‘Actions speak louder than words’
Je kan momentum creëren. Wie zou er eigenlijk voor een vrijwillige franchiseformule (zie mijn eerdere artikel) opteren, als deze bestond? Welke bibliotheken van de ruwweg 150 in Nederland willen zich uitspreken vóór een meer zakelijke, programmatische, franchiseformule-achtige aanpak die uiteindelijk leidt tot een beter aanbod voor allen? Wie ondersteunt deze gedachte? Stuur mij een email:
gertstaal@bibliotheeklekijssel.nl en doe mee! Als je dit altijd al dacht, laat dat dan horen.
Je kan concrete voorstellen doen voor verdere uitwerking. We zullen daarom twee conceptvoorstellen voor een aanpak op basis van deze vorm van formule indienen bij KB en VOB, die de komende tijd verder kunnen worden ontwikkeld. Ik wil ze delen met Bibliotheekblad en wie het maar wil zien. Eentje over huiswerkbegeleiding, en eentje over Fablabs/Medialabs om te beginnen. Het gaat om conceptvoorstellen, dat wil zeggen: louter voorbeelden van hoe je een programmatische aanpak concreet vorm zou kunnen geven.
Waarom is de schaal belangrijk?
De kern van ons formuleverhaal is simpel: we proberen met een programmatische formule-aanpak bestaande initiatieven bij elkaar te brengen, te bundelen, in betekenisvolle samenhang te brengen, te presenteren en uit te rollen naar alle bibliotheken. Een initiatief kan op één plek ontwikkeld worden, met een kwalitatief goed resultaat, en vervolgens kunnen we er allemaal gebruik van maken. Net als met bibliotheek.nl destijds. Hadden we daar 150 versies van willen zien? Ik ben blij dat er slechts eentje gebouwd is… Maar dat geldt voor ons complete aanbod, niet alleen voor e-books.
Ik gebruik hieronder het voorbeeld van het formuleplan voor Fablabs en Medialabs dat in de steigers staat:
Inhoudelijk programmatisch: ontwikkeling vindt plaats in de vorm van het uitwerken van leerplannen in samenwerking met bijvoorbeeld SLO en ministerie van OCW. Op inhoud worden losse initiatieven, bestaand en nieuw, in een doorlopende leerlijn geplaatst. Zo voorkomen we dat alle goede initiatieven die nu her en der in Nederland van de grond komen (er is al heel veel) los zand blijven, omdat deze de noodzakelijke onderbouwing en theoretische kaders missen. Zo zorgen we dat doorontwikkeling adequaat wordt gefinancierd, partijen zijn ‘aangehaakt’ bij wat nodig is vanuit koepels, vanuit bedrijfsleven, omdat het lerarencorps homogeen over de vaardigheden en affiniteiten moet gaan beschikken om er serieus werk van te maken. Gaan we dit in 150 bibliotheken en in alle scholen opnieuw en in isolatie uitvinden? Het lijkt me wenselijk dat we expertise bundelen. Verder worden in dit programma de componenten die ontbreken alsnog ontwikkeld, en waar dat wenselijk is worden additionele componenten als keuzemogelijkheden ontwikkeld (in een later stadium).
Formulemanagement programmatisch: daarnaast zetten wij op de tijdbalk van het programma een aantal implementatieprojecten op het gebied van formulemanagement achter elkaar die met elkaar worden verbonden door een overkoepelende programmatische aanpak. In een dergelijke formuleaanpak vind je achtereenvolgens: inventarisatie en ontwikkeling van de formule, uitrol testen, uitrol opschalen naar landelijk niveau en exploitatie. Het laat bovendien zien hoe je door een programmatische aanpak effectief kunt opschalen, meer kwaliteit veroorzaakt, en veel kostenefficiënter kunt werken. Eén keer ontwikkelen, honderden keren uitrollen is de boodschap.
Verder willen wij met deze formuleplannen letterlijk kansenongelijkheid aan de wortel voorkomen: als scholen zich ten opzichte van elkaar willen profileren op de thema’s basisvaardigheden en 21e-eeuwse vaardigheden (of bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding), dan betekent het dat de ene school ze wellicht wél aanbiedt op een acceptabel niveau, terwijl de andere achterblijft en niet een dergelijk goed aanbod kan bieden (vanwege ontbrekende middelen, competenties, etc). Dat is te voorkomen. Als kansenongelijkheid een ultieme consequentie is van de ‘vrijheid van onderwijs’, dan noem ik dat een perversie. De wetindieners destijds hadden andere bedoelingen; ik meen me te herinneren dat godsdienstvrijheid een grote rol speelde bij de vrijheid van onderwijs, en de kwaliteit van dat onderwijs was daarbij geen issue.
Betere inzet middelen
Ik pleit voor formulemanagement om meerdere redenen:
Om te beginnen simpelweg: betere inzet van middelen. Nadere uitwerking van de plannen mogelijk maken door inhoudelijk uitdiepen en projecten op stapel zetten kost gewoon tijd. Goede projectplannen maken (inhoud en proces) kost dus gewoon geld, het is meer dan liefdewerk oud papier, maar vraagt een professionele aanpak. Partijen voor het initiatief interesseren en samenwerkingen opstarten vergen dat ook. Daarvoor zijn opstartsubsidies nodig om te plannen en aan te jagen.
Na de planfase verder betrekken van partijen met een direct belang zoals het ministerie van OCW, de KB zelf, VOB, SLO voor goed initiatief zodat er -indien men dat nodig acht - landelijk in ontwikkeling en opschaling wordt geïnvesteerd. Dat is een gewenste vervolgstap.
Brainstormen over verdere formuleplannen rond vergelijkbare thema’s zou ook facilitering kunnen gebruiken vanuit bijvoorbeeld de KB.
Wat ik aan formuleplannen nu op papier heb staan, kan beter. Het zijn slechts aanzetten die nog zullen moeten worden uitgewerkt tot goed onderbouwde plannen, inhoudelijk en procesmatig beter gevuld, waarna tot uitvoering kan worden overgegaan. Het ontwikkelen van goede formules kost gewoon geld en tijd. En om een platitude te gebruiken: maar dan heb je ook wat…
Vragen of opmerkingen? E-mail mij gerust: gertstaal@bibliotheeklekijssel.nl
Gert Staal. Directeur Bibliotheek Lek & IJssel