Ik was anderhalve maand lang op vakantie; lekker ver weg op mijn eigen onbewoonde eiland. Geen krant, geen internet, geen tv, geen werk. Alleen maar m’n lievelingsboeken, de zon, de natuur, de rust en de liefde. Heerlijk.
Afgelopen week kwam ik terug in mijn oude vertrouwde straat en tot mijn verbazing en schrik zag ik dat er van alles veranderd was. Er was onrust in m’n straat, onzekerheid en verwarring. Wat was er gebeurd? Al snel kwam ik erachter: mijn buurjongen van 18, drie huizen verder, was verdwenen en bleek nu bij de IS in Syrië te vechten. Bizar, een goed opgeleide jongen en nu bezig met onthoofdingen... Maar dat was niet alles: ik zag ineens een deur verder gezichten die ik niet kende. Mensen met de angst in hun ogen... Het bleken vluchtelingen te zijn, die liefdevol waren opgenomen door mijn andere buren. Ik vond de kranten op de deurmat en tuurde naar de beelden van al die vluchtelingen, dat dode jongetje. Ik zag hoe de Duitse bevolking zich van haar beste kant liet zien en de vluchtelingen welkom heette. Hoe machteloos of naïef dat misschien ook is...
En ik realiseerde me ineens dat in zes weken mijn wereld veranderd was. Een gruwelijke oorlog in een ver land blijkt ineens bij mij in de straat terecht te zijn gekomen. Ik zie beelden op tv van groepen mensen die doelloos en bang rondzwerven. Ik zie hoe mensen zich geen raad weten. Niet weten wat zij moeten doen, als zij al iets kunnen doen. Ik zie verwarring, haat, domheid, spanningen, vertwijfeling en angst. En ik weet het zelf ook niet. Ben zelf ook wanhopig op zoek naar duiding, naar betekenis, naar inzicht: wat moet ik ermee? Wat moet ik doen? En natuurlijk zijn er goede reportages op tv of staan er indringende artikelen in de krant. Maar die gaan niet over mij of over wat bij mij in de straat gebeurt.
Ik besluit dan toch maar om even te kijken hoe het met mijn vak gaat en zie bijvoorbeeld dat mijn
Duitse collega’s het erover hebben. (Zie bv ook
hier en
hier) Niet dat zij weten wat ze moeten doen, maar ze komen wel in actie. Ik kom op de website van
Bibliotheekblad terecht. Omdat ik hoop dat ook Nederlandse bibliotheken juist nu bezig zijn om duiding en betekenis te organiseren in een wereld die in brand staat. Dat is pas echt naar buiten kijken....
En tot mijn verbijstering zie ik dat Nederlandse openbare bibliotheken zich de afgelopen zes weken vooral bezig hebben gehouden met het uitlenen van e-books of zoiets. Het gaat over geld, ego’s, macht en uiteindelijk gaat het helemaal nergens over.
Ik ben sprakeloos en ik ben machteloos. En ik praat erover met mijn collega Joyce Sternheim. Want zij woont ook in zo’n straat.... En wij weten ook niet precies hoe bibliotheken zouden moeten omgaan met problemen van deze ongekende omvang. Maar wij vinden het werkelijk schandelijk dat geen enkele bibliotheek er mee bezig lijkt te zijn. Want wij zijn beide opgegroeid in een tijd waarin openbare bibliotheken een rol van betekenis wilden spelen in de samenleving. De voorloper van het Bibliotheekblad heette niet voor niets Bibliotheek en Samenleving. Maar de openbare bibliotheek van nu heeft zichzelf geïsoleerd, is in zichzelf gekeerd en heeft de maatschappelijke realiteit uit het oog verloren.
Kan het anders? Rob woont in Vught, een dorp in Brabant waar in de Tweede Wereldoorlog een SS concentratiekamp was gevestigd. Dat kamp staat er nog steeds en stelt door zijn aanwezigheid en vooral door zijn programmeren indringende en relevante vragen aan de samenleving. Vragen die iets te maken hebben met de maatschappelijke rol die men wil spelen. In deze periode gaat het bijvoorbeeld over de rol en betekenis van moed. Het kamp stelt mij een indringende vraag, gebaseerd op een lied van de Brabander Gerard van Maasakkers: Wa zoude gij dan doen? (Wat zou jij dan doen?) Is dat niet de belangrijkste vraag nu?
Joyce en ik vragen ons af: waarom stellen – juist nu – bibliotheken niet dit soort vragen? Waarom worden er geen initiatieven genomen? Zijn wij in de bibliotheek de samenleving uit het oog verloren? En hebben wij onze maatschappelijke opdracht ingeruild voor de dans om het digitale kalf? Een harde schijf in plaats van een hart? Zijn we echt de weg kwijt?
Help!
Rob Bruijnzeels, Joyce Sternheim