Ewoud Sanders meldde op maandag 27 mei in de
NRC dat scholieren in de open vragen bij het eindexamen naar hartenlust spel- en grammaticafouten mogen maken, maar in de samenvatting die ze moeten maken, mogen geen fouten zitten. Rekenen en taal zijn uitgeroepen tot de hoekstenen van ons onderwijs; moeten we daar niet wat serieuzer mee omgaan, zeker als het om examens gaat, vraagt hij zich af? Om ook zelf het boetekleed aan te trekken: ik krijg regelmatig flink op mijn donder van mijn corrector vanwege de taalfouten die ik maak. Ik verschuil me achter tijdgebrek en andere flauwe smoesjes. Ik ga mijn leven beteren.
Ik schreef de vorige keer, in mijn column over ‘
De nieuwe generatie’, dat het heel slecht gesteld is met de spelling van kinderen (bij mijn nieuwe opdrachten voor brugklassers zitten in ieder geval een paar pittige alfabetiseeropdrachten). Maar ik denk dat veel meer generaties het steeds moeilijker vinden om te alfabetiseren. Hoe is het gesteld met ons eigen vakgebied?
Ik werkte in de eerste drie maanden van 2007 in het weekend als invaller in de OBA. Op rustige momenten ging ik voor de romankasten staan om alle alfabetiseerfouten er uit te halen. Er werkten nogal wat invalkrachten die heel veel regels niet kenden. Het gevolg: her en der ontstonden nieuwe sorteringen binnen een letter. De eerste twee letters gaan nog goed, maar daarna begint het gedonder (Abra voor Abbo, Abod voor Abec, Alib voor Albo, Asto voor Asse en Atwo voor Atta). Met als gevolg dat klanten hun boeken niet konden vinden.
Ook in onze eigen bibliotheken vind ik jaarlijks veel vermiste boeken terug waarvan de vermissing te wijten blijkt te zijn aan alfabetiseringsfouten, zowel bij de romans als bij de non-fictie. Het afgelopen jaar heb ik in diverse bibliotheken gezocht naar alfabetiseringsfouten in de kast en ze veelvuldig gevonden. Dat deed ik ook naar aanleiding van klanten die hun boeken niet konden vinden.
Kennen de jonge bibliothecarissen de regels nog wel? Weten ze wel dat Deav(er) na De B(ernieres) en De B(otton komt) komt, met als gevolg dat je boeken van Deaver op twee plaatsen (en dus niet alles) kunt vinden. Weten oude bibliothecarissen wel dat de Mac-regels zijn veranderd? Hoe zit het tegenwoordig met de ä/ü/ö/-regels? Bibliotheken zijn instituten waar het gebruik van taal/lezen centraal staat. We moeten op de hoogte zijn van alle regels die er zijn en die goed kunnen toepassen.
Misschien wordt het tijd dat de vakliteratuur daar weer eens aandacht aan besteedt. Welke regels zijn er, welke zijn veranderd? Vooral omdat de komende jaren de Nationale Bibliotheek Catalogus gestalte gaat krijgen en de
werkgroep Metadata moet gaan kijken hoe de regels van openbare bibliotheken opgenomen moeten worden in de Gemeenschappelijke Geautomatiseerde Catalogus. Openbare bibliotheken hebben nogal wat praktische aanpassingen gedaan en de officiële regels in de wind geslagen. Wij hebben de plaatsing van de boeken van Chechov aangepast aan de klant en er Tsjechov van gemaakt. Gaat dat nu weer allemaal teruggedraaid worden omdat lokale aanpassingen niet meer kunnen? Ik hoop het niet.
Agnes Klitsie