De eerste komt uit
Staat van Nederland: een pleidooi. Het vorige week verschenen nieuwe boek van Bas Heijne. De tweede zin is al langer onder ons, maar ik had er overheen gelezen. Gelukkig
twitterde de auteur van die zinnen ze zondag door, als reactie op de laatste column van Bas Heijne (‘
Natte dweil’ in
NRC Handelsblad van zaterdag 4 februari 2017). Die auteur is trendpsycholoog
Tom Kniesmeijer en hij citeerde uit de zogeheten
TrendRede 2017 (pdf). Waarvan alleen insiders weten dat hij de auteur is. Die
TrendRede is dit jaar op 11 januari voor de zevende keer aan het Nederlandse volk aangeboden. Een cadeautje van een tiental ‘trendwatchers’, die een keer per jaar samenkomen om te bespreken welke grote maatschappelijke trends zij zien en hoe ‘het’ verder zou kunnen gaan en deels moeten.
De zin over de instituties, die mede vorm moeten geven aan een publiek debat over de grote vragen, komt uit
Staat van Nederland: een pleidooi. Een boek dat nauw aansluit bij een ander boek van dezelfde schrijver: Bas Heijne. Dat boek -
Onbehagen: nieuw licht op de beschaafde mens - verscheen in september 2016. Het is inmiddels door tienduizenden mensen gekocht en gelezen. Voor
Onbehagen (her)las Bas Heijne op verzoek van de filosofen Frank Meester en Coen Simon een klassiek werk. Met de vraag of hij via dat boek nieuw licht op dat boek en vooral onze huidige tijd(geest) zou kunnen/willen werpen. Hij herlas
Het onbehagen in de cultuur van Sigmund Freud uit 1930. In dit boek gaat Freud in op de verhouding tussen het lustprincipe en het realiteitsprincipe: directe behoeftebevrediging versus remmende culturele mores. Beide ‘emoties’ of houdingen strijden continu met elkaar.
Die voortdurende strijd is als volgt kort gezegd te illustreren aan de hand van Trumps uitspraak '
Grab 'em by the pussy': 'elke' man heeft van nature de neiging om elke vrouw te 'bespringen', maar doet dat niet want (om met Elsschot te spreken)
‘tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren’ (
Het huwelijk).
In zijn onlangs verschenen
Staat van Nederland komt Heijne met een ander boek aanzetten. In dezelfde periode geschreven als waarin Freud zijn
Onbehagen in de cultuur publiceerde, namelijk de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Een tijd die steeds meer op de onze gaat lijken. Het gaat om
In de schaduwen van morgen: een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd van Johan Huizinga, die het in dit boek onder andere heeft over ‘puerilisme’, puberaal gedrag door volwassenen. Iets wat in die tijd speelde én nu net zo. Bas Heijne noemt niet de Amerikaanse filosofe
Susan Neiman, die in 2014 iets dergelijks behandelde in haar boek
Waarom zou je volwassen worden?. En die op de door haar in de titel opgeworpen vraag antwoordde:
omdat het moeilijker is dan je denkt, mede omdat het weerstand kan oproepen. De krachten die onze wereld vormgeven zijn evenmin in echte volwassenen geïnteresseerd als ze dat in Kants tijd waren, want kinderen zijn gewilliger onderdanen (en consumenten).
In
Staat van Nederland: een pleidooi trekt Bas Heijne de treurige conclusie dat ‘het debat’ dood is. Niet veel meer voorstelt. Eenzelfde conclusie werd ook al in de
TrendRede van 2016 (pdf) getrokken. Daar werd het zo verwoord:
We willen niet debatteren, we willen construeren. Van belang is niet een woordenstrijd te winnen, maar om grip te krijgen op de materie. Het huidige debat is een eindeloze herhaling van meningen en gemeenplaatsen, waarin deelnemers geen centimeter bewegen.
De TrendRedenaren riepen 2016 uit tot het jaar van het bouwgesprek. Een jaar later bouwen ze dat bouwgesprek uit tot het Buitenveld. Die
paragraaf uit 2017 (pdf - p. 13) luidt als volgt:
Van Concordantie naar Buitenveld
Na de ontlading en ontluchting ontstaat nieuwe ruimte. Laten we die vrij besteedbare ruimte gebruiken om elkaar te ontmoeten en naar elkaar te luisteren. Wie de ander wil kunnen horen moet hem wel opzoeken. Naast een Binnenhof hebben we een Buitenveld nodig. Waar iedereen uit de eigen cirkel treedt en de ander ontmoet op neutraal terrein. Wanneer mensen hun denk- en leefwereld openen, herstelt het fundament van de samenleving zich. We komen vooruit ondanks de grote verschillen en het is mogelijk een toekomst op te bouwen dankzij de verschillen. Er worden al pogingen ondernomen om de verschillen te bespreken, zonder elkaar uit de eigen cirkel te stoten. Opdat meer mensen zich erbinnen thuis kunnen voelen, worden cirkels voorzichtig vergroot. Er is een wachtlijst van mensen die in gesprek willen gaan met vluchtelingen. In de muziek noemt men dat concordantie: de samenklank van meer dan twee gelijktijdig klinkende tonen. In de samenleving zou het gaan over het formuleren van de gedeelde ijkpunten van de gehele maatschappij. We gaan van gelijk hebben naar gelijk stemmen.
Bibliotheek als Buitenveld voor bouwgesprekken
Bas Heijne noch de TrendRedenaren noemen de bibliotheek als plek waar die bouwgesprekken gehouden zouden kunnen worden. Ze benoemen ‘de bieb’ niet als 'hét' noch als ‘een’ Buitenveld. Maar we zijn het wel. Dat wil zeggen: we zouden het kunnen worden. Incidenteel zijn we het wel eens. Maar zeker niet structureel en ik geloof niet dat het ergens als zodanig in beleidsplannen is opgenomen. Dat hoeft ook niet. Belangrijker lijkt me dat we er (meer) werk van (gaan) maken. Mensen met verschillende achtergronden samenbrengen om met elkaar van gedachten te wisselen over… ik noem het hier maar de dilemma’s waar we voor staan. Onze achterban daarmee te voeden. Dilemma’s van onze tijd. Voor deze generaties. Links- of rechtsom zullen we ons op tal van sterk veranderende tijden dienen aan te passen. Angstig vastklampen aan het verleden helpt niet, noch juichend alle nieuwe hypes en ontwikkelingen kritiekloos omarmen. Té veel mensen zitten vastgeroest in hun eigen, heilige gelijk en bewegen zich redelijk puberaal of onvolwassen door de wereld. En dat geldt - nadrukkelijk - niet alleen voor mensen die door velen gemakshalve als populist worden weggezet. Meer burgers zullen tot de conclusie moeten komen dat de wereld niet alleen om mij draait en de rest kan doodvallen. Dat je eigen wereldbeeld dringend bijstelling behoeft.
Heijne en de TrendRedenaren wéten dat we ‘er’ samen uit moeten komen. En dat kan alleen als er meer begrip voor elkaars standpunten ontstaat. Tegenstanders hoeven elkaar echter niet - zoals Bas Heijne formuleert - snikkend in de armen te vallen. Onze samenleving zou al een stuk prettiger worden als we door die bouwgesprekken in het Buitenveld snappen waarom iemand voor dit of dat opteert. Niet elke mening is onzin. Sommige grieven en negatieve opmerkingen zijn signalen van onderliggende problemen. Et cetera.
Wat let ons, beste collega’s, om onszelf te bombarderen tot een instituut dat vanuit aloude waarden mede vorm gaat geven aan zo’n Buitenveld?
Hans van Duijnhoven
Als bibliothecaris werkend voor de samenwerkende Noord Oost Brabantse Bibliotheken (ons jaarthema is: Wat delen we met elkaar?)
Zie ook de blogpost
'Buitenveld' op de website van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken.