. Deze uitkomsten kunnen volgens Rigo redelijk in kaart worden gebracht. Heel goed nieuws voor bibliotheken is dat de versterking van de leesvaardigheid van kinderen er als een enorme winst uitkomt. Toepassing van de MKBA biedt een andere blik op de onderhandelingen met je gemeente en je bedrijfsvoering. Alweer: voer voor beleidsmakers!
Superbibliothecarissen
Op vertrouwder terrein kwam ik bij de samenspraak tussen OBA-directeur Martin Berendse en zijn innovatiemedewerkster José Remijn, over het OBA
Beleidsplan 2015-2018 (pdf). Zie hiervoor het artikel op
bibliotheekblad.nl. Spannend was de door Berendse uitgelokte opmerking van Remijn dat ze niet alleen de OBA, maar ook het Bibliotheekcongres te veel naar binnen gericht vond. Zij had wel meer mensen van buiten willen horen, en dat gold ook voor de een dag eerder onder auspiciën van het SIOB georganiseerde
InnovatieDoeDag. Dat levert meer innovatie op!
Of de
superbibliothecarissen die innovatie gaan brengen valt nog te bezien. Ik ben er te zeer bij betrokken om daarover te oordelen. De stampvolle zaal bij de
presentatie van de superbibliothecarissen (Powerpointpresentatie), terwijl beneden ons al flink geborreld werd, was zeer bemoedigend. Bibliothecarissen moeten en kunnen hun kennis, hun passie uitdragen en delen. En ze zoeken daarvoor ongedachte wegen. Aan de andere kant: jeugdbibliothecarissen trekken al sinds bibliotheekheugenis naar ouderavonden op scholen, peuterspeelzalen en crèches, dus wat houdt de andere bibliothecarissen tegen? Na de
talk, als altijd enthousiast en licht uitdagend door
Karen Bertrams (ProBiblio) uitgedragen, was het tijd voor de welverdiende aftertalk. Afsluiting vond plaats tijdens een mooi samengesteld Literair Diner, waaraan slechts de dovemansoren van Maarten ’t Hart ontbraken. Ook de strapatsen van Eppo van Nispen konden die niet doen vergeten.
Tekst: Leo Willemse
Foto: Eimer Wieldraaijer