Cabaretier Sjaak Bral: ‘Je kunt mij gerust de dependance noemen van de Bibliotheek Den Haag’
Eimer Wieldraaijer
05-10-2015
Op Internationale Ouderendag (1 oktober) vond voor de derde keer de Nationale Voorleeslunch plaats. Bekende en onbekende Nederlanders lazen tijdens dit initiatief van De Leescoalitie voor aan ouderen in een zorginstelling of bibliotheek. Daags erna droeg ook cabaretier Sjaak Bral zijn steentje bij aan het evenement via zijn voorleessessie in de Haagse Bibliotheek Escamp.
‘U was het, net als ik, gisteren vergeten, hè?’ krijgt de in smeuïg Haags pratende Bral meteen de lachers op zijn hand. ‘Geeft niet, we worden allemaal een dagje ouder. Bovendien moest ik vandaag toch deze kant op. Ik had nog een taakstraf van 160 uur staan, en die kan ik nu gedeeltelijk wegwerken. Wat zullen we trouwens doen, beste mensen: een half uurtje lekker met elkaar lachen of zal ik u een sprookje voorlezen? Een sprookje dat ik zelf schreef.’
‘Ik vind voorlezen in de bibliotheek echt leuk om te doen,’ zegt Bral naderhand. ‘Voorlezen vind ik sowieso leuk. Of het nou voor jongeren of ouderen is, maakt mij niet uit. Mensen verhalen vertellen is toch het mooiste wat er is?’
Zelf heeft de cabaretier geen kinderen om aan voor te lezen. ‘Je moet leren van de fouten van je ouders. Daarom heb ik geen kinderen. Maar ik lees wel voor in het theater. Het echte authentieke voorlezen ga ik zelfs doen in de nieuwe oudejaarsconference waar ik momenteel aan werk. Het sprookje van Sjaak met de Bonenstaak. Dat sprookje begint heel ouderwets met “Er was eens”, hoewel de meeste moderne sprookjes beginnen met: “Als er gekozen wordt, dan”.’
Bral beseft dat het tekort aan taalvaardigheid een groot probleem is in ons land. ‘Alles begint bij taal. Communiceren in woord en geschrift is het belangrijkste wat er is. We communiceren met het gesproken woord, met beelden, maar zeker ook met geschreven taal. Ik vind het geweldig dat prinses Laurentien zich ervoor inzet de mensen die daar om wat voor reden dan ook nog niet aan toe zijn gekomen, aan het lezen te krijgen. Ook in Den Haag hebben we veel te veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven. Ik doe ook af en toe iets voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en als ze de taalvaardigheid eenmaal onder de knie krijgen, zijn ze zo blij. Je vult namelijk iets in wat ze hun leven lang hebben verstopt en verzwegen. Ik heb een man leren kennen die directeur is van een grote onderneming. Echt een miljoenenbedrijf. Die man kon lezen noch schrijven, maar wist het heel lang handig van zich af te schuiven. Uit schaamte worden mensen daar uiterst bedreven in. Ze gaan het verbergen, maar ze hoeven niks te verbergen, want taal is iets wat we met ons allen moeten bezigen. Het is iets wat ons bindt.’
Is Bral zelf een lezer? ‘Ja, want ik schrijf ook veel, en als je niet leest, kun je niet schrijven. Ik lees van alles en nog wat door elkaar heen. Veel poëzie, literatuur, naslagwerken. Ik kan ontzettend genieten van lezen. Soms lees ik vijf boeken tegelijk. Dan leg ik ze even weg en ga met de volgende verder. Regelmatig blijf ik hangen in een boek; dan moet het in één ruk uit. Met welke boeken ik nu bezig ben? Dat zijn er twee. Eentje is van Marcel Verreck, een collega-cabaretier, die de thriller De Laatste minuut schreef over de belevenissen van een Haagse rechercheur in Deventer. Het andere heet I am Pilgrim van Terry Hayes en gaat over een aanslag in Amerika. Hoe de schrijver dat plot uitwerkt, is geweldig. Mijn favoriete auteur? Je bedoelt of ik veel boeken van één schrijver heb? Dat zijn dan toch mijn eigen boekies. Daar staan er thuis een heel rijtje van. Ik heb geen verzameling Mulisch of Vestdijk. Van de oude meesters heb ik nog de meeste boeken van Hermans. Dat is dan toch wel mijn favoriet.’
Maakt Bral nog gebruik van de bibliotheek? ‘Ik ben gezegend met het feit dat ik een boek kan kopen als ik het leuk vind. Als ik ze uitgelezen heb en ik ben er enthousiast over, dan deel ik ze uit. Vervolgens zie ik die boeken nooit meer terug. Is ook helemaal niet erg, want zo kunnen meer mensen ervan genieten. In die zin schuilt er wel een soort bibliothecaris in mij. Je kunt Sjaak Bral gerust de dependance noemen van de bibliotheek Den Haag. Wat ik nu ga zeggen, is waarschijnlijk heel standaard, maar ik ben begonnen te lezen door de bibliotheek. Op vrijdagavond ging ik met mijn vader naar de bibliotheek bij ons in de buurt. In een oude huiskamer zaten wat huisvrouwen boekies uit te lenen en dan ging ik naar huis met weer een deel uit de Bob Evers-serie. Of De vijf. Zonder die openbare bibliotheek was ik niet zo snel aan het lezen gegaan, want daar leerde ik de waarde van het boek en het verhaal kennen.’
Dat veel bibliotheken dichtgaan door bezuinigingen, vindt Bral stuitend. ‘Kennis is macht. En de bibliotheek is bij uitstek een plek waar je kennis kunt vergaren. Het ergste wat er nu gebeurt, is dat men die kennis weghaalt bij mensen. Daardoor worden ze niet gestimuleerd en blijven ze onwetend. Veel mensen weten niet waar ze vandaan komen. En wie niet weet waar hij vandaan komt, weet ook niet waar hij naartoe gaat. Lezen is dé manier om je plek te veroveren in deze samenleving en mee te doen. De bibliotheek is emanciperend. De bibliotheek opent de geest. Als je dat weghaalt, ben je in mijn ogen misdadig bezig. Wat er nu gebeurt, vind ik een criminele daad.’
Zijn bibliotheken zelfs meer nodig dan ooit? ‘Ja, natuurlijk! Je hoort wel dat iedereen alles kan vinden op internet, maar zo werkt het niet. Lang niet iedereen weet goed om te gaan met internet. Bovendien is echt sociaal contact ook belangrijk. De bibliotheek is zo’n plek waar mensen elkaar ontmoeten, waar ze met elkaar in gesprek gaan. Dat soort dingen zou je juist moeten stimuleren in plaats van de nek omdraaien. Er zouden honderden miljoenen naar bibliotheken moeten gaan. Als de overheid ergens in moet investeren, als zij ergens pal voor zou moeten staan, is het cultuur, onderwijs en zorg. De bibliotheek is een perfecte schakel in dat geheel. Maar wat doet die overheid? Die maakt de marktwerking alsmaar groter, hoewel de burger daar enkel de ellende van ondervindt. In dat opzicht zijn ze volkomen verkeerd bezig.’
Stof genoeg dus voor de oudejaarsconference. ‘Ja, maar dat is er altijd wel. Ik doe het dit jaar voor de negentiende keer, maar het blijft een gevecht. De onzekerheid blijft. De kans dat je op je bek gaat, is altijd aanwezig. Maar het werk dat ik doe blijft fantastisch. Mahatma Gandhi zei al: “Als je doet wat je leuk vindt, ga je nooit meer werken”. Dus ik ga er lekker mee door. Ook ga ik regelmatig lang op vakantie. Ik ben net drie maanden weggeweest. Heerlijk ontspannen. Waar ik ook relaxed van raak, is yoga. Dat doe ik inmiddels een tijdje en bevalt me goed. Op yoga doe je de dingen waar je lichaam normaal gesproken helemaal niet toe in staat is. Mijn lichaam neemt houdingen aan die ik niet voor mogelijk hield. Wat het voordeel is? Je wordt er behoorlijk nederig van.’
Tekst en foto: Eimer Wieldraaijer
Reacties op dit artikel (0)
Er zijn nog geen reacties.