Op woensdag 17 september was het
‘Vraag de curator’-dag. Dat is een event dat zich afspeelt via Twitter waarbij curatoren van bijna zevenhonderd musea over de hele wereld achter de computer schuiven om vragen over hun collectie te beantwoorden via de hashtag #AskACurator. Duizenden mensen over de hele wereld maakten er gebruik van en dat leidde tot allerlei interessante vragen én antwoorden. Het is een mooie vorm van ‘digitaal museumwerk’ omdat het gaat over betrokkenheid en inhoud. Musea laten zien dat ze hun bezoekers serieus nemen. Je ziet meteen waar het in musea om gaat, wat een curator doet en wat kwaliteit en expertise betekenen.
In dezelfde week begon de e-bookcampagne van bibliotheek.nl en een groter contrast is bijna niet mogelijk. Terwijl musea zichzelf en hun bezoekers serieus nemen, komt de landelijke digitale bibliotheek met een campagne die qua platheid en smakeloosheid zelden vertoond is in de culturele sector. Met slogans als ‘
Ik breng mijn geleende boeken niet meer terug’, ‘
Ik betaal niet voor mijn abonnement’ of:
‘Na het lezen gooi ik mijn boeken gewoon weg’. U heeft het bijbehorende reclamemateriaal misschien zien binnenkomen, tenzij uw PR-manager het meteen in de prullenbak heeft gegooid; in dat geval verdient die een dikke promotie voor getoond inzicht.
Wat mij zo tegen staat, is dat de campagne de beoogde gebruiker afschildert als een simpele, calculerende cultuurbarbaar. En nog erger: de huidige bibliotheekgebruiker wordt gedeclasseerd tot een ouderwetse
loser en de lokale bibliotheek wordt weggezet als een irrelevant, overbodig en duur instituut. Want je bent hopeloos ouderwets en een dief van je eigen portemonnee als je daar nog heen gaat. Welk reclamebureau is hiermee bezig geweest en wat heeft de mensen van bibliotheek.nl bewogen om voor deze campagne te kiezen? Want als dit is wat ons nog te wachten staat, houd ik mijn hart vast: de wegwerpbibliotheek in de wegwerpsamenleving. Met gratis bier.
In wat voor tijd leven die mensen eigenlijk nog? En wat is hun wereldbeeld? Het is in ieder geval niet een wereld waarin ruimte is voor wat meer complexe zaken, zoals cultuur, emancipatie of het Unesco-manifest voor openbare bibliotheken. Hun wereld lijkt er vooral een te zijn waar men nooit nadenkt over het verschil tussen de waarde van iets en de prijs ervan; dat is op hun Tokkie-planeet allemaal veel te ingewikkeld. En daardoor missen zij precies wat bibliotheken bijzonder maakt in deze digitale tijd.
Maar misschien is er wel een goede reden voor die campagne. Ik denk dat het reclamebureau goed gekeken heeft naar het huidige digitale aanbod en waarschijnlijk hebben ze ook de bijdrage
‘Landelijke e-booksite is een drama’ van Jan de Waal gelezen op deze site. Waarna ze constateerden dat je met dit aanbod – ondanks jarenlange ontwikkelingen en vele tientallen miljoenen euro’s - nog (?) niet het verschil maakt:
too little, too late. En dat ze toen een list bedachten om daar de aandacht van af te leiden. Want wat moet je met een gebruiker die écht eisen gaat stellen en hetzelfde vakmanschap, een even goede en gevarieerde collectie en gebruiksvriendelijkheid verwacht zoals hij dat kent van zijn lokale bibliotheek. Daar moeten ze natuurlijk niet aan denken.
Dan kun je maar beter een campagne organiseren zoals deze en roepen dat het allemaal lekker niks kost en dat je alles na gebruik ook weer kunt weggooien. Misschien hoopten ze dat een bibliotheekgebruiker een gegeven paard niet in de bek gaat kijken. Maar die weet wel beter en verwacht niets minder dan een excellente dienstverlening, die hem serieus neemt. Kijk maar naar de dag van de curator!
Laten we vooral hopen dat de collectie en dienstverlening snel in kwaliteit toenemen en dat zoiets dan ook leidt tot een betere campagne. En als deze column u niet bevalt: gewoon weggooien.
Rob Bruijnzeels
Zie over de 'Vraag het de curator'-dag onder andere ook
het korte artikel van Mieke van Dixhoorn dat op 17 september verscheen in
de Volkskrant.